De voedselbosboer mag geen luie boer zijn

Ze hebben op Instagram en Facebook vrijwilligers gevraagd en er zijn twee vrienden gekomen: een betrokken vrijwilliger uit de buurt en een leraar van het atheneum waar twee van de Voedselbosboeren op hebben gezeten. Andere mensen wilden wel, vertellen ze, maar die moesten deze vrijdag werken.

Het is nog zomer, te vroeg in het jaar om bomen te planten. Maar tijdens hun bezoeken aan het terrein hebben de Voedselbosboeren gezien dat er bramen groeien. In een voedselbos – waarin natuur en landbouw moeten samengaan – is heus plek voor planten die zich spontaan vestigen. Die worden geen onkruid genoemd, maar „ruigtekruiden”. De braam is echter niet welkom, die is te invasief.

Voedselbosboer Katja Zweerus (27) vertelt het groepje vrijwilligers een horrorverhaal over een voedselbos waarvan de oprichters strikt vasthielden aan het uitgangspunt dat ze niet zouden ingrijpen in de natuurlijke ontwikkeling. Binnen drie jaar hadden bramen het perceel overwoekerd en kon het voedselbos als verloren worden beschouwd. „Dat laten wij niet gebeuren.” Een locatie van het voedselbos kon ze niet geven, waardoor NRC het verhaal niet kon verifiëren.

Simon Verboom (29) geeft een positieve draai aan het verwijderen van de bramen. Deze leveren de eerste oogst van het perceel. Gedroogd zijn de bladeren prima geschikt voor thee, zegt hij. Er is al vraag naar, merkte hij op de markt in Amsterdam waar hij werkt. Klanten informeerden of de thee te koop was, nadat dit idee in een eerdere aflevering van deze serie was genoemd.

Slim ontwerp

Het idee van het voedselbos is dat het een zichzelf in stand houdend en versterkend ecosysteem vormt dat jaar na jaar productiever wordt. En dat zonder al te veel menselijk ingrijpen. Waar de teelt van eenjarige gewassen zoals aardappelen en graan ieder jaar met een leeg veld begint, werkt het voedselbos met meerjarige planten, vooral bomen en struiken. Die worden een keer aangeplant en blijven dan decennia, soms eeuwen zelfs, staan. Dat scheelt veel werk. In een voedselbos wordt niet of veel minder gewied, gemaaid, bemest en gesnoeid dan in de reguliere landbouw.

Andere kenmerken van het voedselbos veroorzaken juist meer werk dan een gemiddelde boomgaard of akker. Er groeien veel verschillende soorten die ieder op hun eigen moment geoogst moeten worden. Mechanisering is lastig, door die diversiteit.

Wytze Walstra (23): „In de voedselboswereld wordt vaak verwezen naar het verhaal van de luie boer. Die maakt een slim ontwerp, plant alles aan en is vervolgens vooral aan het genieten. Dat is natuurlijk een heel aantrekkelijk verhaal. Maar we denken dat het wel enige nuancering nodig heeft. De rol van de mens in het systeem is heel belangrijk.”

We snakken er naar om met onze handen bezig te zijn. Dat is ook de reden waarom we dit project zijn begonnen.

Wytze Walstra

Tijdig de opmarcherende braambossen bestrijden is daar een goed voorbeeld van. Sacha Brons (23): „Je kunt het in het begin laten gaan, maar op een gegeven moment gaat het heel snel.”

Het is ook een mooie gelegenheid om op het land aan de slag te gaan. Wytze Walstra: „We snakken ernaar om met onze handen bezig te zijn. Dat is ook een reden waarom we dit project zijn begonnen.” Tot dusver bestond het werk voor het voedselbos echter voor „98 procent” uit zaken als plannen opstellen, overleggen met fondsen en overheden en aanvragen indienen voor vergunningen. „Je moet door allerlei hoepels heen springen als je zoiets wilt realiseren. We hebben veel begrip gekregen voor de positie van agrariërs.”

Toekomstig voedselbos van de Jongevoedselbosboeren, Katja, Wytze,Simon en Sacha krijgen hulp bij het verwijderen van bramen.
De bladeren worden dan geplukt gedroogd en later als thee verwerkt.

Foto’s: Walter Herfst

Juist voor de afwisseling is het fysieke werk zo fijn, zegt Wytze Walstra. „Omdat je denkt, ik heb vandaag vijftig bomen geplant en die staan er over dertig jaar nog steeds. Dat is gewoon vet.” Sacha Brons: „Straks hebben we dat met alle veertigduizend bomen die hier komen te staan.”

Niet dat de vier al die bomen zelf kunnen planten. Daarvoor staan de potentiële vrijwilligers bij wijze van spreken al in de rij. Simon Verboom: „Als je uitlegt wat dit project is, is de allerlaatste vraag vaak: ‘Mag ik komen helpen planten?’”

Ook later zullen de vier in hun voedselbos van in totaal 6,5 hectare niet alles zelf kunnen doen. Het fysieke werk zal ook verricht worden door ‘zelfoogsters’, medewerkers van grote afnemers en ingehuurde krachten. Wytze Walstra: „We hebben er nog geen harde afspraken over gemaakt, maar het zou vanuit mijn idealen niet logisch zijn als we iemand die we inhuren minder uitbetalen dan we onszelf uitkeren.” Sacha Brons: „Het idee van het voedselbos is dat je voedsel produceert zonder de omgeving te schaden, en dan wil je ook geen schade doen aan de mensen die meewerken. Daar hoort een eerlijke betaling bij.”

Sjorren aan stekelige stengels

De bramen worden met de hand uit de grond getrokken, en het is af en toe flink sjorren aan de stekelige stengels. Na een uurtje vindt Katja Zweerus de klus goed vorderen. „Je ziet dat we toch wel meters kunnen maken.” Er is nog wel veel te doen, weet ze. „Als het er allemaal vandaag uit had gemoeten, hadden we het wel grootser aangepakt.”

Aan het eind van de middag zijn er zeven grote bundels bramenstengels verzameld. Nu nog de blaadjes ervan afknippen om ze later te drogen. Een picknicktafel doet dienst als werkbank. Jullie krijgen allemaal een zakje thee als beloning voor jullie werk, belooft Simon Verboom.

Aan het eind van de dag zijn er zeven bundels braambossen verwijderd uit het toekomstige voedselbos.
Foto: Walter Herfst