Er is zelfs een inzameling gehouden. „Wij willen u vragen om mee te helpen om de Tienhovense Plassen toegankelijk en bevaarbaar te houden”, schrijven bezorgde bewoners van het Tienhoven aan hun dorpsgenoten.
In en rondom het landelijke Tienhoven, aan de voet van de Utrechtse Heuvelrug, is het bijzonder lastig varen, sinds de woekerende waterplant Cabomba caroliniana, kortweg cabomba of waterwaaier, zich er heeft gevestigd. Sommige delen van de Tienhovense Plassen lijken wel een aquarium dat te lang niet is schoongemaakt, gevuld met ontelbaar veel zwevende groene planten die heen en weer zwaaien. „Van oudsher hebben de bewoners hier met een roeibootje gevaren, met een hengel gevist en wat gezwommen, maar dat is nu bijna onmogelijk geworden”, zegt gepensioneerd vakbondsman Chris van der Vliet. „Ons woonplezier wordt bedorven.” Wie nu in een bootje stapt, vaart zich vast of breekt een roeispaan. Alleen met duw- en trekwerk, of met een grote schroef of zware motor op de boot, lukt het de omwonenden nog het wuivende groen door te ploegen.
Natuurmonumenten laat ons voor de kosten opdraaien
Vandaar de crowdfunding. Met de opbrengst huren de dorpelingen jaarlijks een machine waarmee de woekerplant van de bodem wordt geharkt en opgevist. De werkzaamheden beginnen volgende week. Zo blijft weliswaar niet de complete Tienhovense Plassen maar in ieder geval een smalle vaarweg naar de Loosdrechtse Plassen ernaast bevaarbaar. Dat kost jaarlijks ongeveer 12- tot 15.000 euro – een bedrag dat Vereniging Natuurmonumenten, eigenaar en beheerder van de Tienhovense Plassen, niet wenst te betalen.
Natuurmonumenten is tegenstander van het wegharken van de cabomba en is naar eigen zeggen al erg vriendelijk door het onderhoud door de dorpelingen te gedogen. „We verbieden dat niet omdat we de bewoners tegemoet willen komen”, zegt een woordvoerder. Bewoners zien dat anders. „Natuurmonumenten laat ons voor de kosten opdraaien”, zegt Ton Schoemaker, die aan het water woont en zich intensief met de kwestie bemoeit. Hij wandelt over een stuk weiland achter de kerk, naast het kerkhof, en toont de wildgroei aan cabomba in het omringende water. „Hoe kun je zo’n ongelofelijk mooi gebied zo laten versloffen?” Eerder hebben dorpelingen een werkgroep opgericht – ‘Red de Tienhovense Plassen’ – waarmee ze de „verloedering” van het gebied een halt willen toeroepen. Veel succes hebben ze nog niet behaald.
Chris van der Vliet: „Het lijkt Natuurmonumenten weinig te schelen hoe de natuur zich ontwikkelt. Het gesprek komt niet van de grond, ook niet met de provincie en het waterschap. En wat ons ergert, is dat er tientallen plannen zijn gemaakt voor de Oostelijke Vechtplassen, waartoe dit gebied behoort, maar dat er bij ons niets gebeurt. Wij zijn een blinde vlek. Wij worden vergeten.” Ton Schoemaker: „We willen niet alleen maar kunnen blijven varen. We komen ook op voor de natuur. Want hoe meer de cabomba woekert, hoe minder inheemse soorten er blijven, juist de soorten die dit gebied zo waardevol maken.”
Als je niets doet, zullen invasieve exoten op den duur minder woekeren, doordat ze natuurlijke vijanden krijgen
Helaas is het bestrijden van zogenoemde invasieve exoten zoals de cabomba niet eenvoudig, zeggen natuurbeheerders en watermanagers. „We begrijpen de zorgen van de bewoners, maar we hebben geen toverstokje om de plant weg te krijgen”, zegt een woordvoerder van het verantwoordelijke waterschap Amstel, Gooi en Vecht. Ecoloog Gerben van Geest, expert waterplanten, ziet twee grote nadelen aan het wegmaaien van cabomba. „Na het maaien blijven stengelfragmenten achter en die groeien het volgende jaar nog harder. Bovendien haal je door het maaien óók nog eens de overgebleven inheemse soorten weg.” Niets doen is voor bewoners moeilijk, dat begrijpt hij. „Maar door het bestrijden maak je het erger. Als je niets doet, zullen invasieve exoten op den duur minder woekeren, doordat ze natuurlijke vijanden krijgen.”
