De politie moet serieus met kritiek leren omgaan

Politiegeweld Kritiek op het gebruik van de taser leidt niet tot zelfreflectie bij de politie, maar tot geïrriteerde reacties, aldus . Dat maakt het gesprek over politiegeweld onmogelijk.


Foto Owen O’Brien / ANP

Naar aanleiding van de dood van Keenan Anderson, een jonge zwarte Amerikaan die overleed nadat agenten hem taserden, zat ik onlangs met Gerald Roethof aan tafel bij Op1 om in gesprek te gaan over het stroomstootwapen en gebruik hiervan door de politie in Nederland. Het gesprek werd geleid door Nadia Moussaid en Natasja Gibbs.

Als volksvertegenwoordiger is het mijn taak om systemen, waar burgers op moeten kunnen vertrouwen, kritisch te bevragen. En dus moet ik racisme binnen het politienetwerk en het inzetten van geweldsmiddelen vrijelijk kunnen bespreken. Willen we die onderwerpen écht aanpakken, dan moeten we ongemakkelijke en eerlijke gesprekken voeren.

Wie denkt dat dat zomaar kan, weet blijkbaar niet dat kritische vragen stellen over de politie en haar geweldsmonopolie taboe is in Nederland. Ik ondervond dat eerder al eens aan den lijve en zat als altijd goed voorbereid en geïnformeerd aan tafel, waar ik geen woord te veel of incorrect heb uitgesproken. Toch bestaan er blijkbaar onduidelijkheden over wat ik daar zei, vooral bij de politie zelf. Daarom nogmaals de feiten op een rij.

Het stroomstootwapen is ingevoerd om twee redenen: geweld tegen de politie zou zijn toegenomen en dit wapen zou helpen om dat geweld terug te dringen. Daarnaast zou de taser ook helpen om schietincidenten terug te dringen.

Maar cijfers van Controle Alt Delete, een onafhankelijke organisatie tegen etnisch profileren en politiegeweld, lieten zien dat het geweld niet echt was toegenomen. In de praktijk blijkt bovendien dat de taser vaak wordt ingezet tegen ongewapende mensen, en juist niet tegen geweld, noch als alternatief voor schieten.

Bovendien zijn de handelingskaders rond het gebruik van dit geweldsmiddel niet duidelijk. Zo werd in 2018 een stroomstootwapen tegen een 73-jarige demente man in een zorginstelling gebruikt, ondanks het feit dat een motie een jaar eerder het gebruik van de taser in een GGZ-instelling verbood. De politie en de GGZ maakten gezamenlijk een nieuw handelingskader voor het optreden van de politie.

Dit convenant maakte de weg weer vrij voor de inzet van het stroomstootwapen in GGZ-instellingen, waardoor de motie van de Kamer naar hun mening kwam te „vervallen”. De taser werd in de periode 2020-2021 tien keer ingezet in een GGZ-instelling tegen verwarde mensen met onbegrepen gedrag. In 2022 overleden twee burgers na getaserd te zijn.

Ongemakkelijke waarheden

Het is goed om scherp te kijken naar hoe de politie reageert wanneer ze geconfronteerd wordt met ongemakkelijke waarheden. Het begint met een gebrek aan zelfreflectie. Systeemkritiek wordt beantwoord met spelen op de persoon, en heel Nederland mag meedoen.

Want wat geschiedde, daags na de Op1-uitzending? Alles liep volgens het vaste stramien; er was „boosheid om optreden Roethof en Simons” bij politiebond ACP-voorzitter Wim Groeneweg. Hij sprak van „ridiculiseren”, had het over een verwijt van „klakkeloos gebruik”. Noch Roethof, de presentatoren of ikzelf hebben deze woorden in de mond genomen of daar ook maar op gehint. Maakt niet uit, want de tweet van de vakbond krijgt veel likes en retweets.


Lees ook dit interview met politiechef Frank Paauw: ‘Politiegeweld ziet er nooit mooi uit’

Dit keer geen uitbarstingen van dienders per open brief, zoals eerder toen een agent (Joeri, 2019) en een teamchef (2022) hun emoties de vrije loop lieten. Deze brieven bevatten standaard een uitnodiging voor een kopje koffie.

Na het gesprek bij Op1 ontdekte ik via Twitter dat ik door de politie uitgenodigd werd voor een tasertraining. Zowel de presentatoren van Op1, als Roethof en ik waren welkom. Geen uitnodiging voor Eduard Nazarski, die als ex-directeur van Amnesty International negatief tegen de taser adviseerde, en ook aan tafel zat.

Toen ik via Twitter reageerde dat een mailtje of telefoontje netter was geweest, meldde Helma Huizing, ‘strategisch woordvoerder’ van de korpschef en korpsleiding, dat ze twee uur voor de tweet een uitnodiging had gemaild. Mijn suggestie om volgende keer het antwoord af te wachten, bleef onbeantwoord.

Foto voor de socials

Inmiddels mag eenieder al dagenlang de meest racistische en seksistische dingen onder het Twitter-bericht van de politie posten. Zo faciliteert de politie racisme, seksisme en polarisatie. Over de inhoud van mijn kritiek gaat het niet. Eerst koffie, stroomstoten en een foto voor de socials.

Deze manier van handelen is funest voor onze democratie, voor het politieke en maatschappelijke discours, en voor de veiligheid van critici én elke burger van dit land.

Systeemkritiek wordt beantwoord met spelen op de persoon

Want ik word als volksvertegenwoordiger op het matje geroepen en ook als presentator, journalist of advocaat moet je blijkbaar op je hoede zijn. De uitnodiging moet publiekelijk: probeer dan maar eens ‘nee’ te zeggen. De Twitter-guillotine staat klaar.

Door deze manier van reageren gaat het vervolgens alleen over ‘Sylvana Simons’. Ik hoef geen open brieven van de korspleiding meer, of een uitnodiging voor een tasertraining. Ik wil een politieapparaat dat veilig is voor iedereen. Het vertrouwen van de burger in de politie moet terug. Dit betekent serieus omgaan met rapporten van Amnesty International, Controle Alt Delete, wetenschappers en activisten.

Het betekent iets doen met interne kritiek van collega’s. Onderzoeken instellen, maatregelen nemen, in het reine komen en afscheid nemen van krachten die het vooruitgangsproces ondermijnen. En koesteren van alles en iedereen die helpt de organisatie beter te maken. Ook als dat ongemakkelijk is.