De opvang van een Oekraïense vluchteling levert 80 euro per dag op, die van een Syrische vluchteling maar 60

ZAP Yora Rienstra stuit op schrijnende verhalen tijdens haar reis door Nederland om de vluchtelingencrisis te onderzoeken. Maar wil ze de angst van Overijsselse dorpelingen wel écht begrijpen?

Twee Syrische broers hebben asiel aangevraagd in Nederland, en hopen dat hun moeder mag nareizen.
Twee Syrische broers hebben asiel aangevraagd in Nederland, en hopen dat hun moeder mag nareizen. Beeld VPRO.

Goede vraag: hoe zou de Joodse opa van cabaretière en programmamaakster Yora Rienstra, die op zestienjarige leeftijd vanuit Duitsland naar Nederland vluchtte, in 2023 zijn ontvangen? In een villa, zoals de Oekraïense vluchtelingen die Rienstra bezoekt in het Friese Aldtsjerk, of buiten in een geïmproviseerde noodtent, zoals de Syrische broers die nu tussen vier plastic schotten in een evenementenhal in het Groningse Zuidbroek wonen?

In de tweede aflevering van Half Holland in crisis (VPRO), waarin Rienstra door Nederland reist om de gevolgen van de klimaatcrisis, de vluchtelingencrisis en de personeelscrisis te onderzoeken, gaat het maandagavond over de vluchtelingencrisis in Nederland. Het verhaal van de Syrische broers valt Rienstra zwaar. Hun moeder heeft kanker, ze hopen dat ze haar kunnen helpen. Kleine kans, zegt hun advocaat; de jongens zijn meerderjarig, dan mag alleen een echtgenoot nareizen. Ga maar na: in Nederland kwamen er in 2022 in totaal 46.460 asielzoekers naar Nederland. Dat zijn een paar levensverhalen.

Sterk is ook hoe het programma laat zien dat het méér geld oplevert om Oekraïense vluchtelingen op te vangen, dan het oplevert om asielzoekers op te vangen. Dat zit zo, zegt onderzoeksjournalist Sonny Motké: de nood voor de opvang van Oekraïners vond men zo hoog, dat beleidsmakers een prikkel wilden geven om dát probleem snel op te lossen. De opvang van een Oekraïense vluchteling, die in Nederland niet meteen asiel hoeft aan te vragen, levert daarom 80 euro per dag op, terwijl dat voor een Syrische vluchteling 60 euro is. Het onvoorziene bijeffect: een onderlinge strijd om opvanglocaties.

Maar één politieauto

Minder sterk is de ambitie om in drie keer veertig minuten de grootste crises van onze tijd te willen blootleggen. Bij zulke enorme onderwerpen gaat er aan nuance verloren, en die nuance moest het in de tweede aflevering vooral aan de kant van de ontevreden burgers ontgelden. Zo sprak Rienstra in het Overijsselse Albergen, waar dorpsbewoners deze zomer de straat opgingen nadat bekend werd dat driehonderd asielzoekers hun intrek zouden nemen in een hotel, met Hennie de Haan, woordvoerster van de omwonenden – en tot voor kort overigens ook voor de vakbond voor pluimveehouders. Waar de bewoners zich nou zo’n zorgen over maken, wilde Rienstra weten. Er komen „alleenreizende mannen”, dat maakt de vaders van tienerdochters angstig, weet De Haan. En, zegt ze, Albergen is een kleine plattelandsgemeente, er is maar één politieauto.

Lees ook: Een akelig, grimmig en strafbaar soort nationalisme – en dat op de avond van het Songfestival

Onhandig geformuleerde, maar geen onbegrijpelijke zorgen, weet de kijker die vorige week de vierde aflevering van Rutger en de nationalisten (PowNed) zag. Daarin uitten drie bewoners van het Groningse Ter Apel hun zorgen over de hoeveelheid inbraken, autokraken en intimidaties in hun dorp. Ter Apel, dat het aanmeldcentrum voor asielzoekers huist, gaat gebukt onder de overlast van een groep van zo’n honderdvijftig asielzoekers met een kleine kans op een verblijfsvergunning, ook wel ‘veiligelanders’ genoemd. „En dan praten we dus niet over oorlogsvluchtelingen”, zegt een bewoonster in Rutger en de nationalisten. Niet over de vreselijke verhalen die zij óók hoort van de Syrische vluchtelingen in haar supermarkt.

Rienstra, die over het Groningse Zuidbroek weet te vertellen dat mensen er „nog brieven op de post” doen, en het Friese Aldtsjerk „the middle of nowhere” noemt, kiest ervoor uitgebreider in te gaan op de volgens De Haan ‘levensgevaarlijke’ weg waaraan de nieuwe opvanglocatie in Albergen ligt. „Straks ben je dus drie maanden uit Syrië hierheen komen lopen”, zegt ze, „en dan word je op zo’n lullig landweggetje in Albergen kapotgereden.” Ik zal hier niet uitweiden over de kloof tussen stad en platteland, maar die begint volgens mij bij niet écht je best doen de angst van Overijsselse dorpelingen te begrijpen. Of die nou reëel is of niet.

vervangt deze week Rinskje Koelewijn.