De Toyota Corolla is een rots in de branding

Recensie

Auto

Autotest De Toyota Corolla let verstandig op de kleintjes en wil de rots in de branding zijn voor volk met nood aan vastigheid, schrijft .


Foto Merlijn Doomernik

In mijn jeugd, die van de jaren zeventig, was de Toyota Corolla de Opel Kadett van de Japanners. Gewone Hollanders reden een van beide. Ik kende ze nooit, want wij waren thuis niet helemaal normaal, zodat de leef- en denkwereld van de Corolla-mens lang een gesloten boek bleven. Pas in de jaren negentig begreep ik wat ik had gemist, toen een collega een Corolla kocht. Ik ging een beetje dood toen ik dat suffe ding zag staan, maar voor een met Parijse rammelbakken opgegroeid VPRO-kind bleek hij een verlate jongensdroom. De viercilinder liep met een verfijning waar geen Europese middenklasser aan kon tippen, en na de geëtst precieze schakelwegen van de Toyo deed de vijfbak van mijn Citroën BX me aan de lamme arm van een versleten gokkast denken. Wat wonder, dat behalve bij ons thuis iedereen zo’n auto wilde. In 2021 stond de teller op 50 miljoen Corolla’s.

Een tijdje heette de Corolla-achtige ter grootte van een Golf hier Auris, andere naam voor ongeveer dezelfde brave, inmiddels keurig gehybridiseerde burgerauto voor Corollamensen die een Prius nog te wild vonden. Sinds 2018 heeft dit land de Corolla terug en je kon erop wachten dat het onderstel zou worden opgekrikt tot een soort suv. Die treedt als Corolla Cross nu in het voetspoor van de Aygo X en Yaris Cross, auto’s waaraan alleen de ruimte achterin te laken valt. Een Corolla kan zich voor de laatste intacte Nederlandse gezinnen zo’n gebrek niet permitteren, dus achterin zitten geeft in de Cross geen haringtongevoel, tenzij je er een klompendans mocht willen uitvoeren met schoenmaat 46.

Discrete schuilplaats

Zo blijft de crossoverversie de perfect discrete schuilplaats voor de hardwerkende burger.

Het is een auto die je bij de hand neemt. Zelfs als de Corolla door een besmeurde sensor even uit zijn doen is, blijft de boordcomputer onverstoorbaar je vertrouwen wekken. „LTA niet beschikbaar, neem controle over het stuur over.” Dat is een tijdelijke afmelding van Lane Trace Assist en het betekent dat de elektronica je bij het overschrijden van een lijn even niet automatisch met een stuurcorrectie op je weghelft houdt. Ook met de navigatie uit voorspelt de Cross naderend onheil feilloos. Als hij voor stilstaand verkeer waarschuwt, staat het er één kilometer verder echt – en zo niet, maar die pijn is me bespaard gebleven, dan had hij ongetwijfeld rituele zelfdestructie aangeboden.

Daar gaat deze Corolla over. Hij wil de rots in de branding zijn voor volk met nood aan vastigheid.

Met 10 procent van je verstand was je hem nog de baas geweest. Zijn visitekaartje is dat rustgevende stukje zekerheid. De bediening is weldadig simpel. De klokken zijn weldadig rond, de prestaties weldadig bescheiden. De vorm is weldadig onopvallend. Alleen Corollamensen zien aan hem wat ze begeren, de niet-Toyotamens vergeet hem ter plekke. Maar ook hij wordt stiekem blij van de gigantische knoppen voor de stoel- en stuurverwarming onder een voorbeeldig overzichtelijk klimaatkwadrant.

Onopdringerige luxe

Hoe heerlijk die drie usb-aansluitingen en dat goedwerkende plateau voor het draadloos opladen van smartphones. Hoe normaal die deurpanelen! Met een grote diagonaal voor de kloeke handgreep waar Miep zich vast kan houden als haar Jaap gaat boenderen alsof het weer even 1980 is. Daar heeft hij 197 pk voor paraat, zag ik tot mijn verbazing, want onderweg had ik het niet gemerkt. Wel dat hij zuinig is, en zoals het Hollands Glorie uit Japan betaamt gewoon zijn opgegeven 1 op 20 haalt. De armleuning, waar echt een arm op kan – je was vergeten dat het kon – zit precies op de juiste hoogte, en geen spoor van design. Heerlijk de enorme spiegels, of anders wel de onopdringerige luxe. Lekker veel maar niet te overdadig, want ook deze Toyota let verstandig op de kleintjes. Alleen de bestuurdersstoel is elektrisch verstelbaar en het extra leverbare panoramadak kan niet open, wat ik bij alle auto’s haat maar niet bij deze, omdat er een reden is; dat de prijs nooit de 50 mille zou overschrijden, opdat geen koper nee zou kunnen zeggen. Kijk nou, voor dat geld. Zo denkt hij, en zo zal het altijd blijven. Met de dood is de Corolla Cross het laatste stukje vastigheid voor de verscheurde mensheid. Saai? Duur? Tien jaar garantie. Voor hij je geld gaat kosten ben je in de hemel, waar Petrus geen Toyota-rijder weigert. Keurige lui.