Als voorbeeld noemt hij de brede waterpest, die na twintig jaar z’n agressieve groei verloor. Overigens waarschuwt hij ook voor een andere aquariumplant in de Tienhovense Plassen, ongelijkbladig vederkruid. „Die heeft dezelfde nare eigenschappen.”
Natuur, geen recreatie
Wrang voor de omwonenden is dat elders in Nederland de cabomba wel degelijk wordt bestreden. Dat hangt dan weer af van de functie van het gebied. In het naburige hoogheemraadschap Stichtse Rijnlanden bijvoorbeeld werd vorig jaar de cabomba machinaal weggehaald. „Na enige tijd kunnen de van nature voorkomende planten, zoals de waterlelie en gele plomp weer terugkomen. Ook kan het water na verloop van tijd weer helder worden. Het oorspronkelijke waterleven heeft dan weer alle ruimte”, schreef dit waterschap vorig jaar. Een woordvoerder legt uit dat de bestrijding van cabomba in de gebieden vooral snelle watergangen betreft. „En daar kun je het goed verwijderen.” De cabomba verstopt stuwen en gemalen en vertraagt de stroming.

Dat is bij de Tienhovense Plassen niet aan de orde. Het gebied maakt deel uit van de Oostelijke Vechtplassen, een Natura2000-gebied, dat als belangrijkste functie de bescherming van de natuur heeft, met name ‘kranswierwater’ en bijbehorende soorten. „Het is geen vaarroute”, zegt een woordvoerder van Natuurmonumenten. En die natuur, het laagveen met de karakteristieke legakkers en petgaten, wordt volgens Natuurmonumenten wel degelijk onderhouden. „We hebben daar een speciaal project voor opgezet.”
Elders in de Oostelijke Vechtplassen, namelijk in de naburige Loosdrechtse Plassen wordt de cabomba wél bestreden. Maar dat, leggen de watermanagers uit, is vooral om de recreatieve functie van het gebied daar te behouden. Zonder die bestrijding zou er op de Loosdrechtse Plassen niet goed gevaren kunnen worden. In de Tienhovense Plassen prevaleert de natuurfunctie, laat Natuurmonumenten weten.
Lees ook
De moeizame comeback van het zeegras, een plant die ooit een hoofdrol speelde langs de Nederlandse kust
Maak het water schoner
Wat vermoedelijk sowieso zou helpen, is de kwaliteit van het water in de plassen verhogen. Er zit al decennialang veel fosfaat in het water, afkomstig van de landbouw, wat het woekeren van weggegooide aquariumplanten zoals cabomba wellicht heeft versterkt. „Helaas zijn wij niet bij machte de kwaliteit van het water te verbeteren”, zegt de woordvoerder van Natuurmonumenten. Dat laatste is een taak van de waterschappen. Die zijn daar ferm mee aan de slag, al is het maar om de Europese doelen daarvoor te halen. „We hebben al dertig maatregelen genomen”, laat een woordvoerder van Amstel, Gooi en Vecht weten. Zo worden er zogenoemde defosfatiseringsinstallaties ingezet, en ook wordt water van matige kwaliteit omgeleid, om natuurgebieden zoals de Oostelijke Vechtplassen te ontzien.
De zeventienhonderd inwoners van Tienhoven hebben daar voorlopig niets aan. „Ik kan in het voorjaar een tot twee maanden varen en dan houdt het op”, zegt Ton Schoemaker, staand naast het water om zijn huis. Dat de natuur hier goed wordt onderhouden, wil er bij hem niet in. „Het enige wat er gebeurt, is dat er af en toe een boompje wordt gesnoeid. Daarmee komen al die inheemse waterplanten niet terug. En dat heeft ook z’n weerslag op vogelsoorten. Vroeger zag ik hier ijsvogeltjes en woudaapjes. Ik zie ze steeds minder.”
Lees ook
Rivierkreeften vreten en graven maar door: koeien zakken door de grond en moeten uit het water getakeld worden
