Er moet meer geld naar defensie. Secretaris-generaal van de NAVO Mark Rutte zei deze week te begrijpen dat daardoor in veel landen „minder kan worden uitgegeven aan sociale zekerheid, zorg en pensioenen.“ Maar is dit wel de enige optie? Kunnen we niet gewoon de belastingen verhogen?
In deze aflevering ontdekken Maarten en Marike dat de Nederlandse overheidsinkomsten relatief bescheiden zijn, maar dat de „belastingmix“ wel een beetje uit verhouding is. Is het verhogen van belastingen slechter voor de economie dan het verlagen van de uitgaven? Hoe hoog zou je belastingen in theorie kunnen maken? En hoe zou je zo’n impopulaire maatregel in de praktijk kunnen doorvoeren?
Heeft u vragen, suggesties of ideeën over onze journalistiek? Mail dan naar onze ombudsman via [email protected].
De Raad van State heeft forse kritiek op het plan van het demissionaire kabinet-Schoof om het eigen risico per 2027 te verlagen van 385 euro naar 165 euro per jaar. De raad adviseert het demissionair kabinet om de financiële gevolgen van het plan beter uit te leggen en adviseert om het voorstel niet in huidige vorm aan de Tweede Kamer voor te leggen. Dat staat in een maandag gepubliceerd advies over het plan van de onlangs opgestapte minister Fleur Agema (Volksgezondheid, Welzijn en Sport, PVV).
Met het plan wilde het kabinet voorkomen dat mensen met een kleine beurs noodzakelijke zorg uitstelden of opgaven. Maar door de verlaging van het eigen risico zullen mensen met een laag inkomen en arbeidsongeschikten met een uitkering er financieel op achteruitgaan en dus juist sneller afzien van zorg, schrijft het adviesorgaan.
Dat komt onder meer doordat het plan ten koste gaat van de Tegemoetkoming arbeidsongeschiktheid, juist bedoeld als jaarlijkse compensatie voor het eigen risico. Ook leidt de voorgenomen verlaging volgens berekeningen tot een verhoging van de zorgpremie met circa 200 euro per jaar per verzekerde. Dat heeft als gevolg dat mensen die hun eigen risico niet helemaal opmaken, erop achteruitgaan.
De Raad van State acht de kans klein dat de verlaging van het eigen risico leidt tot structurele verbetering van de betaalbaarheid van zorg. Vanaf 2030 wordt het eigen risico immers weer jaarlijks geïndexeerd, waardoor het „aannemelijk” is dat het verplichte eigen risico zal stijgen. Doordat de zorgkosten door het voorstel stijgen, zal de indexering bovendien hoger uitvallen dan wanneer het plan niet doorgaat.
Volgens de Raad van State is het eveneens plausibel dat mensen minder zullen nadenken over de noodzaak van een medische behandeling, waardoor zorgkosten én capaciteitsproblemen verder toenemen.
Door ‘dubbele vergrijzing’ – binnen de groep Nederlandse 65-plussers neemt het aandeel 80-plussers toe – en onder meer technologische ontwikkelingen stijgen de zorgkosten de komende decennia verder. De Raad van State verwacht dat de zorguitgaven stijgen van 12,7 procent van het bbp in 2015 naar ruim 20 procent in 2060. „In absolute zin komt dat neer op een verdrievoudiging van de zorguitgaven per hoofd van de bevolking”, aldus het adviesorgaan.
Een opvolgingsprocedure volgens het boekje. Zo zou je de benoeming afgelopen vrijdag van Olaf Sleijpen als opvolger van Klaas Knot bij De Nederlandsche Bank van een afstandje kunnen samenvatten. Sleijpen werkt al jaren bij DNB, is ook al sinds jaar en dag Knots rechterhand in het internationale monetaire circuit en hij kan intern en extern op grote steun rekenen. Knot, die na veertien jaar aan het eind van zijn wettelijke termijn is gekomen, kan zich geen betere opvolger wensen.
Toch is er van alles aan de hand met de nieuwe president van de centrale bank. Niet met de persoon Sleijpen, overigens. Wel met de procedure waarin hij boven kwam drijven én met de nasleep van de benoeming. Allereerst duurde de hele procedure veel langer dan gewenst. Knot stopt er per 1 juli mee, Sleijpen heeft dus nog twee weken om de formele taken over te nemen. In het geval van Sleijpen is dat geen probleem, maar elke andere nieuwe president van De Nederlandsche Bank was onherroepelijk in de problemen gekomen. Een onprofessionele situatie.
Een van de redenen van de vertraging in de benoeming zou het salaris zijn geweest. Knot verdient vijf ton per jaar, en zit daarmee ruim boven de grens van 246.000 euro die de Wet Normering Topinkomens hanteert. Naar verluidt wilde de PVV een nieuwe president daarop vastpinnen. Pas met de val van het kabinet kwam de weg vrij voor de coalitie om wederom af te wijken van de WNT. Sleijpens salaris is iets lager dan dat van Knot (450.000 euro) maar nog steeds ruim boven de norm.
De meest problematische kant aan de hele procedure is dat het huidige demissionaire kabinet de benoeming van Sleijpen aangrijpt om het over de zittingsduur van de centrale bankier te hebben. Sleijpen is weliswaar benoemd voor een termijn van zeven jaar, maar demissionair minister Eelco Heinen (Financiën, VVD) wil de komende tijd de Bankwet aanpassen zodat een termijn teruggebracht wordt naar vijf jaar. Niet uit onvrede over de huidige president, zegt Heinen, maar om „verkokering” te voorkomen en „een modern toezicht” te garanderen.
