Verbluffend zuinig autootje. Ik tank pas na 700 kilometer non-stop snelweg met een voor filerijk 2025 behoorlijke gemiddelde snelheid van 93 kilometer per uur. Volgens de boordcomputer had ik zelfs nog 120 kilometer kunnen doorrijden, terwijl de tankinhoud niks voorstelt. Met veel persen krijg ik er 34,57 liter in. Dit Seatje loopt ook op de Autobahn 1 op 20.
Daar kan de benzinerijder aan de vooravond van het stekkertijdperk mee aankomen, in een wereld die zijn Ibizaatje niet meer ziet staan. Nooit reed ik zo’n anonieme testwagen. Waar moderne auto’s carnavaleske aandachttrekkers zijn geworden, is deze Spaanse VW Polo een marathonatleet in schutkleur. Dat is des te komischer omdat de net vertrokken Seat-ceo Wayne Griffiths met debiele slogans als Join the tribe en commercials vol swingende confectiejongeren van zijn merk een TikTok-nummer dacht te kunnen maken. Van de lak is niet te zeggen of hij blauw, grijs of groen is. De stoelen zijn zwartgrijs, de wielen meten overbescheiden 15 inch, de standaard van een jaar of vijftien terug. Het modelletje heet droefgeestig lief Style Plus en nu Seat het onderweg naar de opheffingsuitverkoop 1.800 euro heeft afgeprijsd kost het 21.900 euro. Topdeal.
Zoom in voor details van de Seat Ibiza 1.0 Klik op de punten voor uitleg over de details.Foto Merlijn Doomernik
Daarom eer ik dit vier jaar geleden gelanceerde autootje alsnog. Tegenwoordig betaal je zulke bedragen voor auto’s in het A-segment, de obsoleet geworden vakterm voor de kleinste stadsauto’s – obsoleet, omdat ze zichzelf uit de markt hebben geprijsd. De Seat is als auto uit het B-segment twee slagen groter en op een enkele Dacia na biedt geen auto in zijn klasse zoveel voor zo weinig. Zo wordt het veteraantje op de valreep pijnlijk actueel. Bovendien is het behoorlijk uitgerust. Zonder sfeerverlichting of draadloze telefoonoplader, maar alle noodzakelijke comfortvoorzieningen zijn stand-by. De Ibiza heeft een ouderwets handbediende, ook zonder digitale temperatuurregeling goed koelende airconditioning. En zo vergrijsd is hij niet. Tegenover de prehistorische draaiknoppen voor de ventilatieregeling staat een digitaal dashboard. Geen eigen navigatiesysteem, maar met Apple CarPlay kwak je je telefoonmenu van Google Maps tot Spotify zo op het infotainmentscherm. Je hebt vier goed toegankelijke deuren en een voor zijn grootte forse kofferbak van 355 liter, een soepele vijfversnellingsbak en een achterbank met menswaardige ruimte. Plus, halleluja, maar twee veiligheidssystemen die zich via het stuur eenvoudig laten uitschakelen – één voor snelheids-, één voor weghelftoverschrijdingen. De Ibiza is verrassend stil en met de 95 pk van VW’s soepele turbo-driecilinder ben je geen gevaar op de snelweg. Wie alleen maar degelijk vervoer zoekt: grijp die kans. Nog veilig ook, vijf sterren in de Euro NCAP-crashtest.




Foto’s Merlijn Doomernik
Interessant anachronisme
Dit klinkt als reclame en dat is het ook, al word ik er niet voor betaald. De Ibiza is een interessant anachronisme. Vaak wordt me gevraagd waarom testauto’s zo duur zijn. Dan leg ik uit hoe de goedkope auto uitstierf; dure tech en bling. De gemiddelde nieuwprijs nadert de 50.000 euro, een doorsnee occasion kost de helft, zo erg is het. Dat er hier desondanks per jaar toch nog honderdduizenden over de toonbank gaan komt doordat de prijs voor verbazingwekkend veel mensen géén barrière is. Of omdat ze zakelijk rijden in auto’s die ze privé nooit hadden opgebracht, of omdat ze geld te over hebben voor de karikaturale onzin die ze kopen. Veel suv-rijders zijn rijk zat om prijsexplosies weg te lachen; hypotheekvrij, goed pensioen, kinderen uitgevlogen. Natuurlijk is er hoop. De eerste elektrische auto’s onder de 25.000 euro zijn er. Je kunt er alleen niet 700 kilometer aan één stuk mee rijden en ze laden te traag om zo’n traject met een paar laadstops op te knippen in een ecologische hordenrace. Komt goed, maar nu nog even niet. Dus ik ben altijd blij als ik een allround auto op benzine tegenkom die in ecologisch perspectief het daglicht nog verdraagt en niet de hoofdprijs eist. Het doelmatigheidsgehalte van de Seat heeft urgentie. Hij houdt publiek en industrie een spiegel voor. Zo vond de automens het in zijn pre-hedonistische ontwikkelingsfase mooi genoeg. De Ibiza staat voor een verkwanseld functionaliteitsgeloof, geofferd aan de uiterlijke schijn van influencerledigheid. De TikTokker die mijn Seat saai noemt kan de wind van voren krijgen. Als twintiger had ik een koninkrijk vergokt voor zoiets vorstelijks. Meer van deze budgettypes, fabrikanten. Wat een waanzinnig goede auto voor krankzinnig weinig. Dan maar saai. Jij moet spannend zijn, niet je auto. Andersom is een doodvonnis.
