Zestien jaar was Yara ten Holte toen haar ouders haar trakteerden op een weekendje Metz. In de Noord-Franse stad bezocht ze wedstrijden van het Nederlands handbalteam tijdens het kwalificatietoernooi voor de Olympische Spelen van Rio 2016. Yara mocht op de foto met haar voorbeeld, keeper Tess Lieder (destijds Wester). Nu, acht jaar later, heeft ze Lieders plek overgenomen.
Ten Holte (24) behoort tot de Nederlandse handbalsters die doorbraken na de wereldtitel van de ‘gouden generatie’ in 2019. Samen met leeftijdsgenoten Bo van Wetering, Dione Housheer, Larissa Nüsser en Nikita van der Vliet speelt ze bij de Deense topclub Odense en in Oranje.
Hoe is het om deel uit te maken van een Nederlandse sportenclave in het buitenland? En hoe bereiden ze zich met Oranje voor op de Spelen van Parijs, deze zomer? Ten Holte en Van Wetering vertellen erover vanuit hun Deense woonplaats Odense.
Na een aantal magere jaren volgde afgelopen winter een hoopgevend wereldkampioenschap, waar Nederland vijfde werd. Nu gaat de blik op ‘Parijs’. Daar hopen de handbalvrouwen na vijf jaar weer een medaille op een groot toernooi te pakken.
„We moeten onszelf niet meer zien als nieuwe generatie”, zegt Bo van Wetering, die er als wisselspeler al bij was toen Nederland wereldkampioen werd in Japan. Als linkerhoekspeelster is ze verantwoordelijk voor het maken van doelpunten. In meer dan tachtig interlands maakte ze er al ruim 250 maakte. Ten Holte en Van Wetering waren met opvallende reddings- en scoringspercentages uitblinkers op het laatste WK.
Deens avontuur
Wie als Nederlandse handbalster de top wil bereiken, moet al snel naar het buitenland. Het liefst naar een topcompetitie, in Denemarken of Hongarije. Ten Holte en Van Wetering maakten de stap naar Denemarken via de, eveneens sterke, Duitse competitie. Van Wetering heeft de laatste drie seizoenen voor Odense gespeeld, Ten Holte kwam afgelopen zomer over van Borussia Dortmund.
De weg naar Odense werd vrijgemaakt door speelsters als Lois Abbingh, Tess Lieder en Nycke Groot, die eerder in het oranje tenue van de Deense topclub speelden. „Je hoort de positieve verhalen, je hoort over de ambities en hoe er gewerkt wordt, dat maakt het allemaal net even makkelijker”, zegt Ten Holte.
De vijf internationals bij Odense kennen elkaar goed, ze speelden al samen in Nederlandse jeugdselecties en bij hun Nederlandse clubs VOC en Dalfsen. In Odense trekken ze samen op, ook buiten het handbal. Het is ontspannend om Nederlands met elkaar te kunnen praten, vertellen ze. Vooral voor Ten Holte is het Deens nog wennen: „Als je het onderwerp niet weet, dan vraag je je af: waar zit ik naar te luisteren? Ze slikken gewoon de helft van de woorden in.”
Ze doet wel haar best om Deens te leren, tot genoegen van de trouwe fans van de club, met wie de spelers na thuiswedstrijden een praatje maken. Eerst kwam ze niet verder dan ‘Tak for i dag’ (bedankt voor vandaag), de gangbare manier om mensen in Denemarken te bedanken. Inmiddels krijgt ze complimenten voor haar Deens en is het zelfs gelukt een oppas voor haar katten te regelen.
Ten Holte belandde in januari, bij toeval, in een mensenmassa in Kopenhagen bij de kroning van de Deense koning. Ze vindt het belangrijk om dat soort dingen mee te maken. „Als je de taal spreekt, en meedoet met de Deense tradities, ga je je sneller thuis voelen.”
Van Wetering geniet van Odense. Ze woont naast fans van de club, die elke wedstrijd bezoeken. Handbal leeft enorm in Denemarken. Maar na deze zomer maakt ze de overstap naar haar droomclub Györ in Hongarije. Die club wist al vijf keer de Champions League te winnen, de prijs die samen met de Olympische Spelen boven aan het verlanglijstje van Van Wetering staat.
Patronen en handigheidjes
Bij Odense spelen de Nederlandse vrouwen met Deense, Noorse en Zweedse teamgenoten. De voertaal binnen het team is „Scandinavisch”, aldus Van Wetering. „En we hebben nu een Noorse coach, maar dat is eigenlijk best goed te begrijpen.” Hoewel ze de Scandinavische talen na drie jaar in Odense goed verstaat, spreekt Van Wetering binnen de spelersgroep het liefst Engels.
De vijf Nederlandse speelsters voelen elkaar goed aan, ook binnen het handbalveld. Ze staan allemaal op een andere positie, en kunnen zo bijna een heel team vormen. In hun spel zitten veel patronen en handigheidjes die ze ook inzetten bij het Nederlands team. Over de magere periode die de nationale ploeg achter de rug heeft, maakt Van Wetering zich niet druk: „Er zijn wat meiden gestopt, er komen nieuwe speelsters bij, dan moet je als team weer groeien.”
Op het laatste WK was de vooruitgang van Nederland zichtbaar. Er werden acht wedstrijden gewonnen, – meer dan bij het WK in Japan – maar in de kwartfinale was Noorwegen te sterk. „Voor dat toernooi hebben we veel geïnvesteerd in onze dekking”, zegt Ten Holte. Als keepster is ze een belangrijke schakel in het organiseren van de verdediging, ook denkt ze graag mee op tactisch vlak.
Nu volgens Ten Holte in de aanval eveneens vooruitgang is geboekt, is ze hoopvol over de Spelen: „We laten op trainingen soms zo’n hoog niveau zien, dat we elkaar aankijken met een blik van: we zijn góed.” Maar de verschillen in de top zijn klein, benadrukken de vrouwen. Een goed toernooi kan met één wedstrijd gedaan zijn.
Van Wetering zegt dat deze generatie klaar om weer mee te spelen om de medailles. Daarvoor zal er ook in de cruciale duels, zoals tegen Noorwegen, gewonnen moeten worden.