Een doorgesneden onderzeese stroomkabel tussen Estland en Finland, een in brand gestoken marineschip van de Russische Baltische vloot op 160 kilometer van de Zweedse kust, een Russische schaduwvloot van oude, nog net niet lekkende olietankers, geheimzinnige explosies voor de kust van Denemarken waarmee de Nordstream 1 en 2 zijn opgeblazen, een door Russische hackers lamgelegd Estisch internet, kunstmatig gecreëerde interetnische spanningen in Letland.
Als ergens de hybride oorlog tussen het Westen en Rusland op volle sterkte woedt, dan is het in het Balticum. In de negen landen in het gebied rondom de Baltische Zee en de Finse Golf zijn de spanningen sinds de Russische invasie van Oekraïne, in februari 2022 zo hoog opgelopen, dat er maar weinig lijkt te hoeven gebeuren om de boel te laten exploderen. Onvoorspelbaar is wie het dan zal winnen, ook al heeft de NAVO op het eerste gezicht de sterkste kaarten in handen en is de EU dankzij de terugkeer van de onvoorspelbare Donald Trump in het Witte Huis meer verenigd dan ooit.
Waar de conventionele oorlog in Oekraïne redelijk overzichtelijk is, ook omdat Rusland er maar niet in slaagt om grote terreinwinst te boeken, is de uitkomst van de hybride strijd in het Balticum onvoorspelbaar. Sterker nog, als je je vergrootglas van het Oekraïense front verplaatst naar dat andere, op het eerste gezicht onzichtbare strijdtoneel in Noord-Europa, dan blijkt het zowel met die eenheid binnen de EU als met de slagkracht van de NAVO nogal tegen te vallen. Precies dat was de reden voor Oliver Moody, de Britse correspondent van The Times in Duitsland, om het Balticum aan een nader onderzoek te onderwerpen.
Het heeft een onthullend boek opgeleverd, gebaseerd op tientallen gesprekken met toonaangevende politici, diplomaten, militaire analisten en andere deskundigen uit alle betrokken landen: Finland, Rusland, Polen, Duitsland, Zweden, Denemarken, Estland, Letland en Litouwen. Bij elkaar genomen proberen ze een antwoord te geven op de vraag wat Vladimir Poetin nu eigenlijk wil. En of dat nu oorlog is of niet, het antwoord op die vraag is in hoge mate verontrustend en bewijst eens te meer dat iedereen in het Westen uit zijn comfortzone zal moeten treden om het gevaar op tijd te keren. Lukt dat niet, zo schrijft Moody, dan zal dat grote gevolgen hebben voor de toekomst van Europa en het Westen als geheel.
Uit alles wat de Britse journalist in zijn helder geschreven en knap gecomponeerde boek te berde brengt, blijkt dat in het Balticum een nieuwe frontlijn is getrokken in de strijd tegen de Russische heerschappij in dat gebied.
Die strijd is niet begonnen met Ruslands invasie van Oekraïne in 2022, maar dateert al van honderden jaren eerder, toen Russische vorsten hun gebied westwaarts wilden uitbreiden. Vladimir Poetin is in dat opzicht een heraut van een oud verlangen. Dat bleek toen hij in juni 2022, naar aanleiding van de door tsaar Peter de Grote gevoerde Grote Noordse Oorlog (1700-1721), zei dat Rusland toen geen grondgebied van zijn tegenstander Zweden afpakte, maar slechts terughaalde wat van Rusland was: het gebied van de Baltische landen, Finland en Oekraïne.
Boris Jeltsin
Het klinkt allemaal heel stoer, temeer omdat de massale Russische invasie van Oekraïne al vier maanden bezig was. Maar vergeet niet dat Poetins voorganger Boris Jeltsin hetzelfde had kunnen zeggen. Ook hij streefde na 1991 naar een restauratie van de Sovjet-Unie, alleen had Rusland er in die jaren van economische chaos de middelen niet toe.
Poetins dreigende taal uit 2014 dat het Russische leger binnen 48 uur Polen en de Baltische staten zou kunnen innemen, heeft in die landen dan ook alle alarmklokken laten afgaan. Temeer omdat iedereen er zijn nationale geschiedenis kent en beseft dat een voormalig imperium altijd een bolwerk van territoriale rancune en frustraties zal blijven. Moody haalt daartoe een Russische diplomaat aan die hem vertelt dat Poetin weliswaar geen groot strateeg is, maar wel een behendig tacticus. Daarmee lijkt hij meteen Ruslands huidige politiek te verklaren van doen alsof het vrede wil, terwijl het gewoon doorgaat met het bestoken van Oekraïense steden met raketten.
De Baltische staten, Polen en Finland, die alle vijf aan Rusland grenzen, zijn zich extra bewust van het grote gevaar dat hun grote oosterbuur voor hen vormt. Alleen daarom al steunen ze Oekraïne veel meer dan hun weifelende bondgenoten dat doen. Voor Estland, Letland en Litouwen is die steun vooral te herleiden op het feit dat de Sovjet-Unie in 1940 een einde maakte aan hun kortstondige onafhankelijkheid en alle artsen, leraren, advocaten en professoren executeerde of naar de Siberische goelag deporteerde. Omgekeerd vestigde Moskou na 1945 duizenden etnische Russen op hun grondgebied om er de industrie te helpen opbouwen. Tot op de dag van vandaag vormen die Russen een potentiële binnenlandse vijand, die Poetin kan inzetten om onrust te stoken.