De rol van een onafhankelijke centrale bank is cruciaal in een economie. Dat geldt voor zowel de monetaire taak van de bank, in het geval van DNB bestaat die uit een zetel in het ECB-bestuur, als voor de toezichthoudende taak. De oplopende temperatuur tussen president Donald Trump en Federal Reserve-baas Jerome Powell laat zien hoe schadelijk politieke inmenging in de zelfstandige positie van de bank kan zijn.
De nu gewenste ingreep vanuit Den Haag staat helaas niet op zichzelf. Al in 2010 paste het toenmalig kabinet de zittingsduur van de DNB-president aan. Destijds werden twee termijnen van zeven jaar het maximum. Sindsdien is er geen evaluatie geweest van die aanpassing, noch zijn er tussentijds ongelukken gebeurd die een nieuwe ingreep rechtvaardigen.
Met zijn nieuwe voorstel zoekt Heinen de grenzen van het toelaatbare op. In de Europese voorschriften voor centrale banken staat de ambtstermijn van een president van een nationale centrale bank minimaal vijf jaar is. Duitsland hanteert een termijn van acht jaar, Frankrijk zes, beide met mogelijke verlenging.
Bovendien roept Heinen de verdenking over zich af de rol van de centrale bank dichter tegen de politiek aan te willen trekken. Vaker herbenoemen betekent immers meer politieke invloed. Dat is de verkeerde weg. Heinen moet met ijzersterke argumenten komen om deze ingreep te rechtvaardigen. Zijn die er niet, houd het dan bij het oude.
Er ploeteren wat meerkoetjes door het kroos in de gracht om de boerderij, het is begin juni. Geen kleine meerkoetjes meer, zeg ik, en realiseer me dan dat ik die dit jaar überhaupt niet gezien heb. Ook geen overstekende eenden met een sliert kuikens er achteraan, noch klein gespuis in sloten en vaarten.
Het is tamelijk stil in de weilanden en op de akkers. De boer wiens akker aan onze tuin grenst heeft daar een kanon opgesteld dat eens in de zoveel tijd een daverende knal geeft om de vogels te verschrikken. Ik hoor de hond van een paar huizen verderop elke keer verschrikt blaffen en zelf heb ik ook al eens thee gemorst van schrik. Dus kieviten zullen zich er wel niet wagen, evenmin als scholeksters of grutto’s. Die wagen zich trouwens nergens meer.
Nederland is ‘kampioen diversiteitsverlies’ las ik een tijdje geleden in de krant. De biodiversiteit is hier veel sterker afgenomen dan elders in de wereld, ook dan elders in Europa. „De belangrijkste oorzaken van achteruitgang zijn landgebruiksverandering, milieudruk en versnippering van ecosystemen,” staat in het Compendium voor de Leefomgeving. Dat wil ik best geloven. Allerlei goed bedoelende burgers laten een strookje of hun hele tuin ongemaaid in mei, voor de vogels, maar de eerste week van mei zag ik overal op de weilanden grote maaimachines die strook voor strook het hoge gras verhakselden met alles erbij wat daarin leefde. Uit een nog ongemaaide rand kwam een haas gesprongen – had ze daar haar leger? Kleine haasjes misschien?
‘Spring cannot be cancelled’, zei David Hockney in het eerste coronajaar en zette zich volijverig aan het weergeven van de ontbottende natuur rond zijn huis in Normandië. In haar animerende bespreking van zijn grote tentoonstelling in Parijs schreef Bianca Stigter dat dit wel eens kon tegenvallen, ze verwees naar Rachel Carsons beroemde boek Silent spring, over pesticiden gebruik, en schreef dat ‘ze’ het voorjaar wel degelijk kunnen cancelen.
Het zal echt wel aan mij liggen dat ik die kwekkende eendjes gemist heb. Zo hard gaat het nu ook weer niet met het biodiversiteitsverlies. Wel met het biovreugdeverlies trouwens; het is moeilijker om te genieten van wat er wel is, als je het voelt als een rest, als iets dat er ‘nog net’ is. Het zijn nu vooral de tuinen en de wegbermen waar wat tiert en rondscharrelt. Nu het alweer bijna zomer is zie je de schraalte niet zo, alles lijkt zo weelderig; koren dat al zachtgeel is en bloeiende aardappels en geurende vlieren met hun grote witte bloemschermen – elke dag als ik de tuin inloop snuif ik van welbehagen en op de fiets naar het dorp trap ik langzamer om te genieten van die aanzwellende volheid; onvoorstelbaar dat dat nog toe zal nemen.
Maar het tepiet-piet-piet van de scholeksters hoor je vrijwel niet meer, de enige die al maanden roept is de koekoek. Ik vind het raar dat alles waar een mens behagen in schept, teloorgaat zonder dat ook maar een politicus zich dáár druk over maakt. Welbehagen is erg uit de mode, van links mag het niet, rechts ziet niet hoe je daar economisch iets aan hebt. Maar wat moeten we beginnen zonder levensvreugde? Onlangs las ik de bundel van Pim te Bokkel, Even zweven de levende wezens. Het eerste gedicht heet ‘Een lam springt’ en het is alsof het lam even stilgezet wordt in een van de vele sprongen die zo’n beest maakt, en al zwevend volop en zelfvergeten in leven is, ‘een wolk in schaapskleren’. Wat een heerlijk beeld. Zoiets wil je zelf ook wel: soms in een sprong het leven vergeten, hoe het is daar beneden ‘verweesd in de wei’.