Aan de tanuki, de Japanse wasbeerhond, schrijven ze in Japan magische krachten toe. Hij zou van gedaante kunnen wisselen, geluk brengen en daarnaast geweldige humor hebben en van een feestje houden. Kortom: een gezellig dier dat je er graag bij hebt.
Hoe anders wordt er in Nederland naar de Euraziatische wasbeerhond gekeken, een exoot die zich in Nederland heeft gevestigd. Die wordt niet gezien als de brenger van geluk, maar van (ecologisch) ongeluk en mogelijke verspreider van ziektes. De Japanse en de Euraziatische wasbeerhond zijn dan ook twee verschillende dieren. „Ze hebben zelfs een ander chromosoomaantal”, zegt ecoloog en roofdierexpert Jaap Mulder.
De wasbeerhond is een hond (geen beer dus). Hij heeft het formaat van een vos, maar zonder het jachtinstinct en de snelle wendbaarheid. De wasbeerhond is traag, een beetje als een das. Hij is hier terechtgekomen vanwege zijn volle vacht in gemêleerd zwart-bruin-grijs, die zeer geschikt is voor jassen en kragen.
Al in 1981 werd het dier voor het eerst in Nederland gesignaleerd, nadat hij was overgekomen uit Oost-Europa waar hij werd gefokt voor zijn bont. Pas sinds de eeuwwisseling is hij echt blijven hangen. In het noordoosten komt hij voor in alle grote natuur- en waterrijke gebieden. Vorig jaar werd voor het eerst een exemplaar in een park in Amsterdam gevonden – dood –.
„De wasbeerhond is nu echt gearriveerd”, kopte Nature Today vorige maand. „Over tien tot twintig jaar in het hele land”, voegde het AD eraan toe. Daarop volgden andersoortige artikelen. „Jacht op de wasbeerhond geopend: ‘Hoort niet in Nederland’”, aldus een jager bij RTL.nl. Hoe moeten we omgaan met de wasbeerhond?
/s3/static.nrc.nl/images/gn4/stripped/data132092617-c2ca42.jpg|https://images.nrc.nl/yDJ3486lMFmmuYOCrupC7bmsSmQ=/1920x/filters:no_upscale()/s3/static.nrc.nl/images/gn4/stripped/data132092617-c2ca42.jpg|https://images.nrc.nl/9hUAjfjXSo5W27xYDSY5AKpfVHk=/5760x/filters:no_upscale()/s3/static.nrc.nl/images/gn4/stripped/data132092617-c2ca42.jpg)
Ecosysteem
Jaap Mulder doet al decennia onderzoek naar in Nederland levende roofdieren. Sinds een jaar of twintig valt daar de wasbeerhond onder. „Het is eigenlijk niet écht een jager, daar is hij te langzaam voor. Hij scharrelt meer en loopt dan soms een prooi tegen het lijf.”
Muizen, padden, kikkers en dode dieren staan op het menu. Soms stuit hij, en dat is waarom zijn komst niet louter enthousiasme oproept, op een nest van bedreigde weidevogels. „Daarom vinden mensen dat hij bejaagd moet worden”, zegt Mulder. „Jagers noemen dat trouwens ‘beheren’, of ‘bestrijden’. Zij hebben het ook over de marterhond, in plaats van de wasbeerhond, dat is Duits. Jagers houden misschien van Duits, maar met een marter heeft het dier niets te maken.”
Het is een exoot, die hoort hier niet
Jager Bjorn van der Veen vindt inderdaad dat „de marterhond” bestreden moet worden, in het belang van het ecosysteem. „Het is een exoot, die hoort hier niet. Daar zijn op internationaal niveau regels en afspraken over gemaakt. Daarbinnen heeft Nederland een Europese verplichting om invasieve exoten te bestrijden.”
