De Visserijfeesten in het Zeeuwse Breskens zijn een traditie, van garnalen pellen tot volkszangers. Maar hoe verder nu de laatste visser stopt?

Aan jonge mensen geen gebrek op de zaterdagavond in de vismijn in Breskens, in het westen van Zeeuws-Vlaanderen. Daar maakt het dj-trio Buren van de Brandweer van elk nummer een hardstyle variant. De bonkende beat veroorzaakt een golf aan handen die krachtig de lucht in prikken. Aan de bar kun je alleen contant betalen en de tap is nonstop geopend. De vismijn wordt elk jaar omgetoverd tot feestlocatie tijdens de Visserijfeesten. Alleen de waarschuwingen ‘betreden op eigen risico’ aan de wand verraden dat de plek ooit een andere functie had.

Tot vier jaar geleden werd de loods gebruikt door handelaren voor het veilen van vers aangevoerde vis, nu sluit voor de vismijn ook het doek als feestlocatie. Er is geen visserij meer is, dus moet de ooit bloeiende haven van Breskens op de schop, met de sloop van de vismijn tot gevolg.

De Visserijfeesten in Breskens worden dit weekend voor de zeventigste keer gevierd met een foodtruckfestival, kermis en braderie, maar ook met de typische havenactiviteiten als zwemwedstrijden en garnalen pellen. Ook de vele optredens van volkszangers en dj’s in de vismijn kunnen niet ontbreken. Breskens was ooit een florerend vissersdorp, maar er wordt al jaren amper gevist. Nu richt het dorp zich op de toerist en krijgt de hele haven een update. Er worden appartementen gebouwd en in het voorjaar opent viscentrum De Zaete zijn deuren met een vernieuwd visserijmuseum, een viswinkel, een horecagelegenheid en een vestiging van de Koninklijke Nederlandse Redding Maatschappij.


Zoom in

Nagebouwde miniatuur vissersschepen.

Foto’s Walter Herfst

Visserijmuseum

Jaap Albregtse, oud-visser op de Breskens 43, kan allerlei redenen verzinnen waarom er geen visserij is, vertelt hij in het visserijmuseum dat binnenkort een opknapbeurt krijgt. Volgens Albregtse waren er in de jaren tachtig goede subsidies, waardoor het makkelijk was om een eigen kotter te kopen: „Iedereen ging aan de loop en toen had elke jongen een eigen kotter. Dat heeft geleid tot overbevissing.” Naast overbevissing noemt hij het gebrek aan regelgeving rond het opvoeren van de scheepsmotoren, de invloed van natuur- en milieuorganisaties, de oliecrises en het gebrek aan opvolging binnen de familiebedrijven. „Voor visserij heb je twee dingen nodig: veel vis en een goede prijs. Dat heb je nu allebei niet”, zegt Albregtse.

In het visserijmuseum van Breskens is hij vaak te vinden. Het museum wordt bijna volledig gerund door vrijwilligers – oud-vissers – die er elke dag komen voor een kop koffie en om netten te breien, zoals de vissers het zelf noemen. Die worden als tas verkocht in het museum. Eén tas heeft duizend steken. „Zo blijf je wel bezig, eej”, zegt Jan Albregtse, die met zijn broer op de Breskens 43 voer.

In de jaren tachtig had elke jongen een eigen kotter. Dat heeft geleid tot overbevissing

Jaap Albregtse
oud-visser op de Breskens 43

De Visserijfeesten zijn belangrijk voor het dorp, net als de visserij. Op de kade aan de vismijn pelt familie Vermeulen garnalen die ze gratis uitdelen. Nellie Faes-Vermeulen kan twee kilo ongepelde garnalen in een uur pellen. Zelf vindt ze dat niet snel: „Vroeger kon ik veel meer. Nu gaat dat niet meer. Ik doe de toastjes”, zegt ze terwijl ze lepels garnalen op toast schept.

Broer Henk Vermeulen is oud-visser en was vijftig jaar betrokken bij de organisatie van de Visserijfeesten. Vissen op zee is „hard werken” en „hard leven”, vertelt hij. Toch deed Henk niets liever. „Ik houd van de vrijheid op het water. Elke dag is anders en geen enkele vangst is hetzelfde.”

Zwemwedstrijden horen ook bij de Visserijfeesten in Breskens.

Foto Walter Herfst

Rommelmarkt

Het dorp wil de feesten voortzetten, ook nu de visserij volledig is weggevallen. Daar hoort de rommelmarkt op zaterdagochtend bij, vindt familie Faas (geen familie van mevrouw Faes) die al vroeg op de rommelmarkt haar kraam heeft uitgestald. Over hun oude spullen is een plastic zeil gespannen: de Bressiaander is goed voorbereid op de hoosbuien die zo nu en dan vallen.

„De Visserijfeesten zijn een stukje nostalgie, een stukje cultuur. Het feest is toch iets van het dorp, dat moet wel blijven”, zegt mevrouw Faas. Wanneer familieleden het verhaal onderbreken om de buren te begroeten, vliegen de heujs je om de horen. Meneer Faas ziet hoe de feesten jong en oud samenbrengen, ook op de rommelmarkt die al in de vroege uurtjes wordt opgebouwd. „De jonge gasten komen van het café thuis en lopen nog een rondje over de rommelmarkt. Dan zie je allerlei bijzondere dingen: mensen op ski’s of een lange gast op een kinderfietsje. Mensen kijken, dat zou een beroep moeten zijn.”

De rommelmarkt is een belangrijkonderdeel van de Visserijfeesten.

Foto Walter Herfst

Als de zon doorbreekt, loopt de braderie vol met toeristen die slenterend zoeken naar de beste koopjes. Niet vreemd voo wie weet dat toerisme de grootste economische pijler is in de streek. Of er ook grenzen aan zitten? André Brakman, secretaris van het Visserijfeesten-comité, vindt het lastig om in te schatten. „Puur persoonlijk: je moet de mogelijkheden benutten die er zijn, daar leeft de streek van.”

Brakman denkt wel dat steeds meer kennis over de visserij verloren zal gaan naarmate de laatste vissers ouder worden. Toch gaat volgens hem dat dorpsgevoel niet zomaar verloren: „De Bressiaander staat bekend als iemand met een grote mond, maar dan weet je wel waar je aan toe bent. Dat is kenmerkend voor een vissersdorp.”

Het blijft gissen hoe de feesten zich zullen ontwikkelen. Er leven genoeg onzekerheden en zorgen, maar niet op de zaterdagavond in de vismijn. De hossende mensen zijn niet bezig met „wellicht de laatste keer”, daar staat de muziek veel te hard voor.

Foto Walter Herfst