De skate-utopie werd ‘te gelikt’ en te chaotisch: ‘Levensgevaarlijk, die fietsers hoor je niet aankomen’

Reportage

Skatepark Eindhoven Skaters in Eindhoven moeten hun plek delen met BMX’ers en andere urban sporters. En dat valt vies tegen.

Zoals het was: de skatehall Area 51 in 2006, toen skateboarders het rijk alleen hadden.
Zoals het was: de skatehall Area 51 in 2006, toen skateboarders het rijk alleen hadden.

Foto Merlin Daleman

In 2006 brengt Nike een schoen op de markt die is geïnspireerd op de Piazza, een overdekt winkelcentrum in de Eindhovense binnenstad. Op de schoen staan in wit stiksel beeldhouwwerken afgebeeld die daar ooit stonden.

Het idee voor de Piazza-schoen komt van Eindhovenaar Wieger van Wageningen. Hij was destijds de enige professionele skateboarder van Nederland en zat in het skateboardteam van Nike in de Verenigde Staten. Het ontwerp was een ode aan de plek waar zijn skatecarrière ooit begon.

„Wat de Piazza zo’n bijzondere plek maakte, is dat je verschillende verhogingen had, curbs [soort stoepranden] die perfect grinden [met je board ergens overheen schuren], je had plateautjes, je had dingen om overheen te springen”, schrijft skater Michel van Dartel in Eindje, een magazine over de skateboardgeschiedenis van Eindhoven.

Mede dankzij de Piazza werd Eindhoven in de jaren negentig dé skateboardstad van Nederland. Er werden ook belangrijke, internationale wedstrijden gehouden. De aantrekkingskracht van de stad nam in 2006 verder toe door de vestiging van skatepark Area 51 op Strijp-S, het terrein met de oude Philipsfabrieken. Area 51, vier jaar daarvoor begonnen in een vliegtuighangar, was destijds het grootste indoorskatepark van Europa met de grootste houten skatebowl.

Dat rauwe stukje Eindhoven werd vanaf 2012 steeds meer gladgestreken: er werden woontorens gebouwd, er kwamen hippe horecatentjes en er nestelden zich creatieve bedrijfjes.

Ook het skatepark kreeg een nieuw design. Tot verdriet van de gebruikers, die met heimwee terugdenken aan de periode voor de verbouwing. Het ‘oude’ Area was een soort buurthuis voor skateboarders. „We waren niet bezig met wat buiten gebeurde. Het was een soort utopie tussen een aantal muren; dit was onze wereld”, zegt Jorrit Broersma (37), die er vroeger veel skatete, over de telefoon.


Lees ook dit artikel: 60 en (nog steeds) verslaafd aan het skateboard

‘Niet geleerd om te vechten’

Het is een zomerse vrijdagavond en op het Stadhuisplein in Eindhoven speelt een groepje skaters een potje SKATE. Eén iemand doet een truc en de rest moet die nadoen. Als je dat niet lukt, krijg je een letter. Als je SKATE hebt, ben je af.

Het plein is al lang een plek waar skaters komen en kreeg nationale bekendheid door een filmpje uit 2006, waarin toenmalig premier Jan Peter Balkenende van een skateboard valt.

Niet ver van die plek is skater Niek Lammers (29) op een bankje neergeploft. Vroeger kwam hij altijd in Area 51, maar na de verbouwing is hij er pas één keer geweest. Het skatepark is verbouwd tot een ‘urban sports park’ en ook bedoeld voor bijvoorbeeld crossfietsers op hun BMX en voor steppers. „Ze hebben daar nu heel veel hoge obstakels dicht op elkaar”, zegt Lammers. „BMX’ers willen vooral vliegen; skateboarders willen vooral snelle, kleine trucjes dicht bij de grond doen. Het is een beetje alsof je zegt: de voetballers moeten maar op het hockeyveld voetballen.”

Dus skatet Lammers vooral nog hier, op het Stadhuisplein. „Voor een tiende van het geld hadden ze iets beters kunnen bouwen. Dat is heel zuur. We willen gewoon een vlakke vloer met een paar lage obstakels en dan kunnen we ons uren vermaken, iedere dag.” Skater René van Seters (36) is erbij komen staan. „De verhoudingen kloppen niet, je hebt geen overzicht meer, met die steppers erbij is het levensgevaarlijk en de fietsers hoor je niet aankomen.”