Van der Veen is jager, „uit passie, niet als beroep en het is anders dan mensen denken 80 procent van de tijd veldwerk zonder geweer”. Daarnaast runt hij een „adviesbureau op het gebied van biodiversiteit en faunadossiers”. Hij beheert in de buurt van Borger, de hunebedhoofdstad, een landgoed waar ruimte is gemaakt voor landbouw, recreatie in de vorm van een camping én natuurbeheer. Zo is langs de rand van de landbouwgrond een strook aangelegd voor bloemen en onkruid. „De hazenapotheek”, zegt Van der Veen.
Daar, wijst hij, gaan ze struiken planten die bessen en andere vruchten dragen. „Om het ecosysteem sluitend te krijgen en te zorgen dat er voldoende en gevarieerd voedsel is voor de dieren die hier leven.”
De dieren die hier leven, zitten daarbij elkaar en de mens met regelmaat in de weg. Zo is Van der Veen niet bijster blij met de vos en zelfs niet met de beschermde das. Uiteraard behoren ze tot de biodiversiteit, „maar als de balans zoek is, is beheer noodzakelijk”. De wolf is een extremer voorbeeld. Hij wijst naar een boerderij in de verte. „Daar zijn een maand geleden door een wolf in drie nachten zestig schapen doodgebeten.”
/s3/static.nrc.nl/images/gn4/stripped/data131987571-739464.jpg|https://images.nrc.nl/JGlcsxoxar87d5WolmA4BZqXHv4=/1920x/filters:no_upscale()/s3/static.nrc.nl/images/gn4/stripped/data131987571-739464.jpg|https://images.nrc.nl/25DhUxmraF0u5NzMTI3c1IWUzeM=/5760x/filters:no_upscale()/s3/static.nrc.nl/images/gn4/stripped/data131987571-739464.jpg)
Foto Sake Elzinga
/s3/static.nrc.nl/images/gn4/stripped/data131987574-29ccf7.jpg|https://images.nrc.nl/clmv6h016_GDMEQwGGEe9sl_9oQ=/1920x/filters:no_upscale()/s3/static.nrc.nl/images/gn4/stripped/data131987574-29ccf7.jpg|https://images.nrc.nl/R5xv1VbN1_qVzu4a__RbiYDK3Ws=/5760x/filters:no_upscale()/s3/static.nrc.nl/images/gn4/stripped/data131987574-29ccf7.jpg)
Foto Sake Elzinga
Opportunist
De wasbeerhond zit de boeren niet op dezelfde manier in de weg, hoewel hij foeragerend ook wel eens wat van het land wil pikken. „Je kan het een opportunist noemen, je kan het ook uitleggen als parasitair”, zegt Van der Veen. In het ecosysteem op het landgoed ziet hij geen ruimte voor de wasbeerhond. Waarbij ook hij specifiek wijst op het beschermen van de weidevogels. „Om de natuur te beschermen moeten we aan faunabeheer doen, dat is onlosmakelijk verbonden aan het behouden van biodiversiteit.”
De weidevogel gaan we niet redden ten koste van de wasbeerhond, daar moeten we heel veel meer voor doen
Maar die klakkeloze bestrijding van deze exoot is wat Mulder betreft overdreven, kortzichtig en zinloos. „Bij de strategie om een diersoort helemaal te laten verdwijnen uit een land moet je je twee dingen afvragen. Eén: kan het? En twee: is het nodig? Op beide vragen is op dit moment het antwoord: nee.” Het is typisch taal van ambtenaren en jagers, zegt hij. „Die leven volgens het motto: exoot moet dood. Hoewel met een ander motief.”
In het moerassige gebied rondom Westbroek (Utrecht), waar de eerste wasbeerhond ook al is gespot, leven veel weidevogels, wijst Mulder. Dat die beschermd worden snapt hij wel, maar „het is in feite stervensbegeleiding”. Natuurbeheer, zegt hij, is het vertragen van de achteruitgang. En de weidevogel is volgens hem het redden voorbij – behalve misschien in natuurreservaten.
