De wilde strijd om een chimpansee in ‘Chimp Crazy’

Het beste voor Tonka. Dat zou de Nederlandse titel kunnen zijn voor de vierdelige HBO-documentaire Chimp Crazy. De Amerikaanse apenliefhebber Tonia Haddix en de dierenrechtenclub PETA willen allebei dat de chimpansee Tonka het goed heeft. Maar Haddix vindt dat de grote mannetjesaap het beste af is bij de andere apen bij haar thuis. Terwijl PETA bij de rechter bedingt dat Tonka, een gepensioneerde Hollywoodster, naar de apenopvang moet, vrij op een eiland tussen soortgenoten.

Na een rechtszaak worden zes chimpansees van Haddix weggevoerd, maar uitgerekend Tonka ontbreekt. Het gevecht om de verdwenen aap is de rode draad van de documentaire.

Met Chimp Crazy borduurt regisseur Eric Goode voort op het grote succes van Tiger King, zijn aantrekkelijke reeks over Amerikaanse tijgerhouders. Veel van de ingrediënten zijn hetzelfde: excentrieke Amerikanen aan de rand van de samenleving tonen weinig liefde voor wet en regelgeving, en des te meer voor hun exotische dieren die ze in privédierentuinen houden.

De tijgers en chimpansees zijn schattig en lucratief als ze klein zijn. Je ziet ze op feestjes, in speelfilms en reclames. Maar als ze groter groeien, worden ze onhandelbaar en slijten ze de rest van hun leven achter tralies. Exotische dieren horen niet in gevangenschap – dat is slecht voor ze. En het is ook gevaarlijk. Getuige bijvoorbeeld het alarmerende 911-telefoontje in Chimp Crazy met: „Hij heeft haar gezicht eraf gescheurd!”

Beter dan Tiger King

De vorm van Chimp Crazy is strakker dan die van Tiger King: Goode concentreert zich voornamelijk op één aap en één eigenaar in duidelijk afgebakende episodes. De hoofdpersoon is sympathieker. Haddix is geen boef, je kunt veel begrip voor haar opbrengen. Tonka is haar kind dat nooit uit huis gaat, ze kan hem niet loslaten. Volgens haar echte zoon heeft ze iemand nodig om voor te zorgen, iemand die haar nodig heeft.

Chimp Crazy is ook wat interessanter dan Tiger King omdat je veel beter kunt meeleven met chimpansees dan met tijgers. Ze lijken erg op mensen, daarom houden monkey moms als Haddix ze ook graag in hun huis. Des te aangrijpender dat de intelligente dieren eenzaam en verveeld wegkwijnen in kooien.

Het verhaal van Haddix en Tonka wordt zo nu en dan onderbroken door kortere verhalen die spectaculair slecht afgelopen. De apenoppas die haar gezicht als een oorlogsinvalide achter een sluier moet verbergen, zal ik niet licht vergeten. Omdat die bijverhalen ook gaan over monkey moms met opgroeiende chimpansees dienen ze om de ernst van het hoofdverhaal te onderstrepen: het is écht heel belangrijk dat Tonka uit huis wordt geplaatst.

Het klassenverschil tussen de dierenactivisten en de diereneigenaren wordt maximaal uitgebuit. De slanke PETA-mensen dragen kantoorkleding in gedempte kleuren en zitten in smaakvolle, stadse interieurs. Alles wat ze zeggen is weloverwogen, rationeel en afstandelijk.

De zonnebankbruine Haddix heeft juist geen enkel filter tussen wat ze voelt en wat ze zegt. Ze draagt hoogblonde pruiken, gebruikt veel make-up en plastische chirurgie, draag felgekleurd kleding, praat plat. Ze is hartelijk en gastvrij en „ze handelt vanuit haar gevoel”, zoals haar enigszins verwaarloosde zoon zegt („Apen gingen altijd voor”). Met haar vreemde mengeling van emotionele openhartigheid en leugenachtigheid is zij de ideale hoofdpersoon voor een wilde freakshow als deze.

Een andere reden waarom je makkelijk mee kunt leven met Haddix: ze wordt vreselijk belazerd door de filmmaker. Sinds Tiger King wil geen enkele handelaar in exotische dieren nog werken met regisseur Eric Goode. Dus zette hij voor de nieuwe film een nepregisseur in om toch bij haar in de buurt te komen. Deze nepregisseur is een circusklant, bekend met de handel in exotische dieren. Haddix laat hem volledig toe in haar leven, niet wetend dat ze een adder aan de borst koestert.

Eerst kun je nog denken: ja maar dat is voor het hogere maatschappelijke doel van dierenwelzijn. Maar ook dat is op het laatst niet meer vol te houden. Niet Tonia Haddix maar de documentairemaker zelf blijkt de grootste schurk.

Over de handel in exotische dieren en de bestrijding daarvan komen we wederom weinig te weten. Dit is ook geen journalistieke documentaire. Dit is amusement dat een extra lading krijgt door het dubieuze handelen van de maker. En door de tragiek van een moeder van wie het kind wordt afgenomen, hoe terecht dat ook is.