Simon Baken (27) zit ook op het bankje. Een paar maanden geleden richtte hij met een andere skater de Stichting Skateboarding Eindhoven op. Baken had zich tot de verbouwing niet gerealiseerd dat ze „verwend” waren met Area. „We waren eraan gewend om het beste skatepark te hebben. We hebben niet geleerd om ervoor te vechten.”

Klankbordgroep

Zo’n plek had de Veldhovense BMX’er Pim van den Bos (34) – sinds 2018 manager van Area 51 – naar eigen zeggen ook graag gehad op die leeftijd, maar in Area waren toentertijd alleen skaters welkom. „Als mannetje van dertien jaar schreef ik al mijn eerste brief aan de gemeente hierover”, zegt hij aan de telefoon. Hij wilde heel graag BMX’en in het park. „Area antwoordde via de gemeente dat dat niet kon: het was te gevaarlijk en de fietsen zouden het hout van het skatepark kapotmaken.” Van den Bos hield vol en in 2012 kwam er een BMX-park in het hetzelfde pand als dat van Area: 040 BMX Park.

Rond 2016 besloten de besturen van beide parken te fuseren. Volgens Van den Bos was het voor beide organisaties de enige manier om – ondanks de populariteit – het hoofd boven water te houden. Van den Bos werd als manager van het BMX-park ‘overgenomen’ door Area. Vanaf de fusie kreeg hij de dagelijkse leiding.

Zijn droom was om het park te verbouwen tot één park voor alle urban sporten: skateboarders, BMX’ers, inlineskaters, steppers, freerunners. Die ambitie paste bij de visie van de gemeente Eindhoven, die sinds 2009 streeft naar het versterken van de ‘urban culture’ in de stad. Area schreef een plan voor het realiseren van een urbansportspark en kreeg bijna 4 miljoen euro toegekend.

Voor het nieuwe ontwerp van het park wilde het bestuur van Area zijn licht opsteken bij alle urbandisciplines. Van den Bos: „Het idee was: wij gaan luisteren naar degenen die hier komen sporten. Maar er was een grens: we gaan niet luisteren naar mensen die anderen willen buitensluiten.” Het bestuur riep een klankbordgroep in het leven, waarin ook twee skateboarders plaatsnamen.

Weinig ruimte om vaart te maken

In het verbouwde park rijdt iedereen door elkaar, maar er zijn delen die leuker zijn voor de ene discipline dan voor de andere. Zo is het ‘street-gedeelte’ met obstakels laag aan de grond meer gericht op skateboarders.

Op een dinsdagmiddag in juli probeert Wouter Bosch (35) – jarenlang skatedocent bij Area – uit te leggen waarom veel skaters ontevreden zijn. In het algemeen is de kritiek: er is weinig ruimte om vaart te maken en uit te rijden. De obstakels staan dicht op elkaar, waardoor je vaak gekke hoeken moet maken om erop te springen. En er rijden constant fietsers en steppers óók over de obstakels.

Area-manager Van den Bos bestrijdt dat er nog maar weinig skateboarders naar Area komen, maar heeft geen cijfers. Ook ontkent hij dat het niet veilig zou zijn om alle disciplines door elkaar te laten sporten. Als het zo gevaarlijk is, zegt hij, dan zouden er elke week berichten in de krant moeten staan over ongelukken in parken waar iedereen door elkaar rijdt.

Van den Bos erkent wel dat het street-gedeelte beter had gekund. „We horen hun klachten echt wel en we willen sowieso elk jaar iets updaten aan de baan.”

De belangenclub van Simon Baken zet zich vooral in voor betere buitenfaciliteiten voor skateboarders. Ze vinden dat Area een te gelikte plek is geworden, volgens Baken. De entree is duurder geworden, er zijn tijdsloten, toegangspoortjes. „De skaters hebben nu liever dat de gemeente het geld gebruikt voor een goed buitenpark.” De club heeft zijn eerste succes geboekt: in september plaatst de gemeente nieuwe obstakels op het Stadhuisplein.


Lees ook dit artikel: Skateparadijs met hellingen, schansjes en opkrullende plakken spuitbeton