„De weidevogel wordt bedreigd door de landbouw, niet door roofdieren. Het weiland van vroeger, met bloemen en insecten, is ‘grasfalt’ geworden, daar kan geen kuiken meer opgroeien. Dát is wat de weidevogel bedreigt.”
Toch mag in het kader van de bescherming van weidevogels op dit moment onder meer de vos actief worden bestreden, ook daar waar helemaal geen weidevogels leven. „Omdat hij zogezegd schade aan de natuur toebrengt, zeggen ze. Hoe kan dat? Hij is zelf onderdeel van de natuur.”
/s3/static.nrc.nl/images/gn4/stripped/data131987532-2e50ca.jpg|https://images.nrc.nl/QfztncaFS4r233e6XJ_X9T9c_mY=/1920x/filters:no_upscale()/s3/static.nrc.nl/images/gn4/stripped/data131987532-2e50ca.jpg|https://images.nrc.nl/7virr4gwiWB1jv9lyuUyU0SKfxE=/5760x/filters:no_upscale()/s3/static.nrc.nl/images/gn4/stripped/data131987532-2e50ca.jpg)
Foto Sake Elzinga
Europese verplichting
Een effectieve opdracht om de wasbeerhond te bestrijden krijgt Van der Veen slechts in zeer beperkte vorm. „Dééd de provincie dat maar meer, ik doe het allemaal zelf binnen de nauwe wettelijke kaders. Het is een Europese verplichting die ik als jager vrijwillig uitvoer.” Uitgaven daarvoor, zoals voor de betonnen val in de vorm van een tunnel waar een wasbeerhond zichzelf vangt door op een wipwap te gaan staan, betaalt hij zelf. „De kosten gaan al snel richting de 1.000 euro voor zo’n val. Een tegemoetkoming vanuit de overheid zou netjes zijn.”
Hij hoopt dat de rol van de jager in het buitengebied „weer meer omarmd” gaat worden, en dat er niet alleen naar de „tekentafelridders” geluisterd wordt om plannen te maken voor natuurbehoud. „Nederland is uit balans. We willen recreatie, snelwegen, een agrarische sector, we willen alles, maar dat is ook in conflict met elkaar. Voor mensen kunnen we daar wetten en regels voor opstellen, dieren kunnen we niet uitleggen waar en wat ze wel of niet mogen eten.”
Een andere zorg rond de wasbeerhond is de mogelijke verspreiding van parasieten en virussen. Bijvoorbeeld de vossenlintworm. Die komt, zoals de naam doet vermoeden, vooral bij vossen voor en is zonder behandeling dodelijk voor mensen. De kans op besmetting is echter heel laag. Ook rabiës kan verspreid worden door de wasbeerhond, hoewel de Voedsel- en Warenautoriteit de kans daartoe in Europa „klein” acht, het virus is immers in heel West-Europa uitgeroeid.
Toch beschrijft de autoriteit in de factsheet Wasbeerhond „de overdracht van ziekten” als „het meest schadelijke effect van deze invasieve exoot in Europa”. En de reden dat hij op de lijst staat van soorten die bestreden moeten worden. Dat de wasbeerhond in verband gebracht wordt met de markt in de Chinese stad Wuhan en het ontstaan van de coronapandemie, helpt zijn ziekteverspreidende imago niet.
Mulder haalt zijn schouders op. Zolang de wasbeerhond niet op het menu staat en artsen in risicogebieden voor de vossenlintworm opletten, is er wat betreft die ziekteverspreiding echt niet zoveel aan de hand. „De enige reden om de wasbeerhond te willen bestrijden is vanwege de vreemde kunstmatige situatie waarin we de weidevogel willen behouden. Maar die gaan we niet redden ten koste van de wasbeerhond, daar moeten we heel veel meer voor doen.”
Volgens Mulder biedt de Europese verplichting om de wasbeerhond te bestrijden alle ruimte om dat alleen te doen waar het haalbaar en zinvol is, bijvoorbeeld rond weidevogels. „Want hij heeft hier allang zijn eigen niche gevonden, we krijgen hem niet meer weg.”
