Debuutroman over het meisje dat alles goed wilde maken

Recensie

Boeken

Debuutroman In het autobiografische Citroeninkt vertelt Maral Noshad Sharifi het krachtige verhaal van het meisje Talar dat het trauma van haar ouders wil overwinnen.

Een jonge Maral met haar broertje.
Een jonge Maral met haar broertje.

Aan de muur hangt een Barbie, nog in de verpakking. Zij kan haar haren niet laten zwieren, haar gladde ledematen niet verroeren, ze zit vast aan ijzeren draden. En dat geldt in zekere zin ook voor haar eigenaresse: het meisje Talar. In het autobiografische Citroeninkt van Maral Noshad Sharifi (1989) staan haar lotgevallen opgetekend in impressies, vanaf het moment dat ze als kind in Nederland is beland, hoe ze opgroeit, haar weg zoekt. Deze verhaallijn wordt doorsneden door het verhaal van haar ouders, hoe die elkaar in Iran leerden kennen en er trouwden, wat maakte dat ze er weg moesten en hoe, en wat het hen kostte. Trauma, voor de rest van hun leven.

Zelden las ik een roman waarin zo pijnlijk duidelijk wordt hoezeer de beleving van ouders en hun kroost uiteenloopt, zeker in dergelijke omstandigheden. Een ouder wil het beste voor zijn of haar kind, maar andersom is het evengoed waar. Talar laveert zich rot. Het verschil tussen buitens- en binnenshuis zijn, is vanaf de eerste schooldag enorm. Ze loopt thuis op eieren. Ze vreest de spanning, tussen haar ouders, in haar ouders. Ze wijt die spanning aan zichzelf, tracht het leed te compenseren. Ze is een meisje dat alles goed wil maken. Haar oma, aan de telefoon vanuit Iran, houdt haar voor dat ze geen kind meer is, dat ze voor haar moeder moet zorgen. Op haar vierde.


Lees ook: Noshad Sharifi over nieuwkomers

Geworstel zonder grote woorden

Maral Noshad Sharifi, journalist en documentairemaker, schrijft geserreerd. Ze biedt inkijkjes in de levensloop en het geworstel van de personages, zonder grote woorden te gebruiken of onderweg in het verhaal iets ervan nadrukkelijk te duiden, eerder als in een reportage. Wat ze vertelt, heeft daardoor des te meer impact op de lezer, het komt hard aan.

Citroeninkt is een goedgekozen, dubbelzinnige titel. Zuur is het verhaal niet, of ook wel, want het is natuurlijk wrang om met trauma te moeten leven. Maar het gaat toch vooral over de drang en kracht er iets van te maken, ook samen, zelfs als er tussen moeder en kind aanvankelijk afstand ontstaat, door de situatie afgedwongen. Op de basisschool raadt een begripvolle meester Talar aan haar verwarring op te schrijven met ‘citroeninkt’: met citroensap en een wattenstaafje. Onzichtbaar, behalve als je het papier voor een lamp houdt. Maar er bestaat meer citroeninkt. In Iran wordt gedroogde en vermalen citroen, een lekkernij, zo genoemd. Talars vader is er verzot op; een zoete herinnering dus, die ook zuur is. Nog extra omdat hij het op partjes citroen placht te strooien.

In een voorwoord licht Noshad Sharifi toe waar de roman over gaat: ‘Wie zijn land verlaat, verliest een deel van zichzelf.’ Dat geldt voor haar ouders, ze was zelf nog te jong, maar ze ‘had er wel een oplossing voor: ik moest anderhalf mens worden. Wat was afgestorven bij mijn ouders, zou ik weer tot leven wekken.’ Op dit voorwoord volgt een proloog waarin de jongvolwassen Talar zich naar huis spoedt vanuit een ver buitenland, omdat haar moeder ziek is. ‘Wat als het nu te laat is?’: er zijn nog dingen uit te praten. Zowel dat voorwoord als die proloog zijn overbodig: het verhaal spreekt voor zich. En hoe. Uiteindelijk begrijp je hoezeer Talar ernaar snakte met de Barbie te spelen, maar ook waarom die van de moeder in de doos moest blijven.