De Wereldbank als mondiale klimaatbank? Van de G20-top mag de bank nu rond met de pet

Ontwikkeling en klimaat De G20-landen beloofden de Wereldbank financieel te versterken. De behoefte aan klimaatfinanciering voor arme landen is groot, de rek is er bij de ontwikkelingsbank immers nu wel uit.

Voorzitter van de Wereldbank Ajay Banga (links) poseert met de politieke leiders van Brazilië, India, Zuid-Afrika en de VS op de G20-top in New Delhi.
Voorzitter van de Wereldbank Ajay Banga (links) poseert met de politieke leiders van Brazilië, India, Zuid-Afrika en de VS op de G20-top in New Delhi. Foto Evan Vucci/Reuters

Tot veler verrassing lag er afgelopen weekend in New Delhi opeens een tekst van 37 pagina’s waarin álle G20-leden zich konden vinden – van de EU tot Rusland en van China tot de VS. Bij de G20-top trok het diplomatieke succes van het Indiase voorzitterschap veel aandacht: de unaniem aangenomen slotverklaring kwam er ondanks de zware meningsverschillen tussen het Westen en Rusland over de Russische invasie van Oekraïne.

De consensus had een politieke prijs: de slotverklaring was milder over Rusland dan de G20-verklaring van een jaar geleden. Daar tegenover staat dat alle G20-leden, die samen goed zijn voor ruim 80 procent van het wereldwijde bbp, iets van een gemeenschappelijke basis formuleerden. Dit in een tijd waarin wereldwijde problemen zich opstapelen. Denk aan de toegenomen armoede na de pandemie, de gestegen voedselprijzen en het toenemende natuurgeweld.

Lees ook: Consensus bij G20 heeft een prijs: Russische inval in Oekraïne niet veroordeeld

Iemand die zich erg verheugd toonde over de consensus was Ajay Banga, sinds juni voorzitter van de Wereldbank. Want te midden van al die crises wil Banga, een in India geboren Amerikaan, de ontwikkelingsbank meer krediet laten verlenen. Met precies die opdracht schoof het Witte Huis eerder dit jaar Banga naar voren voor de topfunctie.

De wereld moet bereid zijn na te denken over een „grotere” Wereldbank, vindt Ajay Banga

De G20-leiders beloven in hun verklaring „collectief meer financiële ruimte te mobiliseren” om de Wereldbank in staat te stellen om arme en opkomende landen te helpen. Het „geeft mij wind in de zeilen” om de Wereldbank „beter te laten werken”, zei Banga na afloop van de G20-top.

Klimaatfinanciering

Hoewel geopolitieke spanningen het werk van de G20 voortdurend overschaduwen – de Chinese president Xi Jinping liet in New Delhi zonder uitleg verstek gaan – is de groep in de eerste plaats bedoeld als financieel-economisch overlegorgaan. De G20 werd opgericht na de Aziatische financiële crisis van eind jaren negentig en kreeg vleugels na de wereldwijde financiële crisis van 2008.

De laatste tijd hebben mondiale crises, zoals de pandemie maar vooral het klimaatprobleem, hun intrede gedaan op de agenda van zowel G20 als Wereldbank.

Door te beloven de Wereldbank financieel te versterken zegt de G20 in feite: deze club moet de leiding nemen in de financiering van klimaatbeleid in arme landen. Er is heel veel geld nodig voor zowel de aanleg van duurzame energie-infrastructuur als voor de aanpassing aan de opwarming in ontwikkelingslanden. In de G20-verklaring staat dat er tegen 2030 4.000 miljard dollar per jaar (ongeveer het bbp van Duitsland) nodig is om duurzame energieprojecten in arme landen te financieren. Dit om de klimaatdoelen van Parijs te halen.

De particuliere sector zal in de eerste plaats voor deze bedragen moeten opdraaien, zo vinden regeringen. Alleen: veel klimaatprojecten zijn duur en riskant. Denk aan de bouw van zonneparken of de aanleg van elektriciteitsnetten in politiek instabiele landen. Om particuliere partijen aan boord te krijgen, zou de Wereldbank meer moeten doen, vinden onder meer de VS, de EU en India.

De Wereldbank leent nu ruim 100 miljard dollar per jaar uit aan ontwikkelingslanden en in opkomende landen. Dat geld gaat vooral naar projecten gericht op armoedebestrijding en economische ontwikkeling – de traditionele domeinen van de bank.

