De Opel Grandland is zuinig, maar laadt echt te langzaam

Opels. Ik had er een. Een Omega, tot begin deze eeuw dé zakenbak voor betere vertegenwoordigers. Tweedehands goedkoop gekocht toen kind één tot aankoop van wiegjes, wagentjes en auto’s met veel ruimte noopte. Dan nam je deze. Opel anno 1990 was wat Van der Valk was voor het als keten wilde meetellen, eenvoudig maar voedzaam. Hij roestte, maar dat deden BMW’s toen ook. Ik hield van die auto. Nooit kapot en alles kon mee.

De nazaten van de rechtschapen, degelijke Opel-mens kregen kuren. De succesvolle twintigers van de jaren negentig werden hedonistische yuppen, en Opel hoopte mee te liften op die tijdgeest. Het gentrificeerde beschroomd, zoals Van der Valk verhiltonde. Er kwam een lifestyle-stadsauto, de Adam, waarin alleen Opel een serieuze concurrent van de Fiat 500 zag. Op een dag reden er Opel Corsa’s met verwarmbaar stuur rond. Intussen kon Opel de erosie van de Golf-klasse en de hogere middenklasse, waarin het van Kadett tot Omega van oudsher sterke posities had, onvoldoende compenseren met succesvolle suv’s. Zo werd het een overnameprooi voor het Franse merkenconglomeraat Stellantis. Dat beloofde Opel enige bewegingsvrijheid, maar onderwierp het snel aan de technische gelijkschakeling van de bestaande Stellantismerken. De elektrische Opel Grandland staat op het platform van de elektrische Peugeot 5008. Gezien mijn ervaringen met die huisgenoot weet ik niet of de Opelmens daar dankbaar voor moet zijn. Hoog verbruik, belabberd uitzicht.

Afbeelding met meerdere focuspunten die samen een verhaal vormenZoom in voor details van de Opel Grandland
Klik op de punten voor uitleg over de details.Merlijn Doomernik

Ook in de Grandland is het zicht rondom niet top. Wel ziet hij er beter uit. Tegenover de pantserwagenachtige grofheid van de 5008 stelt hij de Opeliaanse rechtlijnigheid die de huidige, technisch ook tot Stellantis-kloon getransformeerde middenklasser Astra tot beste ontwerp in zijn genre maakt. Zonder Peugeots designgefröbel oogt het strakke Opel-dashboard rustgevend systematisch. Het dunne stuur pakt fijn aan, het balkje met fysieke schakelaars onder het multimediasysteem herbergt van stoel- en stuurverwarming tot voor- en achterruitverwarming alle functies die je onder handbereik wilt hebben. Handig is de snelkoppeling onder het infotainmentscherm naar een overzicht van alle in- en uitschakelbare assistentiesystemen. Vreemd is het uitrustingspakket van de testauto, altijd symptoom van delicate kostenplaatjes. Je ziet Opel rekenen om nog een beetje winst te kunnen maken. Wel een head-updisplay, geen elektrisch verstelbare stoelen. En wat een oer-Duitse kleurstellingen voor het meubilair: zwart met houterige witte blokken – die couleur locale kreeg zelfs Stellantis er niet uit. Maar het lijntje met de sfeerverlichting loopt tenminste keurig recht en dat doen automerken met meer poeha soms pijnlijk slechter.

Net als bij de 5008 zijn de achteruitkijkspiegels te klein
• Net als bij de Peugeot e-5008 een idioot grote laadklep, bij oplaadsessies op nauwe parkeerplaatsen een groot risico
Verlicht merklogo achter, je kon er bij trendvolger Opel op wachten
Moeiilijk uit te leggen, maar deze vrolijk bedoelde kleurencombinatie kan alleen maar Duits zijn

Foto’s Merlijn Doomernik

Anders dan bij Peugeot is een zevenzitsversie niet leverbaar. Des te beter. Heb je tenminste een normale kofferruimte en kinderrijke gezinnen worden zeldzaam. Met 2.132 kilo is de Grandland iets lichter dan de 5008, maar vreemd genoeg ligt het maximale laadvermogen met 568 kilo veel lager dan de 707 kilo van Peugeot. Misschien hebben de Opel-ingenieurs, als ze nog iets te zeggen hebben, beter begrepen wat overbelasting kan aanrichten met die door het batterijpakket al zwaarbelaste achteras.

Ernstig langzaam laden

Nu de efficiency. Die lijkt bij Opel mee te vallen. De voor zijn klasse schappelijke 18,3 kWh per honderd kilometer heb ik met de Peugeot nergens gehaald. Maar dan het laden. Ik doe het bij een Fastned-station dat ik via de Opel-navigatie ruim van tevoren als bestemming invoer. Normale EV’s beginnen dan tijdig met de voorverwarming van de accu, zodat die bij aankomst de voor het laadproces optimale bedrijfstemperatuur heeft bereikt. Behalve de Grandland, die niet eens standaard met warmtepomp is uitgerust. Vraagt Opel 799 euro extra voor. Hoe dan ook komt de beloofde laadsnelheid van 150 kW in de praktijk niet boven de 60 uit, vrij ernstig. Dus als je Opel trouw wilt blijven, beste kleinzoon van die trotse Omega-vertegenwoordiger, bestel hem met warmtepomp en de grotere 82kWh-accu, anders wordt de nostalgie je dood. Misschien kan de relatief betaalbare Opel kortstondig profiteren van de Tesla-haat die kopers weghoudt van de technisch superieure Tesla’s Model 3 en Y. Anderzijds: nu VW de basisprijzen voor de royale en vrijwel foutloze ID.7 met 9.000 euro heeft verlaagd naar onder de 50 mille, zullen de klonen van Stellantis het nog moeilijker krijgen, al laat ook VW je bijbetalen voor een warmtepomp. Enfin, je kunt de Grandland ook gewoon met een benzinemotor of als plug-inhybride aanschaffen. Voor die vluchtweg zie je dan ook steeds meer consumenten kiezen. Begrijpelijk, maar een geduchte spaak in het wiel van de energietransitie.