Het zijn dé weken dat het Europees Parlement zijn tanden kan laten zien: de vijfjaarlijkse hoorzittingen met de kandidaat-Eurocommissarissen. Ze beginnen maandag en duren tot dinsdag 12 november. Bijna niemand houdt er rekening mee dat alle 26 kandidaten de verhoren zullen overleven.
De zes belangrijkste kandidaten heeft het Europees Parlement als laatste op de agenda gezet. De zes uitvoerende vicevoorzitters, die tot het kernteam van Ursula von der Leyen (de Duitse commissievoorzitter waar het parlement al mee heeft ingestemd) gaan behoren, worden pas dinsdag 12 november gehoord. De spannendste sessie op deze dag lijkt het verhoor van de Italiaan Raffaele Fitto te worden. Hij wordt verantwoordelijk voor het beleid voor de zwakke regio’s (cohesie) en hervormingen. Maar zijn politieke achtergrond zorgt bij voorbaat voor de meeste spanning: hij is lid van de radicaal-rechtse partij Fratelli d’Italia van premier Giorgia Meloni. Met name de sociaaldemocraten en liberalen zijn niet gecharmeerd van zijn kandidatuur.
De andere vijf uitvoerende vicevoorzitters krijgen het naar verwachting minder moeilijk. De ex-premier van Estland, Kaja Kallas, staat stevig, omdat ze als nieuwe EU-buitenlandvertegenwoordiger al is aangewezen door de regeringsleiders. Rechtse partijen zullen ongetwijfeld vragen stellen over haar weinig diplomatieke uitspraken over Rusland. Zo zei ze dit jaar: „Oekraïne moet de oorlog winnen – en Rusland moet begrijpen dat ze hebben verloren. Dat is ons plan A, B en C.”
Brussel kijkt ook uit naar het verhoor van de Spaanse socialiste Teresa Ribera Rodriquez. Haar portefeuille (Schone, Rechtvaardige en Concurrerende Transitie) klinkt misschien wat wollig maar geldt als één van de belangrijkste posten. De 55-jarige Ribera krijgt „de meeste invloedrijke post in Brussel die Spanje ooit heeft gehad’, zei de trotse Spaanse premier Pedro Sánchez over zijn partijgenoot. Haar belangrijkste taak in de eerste honderd dagen is de opvolger van de Green Deal afmaken: The Clean Industrial Deal – een wet die duurzaamheid en innovatie moet combineren.
Belangrijk voor Nederland: de portefeuille van Ribera vertoont overlap met die van Wopke Hoekstra. Voer voor onderlinge spanning dus. Zijn portefeuille klinkt in het Engels (Climate, Net Zero and Clean Growth) beter dan in het Nederlands: Klimaat, Nettonul en Schone Groei. Hoekstra moest in 2023 na zijn eerste hoorzitting schriftelijk nog veel vragen beantwoorden maar hij kwam er door. Nu geldt hij als ervaren en voorzien weinigen problemen voor hem. Hij zal betogen dat hij klimaatactie wil verbinden aan concurrentievermogen, tegenwoordig het buzzword in Brussel. Von der Leyen gaf hem ook de opdracht om de (lees: Duitse) autoindustrie tegemoet te komen: als zij vanaf 2035 alleen CO2-neutrale auto’s produceren, kunnen ook synthetische brandstoffen daarin een rol spelen.
Enkele minder belangrijke kandidaten zijn kwetsbaar. Maandagmiddag staat dik gedrukt in de agenda’s: Glenn Micallef uit Malta, de jongste kandidaat-commissaris. Hij krijgt ook een ‘jonge’ post: Intergenerationele Rechtvaardigheid, Jeugd, Cultuur en Sport. Maar hij geldt als erg onervaren. Hij was stafchef van de premier van Malta maar of dat genoeg is voor het parlement is de vraag.
Onervarenheid kleeft ook aan de Belgische kandidaat Hadja Lahbib voor Paraatheid, Crisisbeheer en Gelijkheid. De oud-journaliste was maar twee jaar minister van Buitenlandse Zaken en dat was volgens Belgische media geen succes. „Onervaren, onhandig, onzichtbaar. Het is een evaluatie die gedeeld wordt door zowat het hele diplomatieke korps in het land”, schreef politiek columnist Bart Eeckhout in De Morgen. Dat ze als journalist een door Rusland betaalde reis naar de Krim maakte, spreekt ook niet in haar voordeel.
De grootste spanning hangt rond drie Oost-Europese kandidaten. De Sloveense Marta Kos (Uitbreiding) geldt als politiek onervaren en ze kan last krijgen van wat kwesties uit het verleden. Zo zou ze in 2020 zijn gestopt als ambassadeur in Duitsland en Zwitserland na beschuldigingen van mismanagement, schrijft Politico. De Bulgaarse Ekaterina Zaharieva (Start-ups, Onderzoek en Innovatie) zal ook vast vragen krijgen over een schandaal: ze zou volgens het Brusselse medium Euractiv in 2018 als minister van Justitie mogelijk zijn omgekocht voor het uitgeven van Bulgaarse paspoorten. Hiervoor is ze niet vervolgd.
Alles wat met het Hongarije van Viktor Orbán te maken heeft, ligt in Brussel onder een vergrootglas. Dus ook de kanditatuur van Olivér Várhelyi (Gezondheid en Dierenwelzijn). Hij gaat weliswaar op voor een nieuwe periode, maar veel parlementariërs vonden dat hij in 2023 eigenlijk had moeten opstappen nadat hij in een debat was vergeten de microfoon uit te zetten en zei: „Hoeveel andere idioten komen er nog?” Ook inhoudelijk was er veel kritiek op hem. Als commissaris voor de uitbreiding van de EU had de partijgenoot van Orbán weinig op met de rechtstaat en democratie. Hij zal woensdag van half zeven tot half tien sterk voor de dag moeten komen.