De student wil best bij Tata werken – als het maar écht vergroent

Reportage

Werving Tata Steel is recorduitstoter van CO2 en geldt als uiterst controversieel. Hoe komt de staalfabrikant nog aan nieuw personeel? Op excursie met scheikundestudenten.

Studenten van de Groningse vereniging Chemische Binding lopen tijdens een rondleiding bij Tata Steel langs de Warmbandwalserij. Hier worden plakken staal uitgewalst tot dun staal.
Studenten van de Groningse vereniging Chemische Binding lopen tijdens een rondleiding bij Tata Steel langs de Warmbandwalserij. Hier worden plakken staal uitgewalst tot dun staal. Foto’s Olivier Middendorp

Op één plek mag het dan eindelijk, een foto maken op het terrein van Tata Steel. Al de hele middag zijn acht Groningse scheikundestudenten langs kolenbergen en hoogovens gevoerd, door gigantische hallen met mallen voor staalplaten en buisleidingen zo groot als een vrachtwagen. Maar pas in de warmbandwalserij, waar het gefabriceerde staal plat wordt gemaakt, is het toegestaan een foto te maken – de rest is bedrijfsgevoelig.

In een paar seconden hebben de studenten hun mobieltjes onder hun rode veiligheidsoveralls vandaan. Ze schieten selfies met de gloeiende staalplaat die net voorbijkomt. Een enkele foto gaat direct op socialemedia-app BeReal. „Hier komt in feite je nieuwe fiets voorbij”, zegt rondleider Timo Rijnbeek door zijn headset.

Hoe verleid je jonge techneuten bij je te komen werken als je de meest controversiële fabriek van Nederland bent? Staalfabriek Tata Steel (9.000 werknemers) heeft 650 vacatures, onder meer voor de afdeling die de komende jaren een nieuwe, groene fabriek moet ontwerpen en bouwen. Uit onderzoek van milieu- en gezondheidsinstituut RIVM bleek in 2021 dat de fabriek gevaarlijke hoeveelheden lood en PAK’s uitstoot. Milieuorganisaties en omwonenden ageren fel tegen het bedrijf, dat de grootste CO2 uitstoter van Nederland is. Regelmatig ligt het in de clinch met de omgevingsdienst die toezicht houdt.

Bij de recruitmentafdeling merken ze dat, vertelt Dorothe Alfrink van Tata Steel. Het is voor het bedrijf moeilijker personeel te vinden. Een paar jaar geleden had het doorgaans zo’n 200 vacatures. „Dat komt deels door de krappe arbeidsmarkt. Maar we horen ook: ik wil niet voor Tata Steel werken.” Sommige digitale campagnes voor werving moet Alfrink stopzetten. In commentaar op sociale media als Facebook wordt gescholden op de werknemers in die campagnes.

Om toch voldoende personeel te krijgen, is Tata Steel veel meer gaan werven – via advertenties en kennismakingsavonden tot contact met vluchtelingenorganisaties. De aanpak is door alle discussie over het bedrijf wat anders dan vroeger: minder focus op hoe geweldig het bedrijf is, meer op ‘kom langs en stel je vragen’. Alfrink: „Minder verkopen, meer laten zien wat je doet.” Vorig jaar heeft Tata Steel bijvoorbeeld een festival georganiseerd waarbij iedereen kon langskomen. „Daaruit hebben we vijftig nieuwe mensen geworven.”

Timo Rijnbeek geeft een rondleiding aan de studenten.

Foto Olivier Middendorp

Nog zoiets: bezoekjes van studieverenigingen van technische studies. Tata Steel heeft contact met verenigingen en nodigt ze regelmatig uit, zegt Alfrink. „Wij vergoeden dan bijvoorbeeld de reiskosten.”

Verantwoorden op feestjes

Deze dinsdagmiddag zijn vier jongens en vier meiden van De Chemische Binding uit Groningen op bezoek. De bachelorstudenten, rond de 20 jaar, toeren twee dagen door het land langs potentiële werkgevers. Zo gaan ze ook naar chemiebedrijf Covestro in Waalwijk. Student Jelke van den Eijnden: „Vanuit de opleiding wordt niet veel gesproken over bedrijven. Je leert dan weinig over welke opties er zijn, behalve promoveren.”

