De zeevaarder die wél van varen hield

Nomen est omen Karel de Grote en Ivan de Verschrikkelijke kent iedereen wel, maar er zijn nog veel meer heersers met opvallende bijnamen. Bart Funnekotter stelt ze aan u voor. Deze week: de prins die liever de zee niet op ging, ontdekte het meest.

Hendrik de Zeevaarder 1394 - 1460 (links) en 1820 - 1879 (rechts)
Hendrik de Zeevaarder 1394 – 1460 (links) en 1820 – 1879 (rechts)

Foto’s: Museu Nacional de Arte Antiga, Lissabon / Geschiedkundige Vereniging Oranje-Nassau

Sommige bijnamen liggen zo voor de hand dat het niet gek is dat je ze vaak tegenkomt. ‘De Grote’ was – niet erg verbazingwekkend – het populairst onder hertogen, koningen en keizers. Maar ook de Goede, de Schone en de Rechtvaardige bungelen in de stamboom van menig vorstenhuis.

De bijnaam ‘de Zeevaarder’ is een stuk exclusiever. Sterker nog, over de grens zal iedereen daarbij denken aan prins Hendrik van Portugal (1394-1460), die als Henrique o Navegador bekend staat. Nederland had echter zijn eigen prins der woelige baren, die stomtoevallig ook nog eens Hendrik heette.

Deze Zeevaarder (1820-1879) was de derde zoon van koning Willem II. Hij ging in tegenstelling tot zijn Portugese bijnaamgenoot regelmatig zélf het zilte nat op. Zijn impact op de geschiedenis was desalniettemin een stuk geringer. De Portugese Hendrik stond namelijk aan het begin van het tijdperk der ontdekkingen.

Vanuit het kustplaatsje Lagos stuurde hij zijn schepen naar het zuiden, naar Afrika, op zoek naar goud. Portugese schippers ontdekten een fenomeen dat ze de Volta do mar, de draai van de zee, noemden. Die bestond eruit dat de wind voor de Afrikaanse kust rond de evenaar veelal van oost naar west blies. Wie zich op deze bries liet meevoeren, werd op de Atlantische Oceaan opgepikt door een westenwind die een schip handig richting het Iberisch schiereiland stuwde.

Deze route volgend ontdekten de Portugezen eerst Madeira en de Azoren. Daarna bereikten ze de kust van Senegal, waar een stroom van slaven en goud op gang kwam die Portugal rijk zou maken.

Verzinsel

De drijvende kracht achter deze expedities piekerde er niet over om zelf zo’n gevaarlijke ontdekkingsreis te ondernemen. Toch kreeg hij de bijnaam de Zeevaarder, maar wel pas in de 19de eeuw – van niet-Portugese historici. Zoals wel vaker voorkomt, is ook Hendriks bijnaam een later verzinsel. Niemand noemde hem in zijn tijd zo.

En dus moeten we concluderen dat de échte, originele Zeevaarder onze eigen Hendrik van Oranje-Nassau is. Deze prins was al op jonge leeftijd fan van Michiel de Ruyter en werd door zijn vader op 10-jarige leeftijd aangesteld als adelborst bij de marine.

Met alleen deze aanstelling nam de knaap geen genoegen. De jonge pikbroek leerde in de buurt van Soestdijk zelf een bootje besturen en tussen zijn twaalfde en achttiende maakte hij reizen naar de Middellandse Zee, West-Indië en Brazilië.

Zijn nautische inspanningen werden beloond met een snelle klim op de carrièreladder. In 1836, hij was toen pas zestien jaar oud, werd Hendrik bevorderd tot luitenant-ter-zee der 2e klasse. In 1843 koos hij als kapitein-ter-zee voor het eerst het ruime sop met een eigen eskader.

Later richtte de prins de Billiton Maatschappij op, waarmee hij miljoenen verdiende met de handel van tin uit Nederlands-Indië. Toen Hendrik in 1879 ernstig ziek werd, sleepte hij op zijn sterfbed nog een promotie in de wacht. De Zeevaarder overleed als admiraal.