Ik verheug me er inmiddels op als op een jaarlijks uitje: weer een weekendje naar de Waddenthriller! Een nieuw deel in de boekenserie van Mathijs Deen (1962) is als een vakantie die niet kan mislukken. Zo’n betrouwbare reputatie heeft Deens eenmansgenre dus al weten op te bouwen – en niet alleen bij mij: 50.000 Waddenthrillers zijn er inmiddels verkocht, vorig jaar kreeg deel twee (De duiker) de Gouden Strop en onlangs was er opnieuw een Strop-nominatie voor deel drie (De redder). En ja, het net verschenen vierde deel, De loods, is weer een groot genoegen. Een gelaagd en veelzijdig genoegen, zou ik daaraan willen toevoegen, evenzeer voor de liefhebber van het thrillergenre als voor wie iets literairs zoekt.
Wat je krijgt, staat vast: een sterfgeval op zee, waar de schrandere rechercheur Liewe Cupido zich tegenaan gaat bemoeien, om steevast te concluderen dat er sprake is van een ongewone situatie, van opzet, schuld, moord. Cupido heeft steeds feilloos door dat er meer speelt, of het nu onzichtbaarheden onder het (spreekwoordelijke) wateroppervlak zijn, veelbewogen voorgeschiedenissen van de betrokkenen of betekenisvolle stiltes tussen de woorden – meestal zijn die er allemaal tegelijk. „Je vindt wat er is, maar ook wat er ontbreekt”, aldus Cupido, zelf een spaarzaam prater, op een zeker punt in De loods.
Broodkruimelspoor
Ditmaal is er een wetenschapster overboord geslagen van een Amerikaans onderzoeksschip dat van Groenland kwam, vlak voordat het schip de oostelijke Waddenzee zou verlaten en via een Noord-Duits kanaal naar de haven van Kiel aan de Oostzee zou varen. Ze is overboord geslagen – maar is ze gevallen, geduwd, gesprongen? Klimaatonderzoekster Iona Grimstedt had depressieve klachten, maar ook werd ze op Twitter vurig aangevallen vanwege haar bevindingen. En trouwens: haar man Torsten was, toevallig, als stuurman aan boord van het betreffende onderzoeksschip de RV Anthropocene, maar de echtelieden sliepen niet in dezelfde hut. En in haar opgeviste lichaam (of eigenlijk in haar voet, door de scheepsschroef van haar been gescheiden) wordt ook een ongebruikelijke metaalsplinter aangetroffen.
Lees ook
Lees ook: Wat is het geheim van de Waddenthriller?
Hmmm! Een typische krimipuzzel is het, waarin Deen een uitnodigend broodkruimelspoor van aanknopingspunten uitzet: voor de lezer is dat de voorbode van een niet te voorspelbare, maar ook bevredigend oplosbare speurtocht, waarbij het verhaal je telkens net een denkstap voor blijft. Cupido’s jonge recherchecollega en opvolger-in-aantocht Xander Rimbach duikt er voortvarend in, maar niet helemaal zonder zijn stugge, stuurse mentor – want daar zorgt Cupido wel voor. Het kon al knetteren tussen de twee, de spanning stijgt nu weer: het verhaal van de Waddenthrillers loopt ook steeds door.
Al lijkt dat in De loods aanvankelijk minder aan de hand dan voorheen. Waar De redder sterk ging over de verongelukte vader van Cupido, vormt nu het verhaal van de verdronken wetenschapster wel echt de hoofdmoot. Of lijkt dat maar zo? De loods begon nota bene met een notarisbezoek van Liewe’s oude moeder die haar testament liet opmaken – wat na het voorgaande vaderboek nu een moederboek in de steigers leek te zetten. Maar die verhaallijn verdwijnt weer goeddeels achter de horizon.
Zo speelt Deen met verwachtingen, en tegelijk laat hij zijn verhaal doorstomen. Hij zet vele lijnen uit en volgt ze koersvast, houdt vastberaden het tempo erin en schrijft zo opgeruimd en helder dat je bijna zou vergeten dat het hier over raadsels en onopgeloste vraagstukken gaat. Dat is een kwaliteit van de Waddenthrillers die je ook in De loods kunt bewonderen: Deen is goed in het gedoseerd uitspelen en efficiënt afhechten van de plot. Vooral omdat hij tijdens dat voortvarende eindspel zijn verhaal steeds breder en omvattender weet te maken – zonder daar veel nadruk op te leggen of aan tempo in te boeten – en er zo in slaagt de Waddenthrillerformule voor sleetsheid te behoeden.
Volgende generaties
Want dit is meer dan alleen een overzichtelijk puzzelverhaaltje over een dode vrouw. Dit is ook een verhaal van wetenschappers die worstelen met klimaatverandering. Waarmee het, als stille onderstroom die dan toch aan de oppervlakte komt, een verhaal blijkt over wat we doorgeven aan volgende generaties. Dat was een belangrijk onderwerp voor Iona Grimstedt, maar ook voor Liewe Cupido’s oude moeder én het wordt dat nu voor Cupido zelf, als bijna-pensioengerechtigd mentor van de ontgroende Xander Rimbach. Over ego’s gaat het, over iets dat groter is dan het individu.
„Je weet pas echt waarom je het doet, als alle zaken op elkaar beginnen te lijken”, leerde Liewe Cupido ooit van zijn moeder – een levensles waarvan de betekenis (voor ons, lezers) nog niet meteen duidelijk is. Ja, telkens draait het weer uit op de raadselachtige verdrinking van zijn vader, decennia geleden op een Texels vissersschip. Die blijft ook nu onopgehelderd, al lijken we de antwoorden wel weer een stapje dichter te naderen. Zou dat de bijbetekenis zijn van de titel, De loods? Dat we inmiddels niet meer ronddobberen op open zee, maar vakkundig naar Liewes bestemming worden geloodst? Aan de andere kant: De haven (zoals de laatste Waddenthriller naar mijn idee zou moeten heten) is nog niet echt in zicht. Hopelijk, want ik boek graag nog jaren Waddenthrillers bij.
