De pirate die rebellenleider werd

Onder bevel van Josephine Rombouts schrijft over onderbelichte prestaties van opmerkelijke vrouwen. Deze week: de pirate die rebellenleider werd en Nederlands eerste vrouwelijke gevechtsleider.

Zheng Yi Sao op een gravure uit 1836.
Zheng Yi Sao op een gravure uit 1836.

Foto Wikimedia Commons

Toen het krijgersgraf een vrouwenskelet bleek te bevatten, besloten archeologen dat het geen krijgersgraf kon zijn. De wapens die eerst hadden aangetoond wat de status en bezigheid van deze bewoner van het Zweedse vikingdorp Birka waren geweest, werden opeens ingewikkelde vraagtekens. Waren het wapens van haar echtgenoot? Waren de botten van de meebegraven echtgenoot over het hoofd gezien? Was er een fout gemaakt bij het dna-onderzoek? Toen het echt om een eenzaam vrouwenskelet te midden van veel oorlogstuig bleek te gaan, opperden wetenschappers (m) dat dit het graf van een transgender zou zijn.

Over het fenomeen dat vrouwen en wapens in de moderne geschiedenis niet samengaan, stond ik te mijmeren toen mijn zoon vanaf de bank zei: „Mam, jij schrijft toch over vrouwen? Dit is een leuke.” Benieuwd wat mijn zestienjarige puber aanbevelenswaardig vond, liep ik naar de tv. Zijn kerstvakantieproject was het herbekijken van alle Pirates of the Caribbean-films en nu was hij bezig met nummer drie: At World’s End. Tussen alle smoezelige piraten (m) blonk de vrouwelijke hoofdpersoon uit in smetteloze chic, maar er was nog een andere vrouw in deze scène: een oudere pirate die een plek aan de vergadertafel had gekregen: Madame Ching. „Misschien niet echt iets voor mijn serie. Die gaat over werkelijke bestaande vrouwen die iets buitengewoons bereikt hebben.”

„Ze heeft echt bestaan hoor.” Mijn zoon haalde zijn smartphone erbij en las voor: „‘Zheng Yi Sao, Madame Ching of Ching Shih, had in 1805 400 jonks en 40.000 tot 60.000 piraten onder haar bevel.’ En hier noemen ze haar ‘de meest succesvolle vrouwelijke piraat ooit en een van de meest succesvolle piraten in de geschiedenis’. Nou, dat noem ik wel iets bijzonders.”

„Het klinkt gewoon een beetje te vergezocht”, bekende ik aan een vriendin, „om tussen mijn uitvindsters, politici en schrijfsters opeens een piraat erbij te halen.” We stonden in haar atelier, ik met een kop thee, zij geleund over een schilderij dat ze aan het schoonmaken was. Josien is restaurator en ik kom graag in haar atelier. „De krijgsgeschiedenis is toch een gebied waarin je echt hard moet zoeken naar vrouwen.”

„Mijn tante was de eerste vrouwelijke gevechtsleider bij de Nederlandse luchtmacht”, zei Josien terwijl ze geconcentreerd over het linnen veegde. Grappig, ken je iemand al jaren, komt opeens zo’n detail langs. „Ik ben naar haar vernoemd en daar ben ik enorm trots op. Zij was echt mijn voorbeeld toen ik opgroeide.”

„Maar je bent niet bij het leger gegaan.”

„Nee”, lachte Josien, „ik was pacifist en daar hadden we wel discussies over. Zij diende bij het leger omdat ze de oorlog had meegemaakt en voor vrede wilde vechten.” Dat klinkt dan wel weer een beetje Jeanne d’Arc, de vrouw als vredestichter, en het tegenovergestelde van de piraat. Ik besluit deze twee krijgers eens wat beter te bekijken.

Ming-dynastie

De pirate Zheng Yi Sao (ca. 1775-1844) was tijdens haar bewind niet oud en blind zoals in de Disneyfilm en ook niet bijzonder op bloed belust. Er is een podcast over haar waarin de Britse hoogleraar Chinese geschiedenis Ronald C. Po de feiten van de mythe scheidt: in het leven van de pirate was functioneel geweld net als functioneel bloot.