Arme en opkomende landen willen niet dat klimaatfinanciering ten koste gaat van projecten voor, bijvoorbeeld, onderwijs. Tegelijk groeit het besef dat hitte, droogte en natuurrampen het bereiken van ontwikkelingsdoelen alleen maar moeilijker maken. Banga maakte dit in een interview met de Indiase tv concreet: als er te weinig regen valt, valt het inkomen van boeren weg en halen ze hun kinderen, die als eerste naar school gaan, weer naar huis om te werken voor de familie. Dan worden decennia aan vooruitgang in onderwijs „in een paar jaar teruggedraaid”, zei Banga.

De G20 zegt in feite dat de Wereldbank de leiding moet nemen bij financieren van klimaatbeleid

Verhogen van leencapaciteit

De G20-verklaring suggereert dat regeringen de Wereldbank extra kapitaal gaan verschaffen, om de uitleencapaciteit te vergroten. Tot dusver lijken alleen de Verenigde Staten daartoe (een beetje) bereid. Het Witte Huis vroeg in augustus 3,3 miljard dollar extra financiering voor de ontwikkelingsbank aan het Congres. Dit zou de leencapaciteit van de Wereldbank moeten vergroten met ruim 25 miljard dollar, gemeten over een periode van tien jaar.

Overigens beoogt president Biden hiermee meer dan alleen extra geld voor het klimaat. De Wereldbank moet aantrekkelijk blijven als financieel loket voor arme landen, zeggen Bidens adviseurs. Anders neemt China, de grote strategische rivaal van de VS, de rol van de Wereldbank eigenhandig over. China verleende de voorbije jaren veel krediet aan arme landen om strategische redenen, zoals het veilig stellen van de aanvoer van grondstoffen. Overigens moet het Amerikaanse Congres, waarin de Republikeinse oppositie deels de meerderheid heeft, Bidens extra miljarden voor de Wereldbank goedkeuren, wat onzeker is.


De economische wereldorde valt steeds meer uit elkaar in een westers en Russisch-Chinees blok. Hoe het IMF en de Wereldbank hieronder lijden

Op aandringen van meerdere regeringen is Banga eerst op zoek gegaan naar mogelijkheden om op basis van het huidige kapitaal meer uit te lenen. En dan zónder de solide kredietstatus (AAA) van de Wereldbank in gevaar te brengen. Want op basis van die AAA-status kan de bank tegen lage rentes lenen op de kapitaalmarkten.

Vlak voor Banga’s aantreden werd de kapitaalratio van de bank al ietsje verlaagd. Daarnaast heeft Banga een aantal financiële trucs voorgesteld, zoals het uitgeven van speciale obligaties die moeten werken als een „hefboom”. Lidstaten of internationale organisaties zouden deze kunnen kopen. Ook zouden rijke landen vrijwillig garant kunnen staan voor bepaalde Wereldbankleningen die arme landen mogelijk niet terug kunnen betalen. Het risico op wanbetaling verschuift dan van de bank naar de rijke lidstaten.

Banga maakte met dat laatste voorstel tegelijk duidelijk dat rijke landen het heikele thema van kapitaalinjecties eigenlijk niet kunnen ontlopen: geven ze geen extra geld, dan moeten ze tenminste bereid zijn risico’s van de bank over te nemen.

In een verklaring na de G20-top zei Banga dat het „creatief denken” over uitleencapaciteit niet „het einde van de reis” kan zijn. Nadat de bank „beter” zijn werk doet, moet de wereld bereid zijn na te denken over een „grotere” Wereldbank. Oftewel, over een beter gekapitaliseerde bank die meer uitleent.

De Amerikaanse econoom Larry Summers, oud-minister van Financiën, en de Indiase econoom Nand Kishore Singh noemden in een recent rapport voor de G20 een algemene kapitaalinjectie voor de Wereldbank „onvermijdelijk”. Extra geld steken in de Wereldbank zou heel voordelig zijn voor de lidstaten. Elke extra dollar die je aan kapitaal verschaft, levert zeker 15 dollar aan duurzame investeringen op, zo rekenden de twee uit.

Het rondgaan met de pet ligt lastig in een tijd waarin de rentekosten ook voor overheden flink zijn gestegen en waarin andere begrotingsposten, zoals defensie, om extra uitgaven vragen. Maar Banga heeft sinds afgelopen weekend wel iets om mee te zwaaien: de hele G20 heeft nu écht gezegd dat de Wereldbank financieel moet worden versterkt.