De Utrechtse opvang voor Oekraïners is overvol, gemeente slaat alarm

Crisisopvang In de opvanglocatie in de Jaarbeurs in Utrecht, waar officieel plek is voor honderd mensen, verblijven nu bijna twee keer zoveel vluchtelingen. Volgens burgemeester Dijksma is de grens bereikt: „Hopelijk horen mijn collega’s dat er meer plekken nodig zijn.”

Burgemeester Sharon Dijksma en directeur Jaap Donker van de Veiligheidsregio Utrecht, in de Jaarbeurs Utrecht, waar Oekraïense vluchtelingen worden opgevangen.
Burgemeester Sharon Dijksma en directeur Jaap Donker van de Veiligheidsregio Utrecht, in de Jaarbeurs Utrecht, waar Oekraïense vluchtelingen worden opgevangen. Foto Freek van den Bergh / ANP

De gemeente Utrecht slaat alarm over het hoge aantal Oekraïners in de centrale opvanglocatie bij de Jaarbeurs. Vannacht sliepen daar bijna twee keer zoveel Oekraïners als waarvoor plek is. Burgemeester Sharon Dijksma zegt dat „99 procent van de opvanglocaties” in Nederland bezet is en roept veiligheidsregio’s met spoed op meer plekken te vinden.

Komen die extra opvanglocaties er niet, dan dreigt het sluiten van de Utrechtse crisisopvang voor nieuwe vluchtelingen, aldus Dijksma tijdens een persconferentie in de Jaarbeurs. „We willen voorkomen dat mensen buiten slapen, maar door de hoeveelheid mensen die er komen, moeten we ze gaan weigeren”, zegt Dijksma. Ze vraagt om meer „solidariteit”. „Hopelijk horen mijn collega’s of particulieren dat er meer plekken nodig zijn.”

Op de centrale opvanglocatie in de Jaarbeurs van Utrecht, vlak bij het Centraal Station, is plaats voor honderd bedden. Gisteren sliepen 186 Oekraïners in de slaapzaal. Andere nachten zijn rustiger. Locatiemanager Paul van Koppen laat weten vorige week „nog een aantal stretchers” te hebben gekocht. „Anders hadden we het niet aangekund.” Inmiddels staan er 250 bedden, op een kleine meter van elkaar. Naast de bedden staan kooien met meegebrachte honden, katten en vogels.

‘Enige, snelle alternatief

Vandaag hebben zo’n zeventig Oekraïners de doorstroomlocatie in de Jaarbeurs verlaten, om naar een permanent verblijf te gaan. Het is de bedoeling dat binnenkomende Oekraïners slechts enkele dagen in de opvang verblijven. Door de drukte kan het verblijf in de crisisopvang oplopen tot een maand.

Noodopvanglocaties zijn nu volgens Dijksma het „enige, snelle alternatief”. Dat is ingewikkeld, zegt locatiemanager Van Koppen. „De concurrentie met andere opvangcentra zorgt ook voor problemen. Er is te weinig capaciteit om iedereen eerlijk op te vangen.”

Vorig jaar kwamen er eerder vijf mensen per dag binnen; gisteren waren dat er vijfenveertig

Jaap Donker directeur Veiligheidsregio Utrecht

Een blik op het sanitair laat zien dat de locatie aan zijn taks zit, zegt Dijksma. Er staan zes douches en zes wc’s voor „tweehonderd man”. „Dat is onbehapbaar.”

Jaap Donker, directeur van Veiligheidsregio Utrecht, zegt de instroom niet te hebben zien aankomen. „Vorig jaar kwamen er eerder 5 mensen per dag binnen; gisteren waren dat er 45.”

Bij de noodopvang in Utrecht komen de laatste tijd vooral alleenstaande mannen die niet willen vechten in het leger en studenten uit Oekraïne aan. De mannelijke Oekraïners zoeken een veilige werkplek, maar zijn moeilijker te plaatsen bij gezinnen. Ook verblijven Oekraïners met huisdieren of vluchtelingen die medische zorg nodig hebben vaak langer in de opvang.

Nederland is populair

In buurlanden van Oekraïne, zoals Polen, wordt het alsmaar lastiger om gevluchte mensen op te vangen, zegt Meike Nachenius, zorgcoördinator op de locatie Jaarbeurs. Ze hoorde van gevluchte Oekraïners dat Nederland een populaire plek is en dat Oekraïners elkaar daar op Telegram veel over tippen.

Begin september bleek de crisisopvang in Utrecht en Amsterdam al vol te zitten. In reactie daarop laste demissionair staatssecretaris Eric van der Burg (Justitie en Veiligheid, VVD) een extra overleg in met gemeenten om te zorgen voor nieuwe opvanglocaties. Na die oproep kwamen gemeenten met vijfhonderd extra opvangplekken en Van der Burg riep op nog eens duizend verblijfplaatsen te regelen voor 1 oktober.

Sinds de oproep van Van der Burg zijn er 965 van de 1.500 opvangplekken bijgekomen. In totaal zijn er in Nederland ruim 82.000 opvangplekken, terwijl 90.000 plekken nodig zijn. „Het is niet voldoende”, laat Van der Burg via zijn woordvoerder weten.

Vanaf 1 februari 2024 moeten er 97.000 opvangplekken beschikbaar komen. Volgens de staatssecretaris zijn „de gemeenten aan zet” om deze plekken te realiseren en worden zij financieel ondersteund door het Rijk. „De hoge bezetting in de centrale opvanglocaties komt niet door een hogere instroom dan verwacht, maar door het achterblijven van voldoende nieuwe plekken.”

Lees ook dit artikel: ‘Hoe langer je ons in onzekerheid laat, hoe lastiger het is’, zegt de 17-jarige Syrische asielzoeker