Aan de monding van de Parelrivier, tussen Macau en Hongkong, werkte ze als prostituee op een drijvend bordeel. Ze ontfutselde haar hooggeplaatste clientèle informatie en speelde de macht uit die die informatie haar verschafte. Het verhaal gaat dat een van de belangrijkste piratenleiders haar opzocht vanwege die faam en haar ten huwelijk vroeg. Een ander verhaal is dat zij hem aanbood zijn vrouw te worden op voorwaarde dat ze een aandeel van 50 procent in zijn onderneming kreeg. Zheng Yi stemde toe en Shi Yang werd Zheng Yi Sao: de vrouw van Zheng Yi. Dit power-couple stichtte een imperium dat uiteindelijk zo groot en machtig werd dat het een directe bedreiging werd voor de Ming-dynastie.

Josina van der Werff Foto familiearchief

Het lijkt nogal een contrast met het leven van de luitenant-kolonel Josina van der Werff (1922-2017). Ze kwam uit een gegoede familie in Amersfoort, ze was het zesde kind in het gezin met negen kinderen. Tijdens de oorlog volgde ze de kweekschool en daarna werkte ze voor het Commissariaat voor Oorlogsschade. Toen ze zich aanmeldde bij de Milva dacht ze ook daar administratief werk te gaan doen. Een krantenartikel dat jonge vrouwen moest overhalen bij de nieuwe vrouwelijke onderdelen van de krijgsmacht te gaan, zegt: „Onze vrouwelijke militairen zijn ongewapend. Want wapens dragen achten wij niet specifiek vrouwelijk. En dat moet het werk van de vrouw in dienst blijven. Een hulp van de man waar dat mogelijk is. Met het doel mannelijk personeel voor eigenlijke militaire oorlogstaken vrij te houden.”

De test die ze deed, wees echter uit dat ze geschikt was voor gevechtsleider, degene die verantwoordelijk is voor het leiden van vliegtuigen naar hun bestemming en ze na de actie veilig naar de basis terugloodsen. In de map documenten die ik van Josien heb gekregen, vind ik op een strookje papier iets wat lijkt op de resultaten van een psychologische test: „Karakter: iets agressief, betrouwbaar, loyaal, onbevangen.”

„Iets agressief.” Net genoeg, net niet te veel voor een vrouwelijke gevechtsleider? Ze nam de wapens op, deed bootcamps, was in NAVO-landen voor oefeningen en leidde vliegtuigen de lucht in tijdens de Koude Oorlog.

In de tijd dat Zheng Yi Sao piraat werd, had de Ming-dynastie de touwtjes stevig in handen en was het welbevinden van de laagste bevolkingsgroepen geen prioriteit. Het kustgebied waar zij opgroeide was arm en de vissers verdienden bij door te smokkelen en handelsschepen te overvallen. Het koppel Zheng Yi en Zheng Yi Sao lukte het om een federatie te stichten van al deze parttime-piraten die elkaar beconcurreerden.

Argwaan

Ooggetuigenverslagen wijzen uit dat zij de logistiek leider was en de federatie naar een nieuw niveau bracht: dorpen konden belasting betalen zodat ze beschermd werden en kapiteins van handelsschepen konden een paspoort kopen om niet aangevallen te worden. De wetten die zij op hun vloot invoerden, dringen het hele beeld van woest chaotische piraterij nog verder naar de achtergrond: een verdeling van de buit in procenten, op muiterij en ongehoorzaamheid stond de doodstraf evenals op mishandeling of verkrachting van vrouwen die gevangen waren genomen.

Tegen 1810 sprak de Chinese regering niet meer over piraten maar over rebellen. Verslaan lukte niet dus ze boden Zheng Yi Shao amnestie aan. De onderhandelingen stokten door de hoge eisen die ze stelde en de argwaan die de leger- en piratenleiders tegenover elkaar hadden.

Ze doorbrak de impasse door ongewapend, enkel begeleid door twintig piratenvrouwen en kinderen, naar het regeringsgebouw te lopen. Tamelijk opportunistisch voor iemand die 40.000 tot 60.000 niet-zachtzinnige soldaten onder zich had, om de kaart van weerloze vrouw te spelen, maar het werkte. Haar eisen werden ingewilligd, ze behield schepen en manschappen om in de zouthandel te gaan en verkreeg amnestie voor al haar piraten. Als een van de zeer weinige piratenleiders zag ze haar kinderen en kleinkinderen opgroeien en stierf in haar eigen bed. Van een meisje dat in een bordeel zat te wachten op klanten tot een vrouw die de wapens opnam, een rebellenleider die de regering op de knieën dwong.

Misschien heeft Zheng Yi Sao meer gemeen met luitenant-kolonel Van der Werff dan ik dacht. Van der Werff stelde in een interview: „Vrede en veiligheid zijn te belangrijk om alleen aan mannen over te laten.”