Vergelijking met 1989
Moody vertelt in kort bestek de bewogen geschiedenis van de drie landen, waarbij hij benadrukt hoe het Westen in 1989 hun onafhankelijkheidsstreven probeerde te ontmoedigen om Gorbatsjov niet voor het hoofd te stoten. Een vergelijking met de huidige halfslachtige westerse steun voor Oekraïne en de angst om Poetin nog agressiever te maken dan hij al is, ligt hier volgens Moody voor het oprapen. Daarbij had het Westen in 1989 weinig vertrouwen in hun succes. Dat Estland bijvoorbeeld een IT-revolutie zou meemaken en een hypermodern land zou worden, had toen niemand verwacht.
Het welvarende Estland zet zich het felst af tegen Rusland. Toen in 2007 een Sovjet-oorlogsmonument in Tallinn werd verwijderd en er een diplomatieke rel uitbrak, waarbij Rusland een cyberoorlog tegen Estland begon, sprak de Estische minister van Defensie schertsend al van de „eerste akte van de Derde Wereldoorlog”. Daarom moet Estland voortdurend bij de Verenigde Staten om aandacht bedelen. Want bij een nieuwe Russische inval komt het erop aan dat het Witte Huis artikel 5 van het NAVO-handvest in werking stelt.
In het veel minder succesvolle Letland ontkracht Moody de mythe van de onderdrukking van de etnisch Russische minderheid. Eerder is sprake van haar toenemende integratie. Volgens opiniepeilingen keurt zelfs de helft van de etnische Russen de inval in Oekraïne af. Ook zou Rusland het hebben opgegeven om etnische onrust in het land te stoken.
Verplichte nieuwsanalyse
Een van de boeiendste hoofdstukken uit Baltic handelt over Finland, dat sinds 2023 NAVO-lid is geworden na jarenlang voortreffelijke betrekkingen met Poetin te hebben onderhouden. Inmiddels heeft het een superieure defensie opgebouwd met schuilkelders voor miljoenen Finnen en Amerikaanse kruisraketten die Rusland diep landinwaarts kunnen raken. Maar het belangrijkste wapen is misschien wel dat het op school verplicht onderwijs heeft in het onderscheiden van nieuws van nepnieuws.
Moody heeft ook oog voor het milieu in de Baltische Zee, die een grote afvalput blijkt te zijn. Zo is er aan het einde van de Tweede Wereldoorlog 40.000 ton mosterdgas opgeslagen en liggen er 160.000 mijnen en 200.000 bommen, torpedo’s en granaten op de zeebodem. Mochten die gaan lekken, dan is een grote milieuramp nog altijd niet aan de orde. Die dreigt wel als gevolg van de giftige, in 1980 verboden TBT-verf op de rompen van de schepen van de Russische schaduwvloot en de grote hoeveelheden koper, lood, thallium en het radioactieve isotoop cesium-137 uit de kerncentrale in Tsjernobyl, die in de Baltische Zee zijn gedumpt.
Vooralsnog is de Russische sabotage van de infrastructuur in die zee het grootste gevaar voor de stabiliteit in dat gebied. Volgens de NAVO heeft Rusland zelfs mijnen bevestigd aan de duizenden kilometers lange onderzeekabels.
Imperium van hopeloosheid
In het hoofdstuk ‘Imperium of hopelessness’ komt Moody eindelijk toe aan de beantwoording van de vraag wat Poetin nu eigenlijk wil. Natuurlijk moet ook hij daarnaar gissen, maar opnieuw baseert hij zich op Russische informanten, van emigranten tot diplomaten en politici. De grote gemene deler van hun antwoorden is dat Poetin niet zozeer uit is op een nederlaag van de NAVO op het slagveld, maar dat hij het Westen wil verzwakken en zijn cohesie wil laten afbrokkelen.
De interessantste van die informanten is de satirische schrijver Viktor Jerofejev, die tot zijn vlucht naar Berlijn in 2022 vrienden had binnen het Kremlin. Volgens hem probeert Rusland zich krampachtig te verzetten tegen zijn uiteenvallen en moet het daarom oorlog voeren. Op Moody’s vraag waar het op uit is voor zover het Europa betreft, antwoordt hij dat het naar verovering verlangt, maar ook dat het zijn vroegere invloedssfeer wil herstellen, de NAVO wil terugdringen, ‘respect’ en een status als supermacht nastreeft, maar ook agressie omwille van agressie pleegt. Het is een wanhoopsoffensief om alles bij het oude te kunnen houden.
In dat streven past ook Poetins wens om de Baltische landen in te lijven. De Russische president wordt daarin gesterkt door het vermoeden dat de VS artikel 5 van het NAVO-handvest om zulke kleine landjes niet in werking zullen stellen. Ook beschouwt een groot deel van de Russische politieke elite de Baltische landen als irritante verdwaalde schapen, die door een nieuwe Peter de Grote terug naar huis moeten worden gebracht.
Lees ook
In de Oostzee gaat het Westen meer en meer de confrontatie met de Russen aan, zonder rol van de Verenigde Staten
Als Moody in zijn laatste hoofdstuk de zwakke punten van de NAVO opsomt, zoals de incompatibele wapensystemen van de verschillende lidstaten en het schrijnende tekort aan materieel en manschappen, ga je je alleen maar nog meer zorgen maken. Door zijn boek besef je nog meer dat het er in het Balticum erop of eronder is en dat alleen een sterke westerse afschrikking erger kan voorkomen.
