De Romeinse villa’s in Limburg waren grootschalige boerenbedrijven

‘Romeinse villa’s in Limburg’ is een beetje een misleidende naam voor de tentoonstelling in het Rijksmuseum van Oudheden (RMO). Ja, de honderden Romeinse villa’s die tussen de eerste en vierde eeuw het golvende heuvellandschap kenmerkten konden luxe onderkomens zijn. Maar het waren vooral boerenbedrijven. Vandaar dat de ondertitel ‘Het luxe landleven van Limburg in de Romeinse tijd’ de lading beter dekt.

De tentoonstelling, ook bedoeld voor kinderen en gebaseerd op de recente uitwerking van een twintigtal oude opgravingen, maakt wel vanaf het begin duidelijk dat grootschalige akkerbouwbedrijven het onderwerp vormen. Na een wand met golvende korenaren volgt al snel een introductiefilm waarin wordt uitgelegd dat de eerste ‘Romeinse’ boeren zich in het gebied vestigden in het kielzog van het Romeinse leger dat langs de Rijn de noordelijke grens van het Rijk ging bewaken.

De oorspronkelijke bevolking, de Eburonen, waren eerder al door Caesar verdreven en mogelijk zelfs uitgeroeid. De nieuwelingen kwamen uit het Hollandse kustgebied, Gallië of van boven de Rijn. Ze gingen graan verbouwen, met name spelttarwe, voor de omringende nederzettingen en garnizoensplaatsen als Maastricht en Heerlen. De vruchtbare lössgrond was daarvoor zeer geschikt. De film toont ook mooi dat landbouwwerktuigen als hakken en ploegen, die nu keurig belicht in vitrines liggen, indertijd echt zijn gebruikt.

De eerste boerderijen waren nog van hout. In de loop van de tweede eeuw nam de welvaart bij de boeren toe en maakten de eenvoudige gebouwen plaats voor enorme witgestucte stenen villa rustica’s, met in carrévorm een hoofdgebouw, een badhuis, bijgebouwen en een grote graanschuur.

De rest van de tentoonstelling belicht, aan de hand van onder meer tweehonderd archeologische vondsten, een reconstructie van een wandschildering, en nagemaakte Romeinse meubelen verschillende aspecten van het leven en de dood op en rond het akkerbouwbedrijf.

Aan het einde van de tentoonstelling maakt een kaart summier duidelijk dat de Limburgse villa’s onderdeel waren van een groter geheel: ook in Frankrijk, België, Engeland en Duitsland waren talloze Romeinse boerenbedrijven. Tijdens een recent internationaal wetenschappelijk symposium in het RMO concludeerden de aanwezige archeologen dat hun aandacht tot nu toe te veel is uitgegaan naar de villagebouwen en hun economische betekenis, en te weinig naar de mensen, bijvoorbeeld de vrouwen en slaven. Voer voor een toekomstige tentoonstelling.