Helemaal zonder controverse was opname van Tata in de planning niet. „Twee mensen zeiden dat ze niet mee wilden omdat we hierheen gingen.” Die zijn ook niet meegegaan. Bij de rest overheerste vooral nieuwsgierigheid.

De middag begint met twee presentaties, eerst van ‘manager campus recruitment’ Dewi de Lange over Tata Steel zelf. Ze legt uit dat het staal uit de fabriek bijvoorbeeld in bijna elke autohoofdsteun zit. Daarna geeft 26-jarige trainee Olivier van der Weiden – afgestudeerd in Groningen – uitleg over zijn werk. Hij vertelt hoe hij aan projecten heeft gewerkt waarbij de CO2-uitstoot omlaag ging, of gasverbruik werd teruggedrongen. Hij heeft het gevoel dat hij hier echt iets kan dóén. Maar, zegt hij ook, het kan lastig zijn dat je bedrijf veel negatieve aandacht krijgt. In een slide komen krantenkoppen over Tata Steel voorbij, waaronder het recente nieuws dat milieuorganisatie Greenpeace met omwonenden camera’s op de fabriek richt. Daar moet je je op feestjes soms voor verantwoorden.

Na een broodje gaan de studenten in een bus het terrein op. Geconcentreerd kijken ze naar de enorme installaties; voor velen is het de eerste kennismaking met een grote fabriek. „Jezus…”, zegt iemand bij de aanblik van nóg een megabuis. In de grondstoffenhaven gaat de bus langs een berglandschap van kolen en ijzererts.

Lees ookTata gaat overstag en stopt met vervuilende kolen

Als iedereen uitstapt om de oxystaalfabriek te bezoeken, die van vloeibaar staal platen maakt, zegt een student tegen Rijnbeek dat ze wel een beetje schrok van hoe vies sommige werknemers in de haven waren. „Dat was net een film.” De rondleider legt uit dat dit soms bij het werk hoort. „En hij kan gewassen worden.” Hij neemt de groep twee fabrieken in, de oxystaalfabriek en de warmbandwalserij. Ruim een uur lang kijken de studenten aandachtig rond. Ze zien hoe een dikke plak staal in stapjes verandert in een glimmende rol die naar de klant kan.

De oxystaalfabriek, die van vloeibaar staal platen maakt.

Foto Olivier Middendorp

Inzicht

Terug bij het hoofdgebouw kan iedereen bijkomen van de productieherrie. „Het is allemaal groter dan ik dacht”, zegt Emiel Broekman. „En gestroomlijnder. Echt rol na rol.” Ziet hij zichzelf hier werken? „Als je echt aan verduurzaming kan werken… dat líjkt aantrekkelijk.” In zijn antwoord klinkt voorzichtigheid. „Het negatieve imago zorgt ervoor dat je zo’n bedrijf wel kritischer benadert.”

Medestudent Jelke van den Eijnden haakt aan: zij vond het interessant dat trainee Olivier hier juist wilde werken om het beter te kunnen maken. Maar ze ziet zichzelf er niet direct rondlopen. „Ik vind vooral organische scheikunde heel leuk.” Dat is meer de richting van de biochemie.

Misschien dat dit bij de onderzoeksafdeling wel aan bod komt, oppert Ruth van Doorn. „Dit is zo’n groot bedrijf, vandaag zagen we vooral de productie.”

Wat haar betreft, is het vooral belangrijk dat Tata Steel de investeringen in verbetering doorzet. „Dan zou ik best willen. Dat is trouwens ook goed aan deze dagen: je krijgt door deze bezoeken ook inzicht in wat je zelf belangrijk vindt.”

Prima dag, concludeert Dorothe Alfrink van de recruitmentafdeling. Doel van de bezoeken is niet dat de bachelorstudenten morgen solliciteren. „Het gaat erom dat je een zaadje plant.”