Nederlandse gemeenten rekenen gezamenlijk op 14,4 miljard euro aan opbrengsten uit belastingen en heffingen in 2025. Dit is 8 procent meer dan in 2024, zo blijkt uit nieuwe cijfers die het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) woensdagochtend deelde.
De stijging is vergelijkbaar met die van het jaar ervoor, toen de opbrengsten met 8,5 procent toenamen. „Het is een behoorlijke toename, hoger dan de inflatie, maar veel zaken waar de heffingen op gebaseerd zijn stijgen sterk in prijs. Huizenprijzen zijn bijvoorbeeld meer gestegen dan de inflatie” licht Peter Hein van Mulligen, hoofdeconoom van het CBS, toe. „Net als de lonen van gemeentepersoneel dat verantwoordelijk is voor afvalverwerking.”
In de gemeenten Renkum en Amsterdam stijgen de ozb-opbrengsten bijna met een derde ten opzichte van vorig jaar. Deze toename wordt veroorzaakt door een verhoging van het percentage waarmee de belasting wordt berekend. In Renkum staat hier een verlaging van de rioolheffing en het afschaffen van de hondenbelasting tegenover. Over alle gemeenten nemen de ozb-opbrengsten gemiddeld met 8,6 procent toe. De grootste daling is in Hoogenveen. Hier verlaagde de gemeente het tarief, omdat er geld over was op de jaarrekening van 2023.
Grootste deel komt uit ozb
Verreweg het grootste deel, 84 procent, van de begrote inkomsten komt uit de onroerendezaakbelasting (ozb) (41 procent), afvalstoffen- en rioolheffing (33 procent) en parkeergelden (10 procent). Gemeenten mogen zelf bepalen hoe belastinginkomsten zoals die uit de ozb en parkeerbelasting besteed worden. De opbrengsten van heffingen mogen alleen gemaakte kosten dekken.
Parkeerheffingen leveren naar verwachting 154 miljoen euro meer op dan vorig jaar. Vooral de vier grote steden profiteren hiervan: samen verwachten zij 97 miljoen extra parkeerinkomsten door een combinatie van hogere parkeertarieven en een uitbreiding van het gebied waar betaald parkeren geldt.
De opbrengsten van gemeentelijk heffingen en belastingen vormen samen ongeveer een zesde van de totale inkomsten van gemeenten. De belangrijkste inkomstenbron is het gemeentefonds van de rijksoverheid. Daarnaast krijgen gemeenten doel-specifieke uitkeringen van het Rijk en halen gemeenten opbrengsten uit bijvoorbeeld huren, pachten en grondverkoop.
In 2026 verandert de manier waarop het Rijk gemeenten financiert. In dit zogenoemde ‘ravijnjaar’ is een bezuiniging van ongeveer 2,3 miljard euro op de rijksbijdragen aan gemeenten ingeboekt. Tegelijkertijd komen er steeds meer taken bij de gemeenten te liggen. Toch lijken gemeenten niet voor te sorteren op het opvangen van de afname van de rijksbijdragen door hun inkomsten uit belastingen en heffingen te verhogen. „Een ravijnjaar ondervang je niet door de parkeertarieven te verhogen” zegt Van Mulligen. „De mogelijkheden voor het nemen van een voorschot op een mogelijk tekort zijn maar beperkt.”
