DE DAPPERSTRAAT
Natuur is voor tevredenen of legen.
En dan: wat is natuur nog in dit land?
Een stukje bos, ter grootte van een krant,
Een heuvel met wat villaatjes ertegen.
Geef mij de grauwe, stedelijke wegen,
De in kaden vastgeklonken waterkant,
De wolken, nooit zo schoon dan als ze, omrand
Door zolderramen, langs de lucht bewegen.
Alles is veel voor wie niet veel verwacht.
Het leven houdt zijn wonderen verborgen
Tot het ze, opeens, toont in hun hogen staat.
Dit heb ik bij mijzelve overdacht,
Verregend, op een miezerige morgen,
Domweg gelukkig, in de Dapperstraat.
J. C. Bloem
DE SCHRAPPERSTRAAT
Cultuur is voor de levenden een zegen
Maar ja: wat is cultuur nog in dit land?
Heer Bosma met poëmen in de hand,
Rotondes middelmatigs in de regen.
Geef mij wat niet benauwt, wat blijft bewegen
Al lijdt het schade, raakt het aan de kant
De wolken pakken zich al saam, omrand.
De tol is zwaar, de kunst heeft de wind tegen.
Er is zoveel, zo schoon, zo onverwacht.
Benepenheid heeft wonderen gehavend
Orkesten, opeens, hogelijk geschaad
Dit heb ik bij mijzelve overdacht,
Afwegend, op een miezerige avond,
Domweg onrustig, in de Schrapperstraat.
Joke van Leeuwen