De oorlog lijkt funest voor de Oekraïense oligarchen


Oligarchen Betekent de oorlog het definitieve einde van het oligarchensysteem in Oekraïne? De Russische president Vladimir Poetin bombardeert hun fabrieken en ander bezittingen en de Oekraïense overheid neemt die in beslag. Oekraïners zijn er niet rouwig om.

Twee Oekraïense oligarchen in gesprek: toenmalig president Petro Porosjenko (links) sprak in 2015 met Igor Kolomojsky, destijds gouverneur van de toenmalige regio Dnipropetrovsk (nu Dnipro geheten), op het presidentieel kantoor in Kiev.
Twee Oekraïense oligarchen in gesprek: toenmalig president Petro Porosjenko (links) sprak in 2015 met Igor Kolomojsky, destijds gouverneur van de toenmalige regio Dnipropetrovsk (nu Dnipro geheten), op het presidentieel kantoor in Kiev.

Foto Mikhail Palinchak/EPA

Het is de nieuwe realiteit in het zakenimperium van Rinat Achmetov, de rijkste man van Oekraïne. Zijn energiebedrijf DTEK plaatste op de laatste maandag van 2022 op Facebook een overzicht van de week ervoor. Puntsgewijs stond er: „Rusland heeft opnieuw een energiefaciliteit beschoten. Een medewerker kwam hierbij om het leven, een andere raakte gewond. Het bedrijf moest stoppen met het opwekken van elektriciteit.”

Het was de zoveelste aanval van Rusland op de energie-infrastructuur van Oekraïne. En vaak is Achmetovs DTEK daarvan het doelwit. Hij zag al hoe zijn twee staalfabrieken in Marioepol met de grond gelijk werden gemaakt toen Rusland de havenstad aanviel. In een schriftelijke reactie aan NRC schat een woordvoerster van Achmetov de schade door het verlies van de twee fabrieken op 17 tot 20 miljard dollar (15,9 tot 18,7 miljard euro).

Ze somt op wat hij verder heeft verloren door de oorlog. Hij is landbouwbedrijven kwijtgeraakt doordat die in door Rusland bezet gebied liggen, zijn treinen staan vast in bezet gebied, en mijnen liggen stil. „Dit is geen definitieve lijst van verliezen van Achmetovs bedrijf”, voegt de woordvoerster toe. De miljardair heeft een rechtszaak tegen Rusland aangespannen bij het Europees Hof voor de Rechten van de Mens voor de geleden schade. Hij eist een „billijke” vergoeding van Moskou. Volgens het Amerikaanse tijdschrift Forbes daalde Achmetovs vermogen van 7,6 miljard dollar in 2021 naar 4,2 miljard dollar vorig jaar.

Oorlog als kans voor ‘de-oligarchisering’

Niet alleen Achmetov moet sinds de Russische invasie van Oekraïne klappen incasseren. De Oekraïense oligarchen, zoals de rijkste Oekraïense zakenmensen bekend staan die de afgelopen dertig jaar een zwaar stempel drukten op het land, hebben door de oorlog „significante” politieke en economische invloed verloren, concludeert bestuurslid Olena Galoesjka van het Oekraïense anticorruptiecentrum AntAC.

Dat biedt kansen, denkt parlementariër Anastasia Radina van Dienaar van het Volk, de partij van president Volodymyr Zelensky, en voorzitter van de parlementaire anticorruptiecommissie. „De oorlog is hét moment om van hen af te komen.” Mychailo Minakov van het Kennan Institute klinkt hoorbaar opgetogen. „De oorlog is een waterscheiding. We zitten in een fase van de-oligarchisering.”

De oorlog is hét moment om van ze af te komen. We zitten in een fase van de-oligarchisering

Mychailo Minakov Kennan Institute

De Oekraïense oligarchen, van wie Achmetov de bekendste is, houden volgens critici de politiek, de economie, de media en het juridische systeem in hun greep. Ze wisten bedrijven te bemachtigen in sleutelsectoren als energie, industrie en landbouw. Ze bouwden een eigen media-imperium op, waarmee ze de publieke opinie konden beïnvloeden en hun tegenstanders zwart konden maken. Ze verbonden zich aan politieke partijen en hun leiders, die hun belangen behartigden.

Sommigen van hen koesterden warme relaties met Rusland. Achmetov zat in het parlement voor de partij van oud-president Viktor Janoekovitsj, die in 2014 vluchtte naar Rusland. Een andere oligarch, Petro Porosjenko, werd zélf president, tussen 2014 en 2019. Zodoende omstrengelde een groep oligarchen Oekraïne, tot frustratie van de bevolking.

Nu zien de oligarchen hun macht ineenzakken. In de oorlog bezwijken al hun machtspilaren. Want niet alleen de economische bezittingen van Achmetov hebben te lijden onder de gevechten: in april bombardeerde Rusland de olieraffinaderijen van Igor Kolomojsky. En de fabrieken van Dmytro Firtasj zijn eveneens onder vuur genomen, ondanks diens nauwe banden met de Russische politici.

In oorlogstijd heeft ook de Oekraïense overheid haar oog laten vallen op de oligarchen. In november confisqueerde ze ondernemingen van oligarchen die belangrijk zijn voor de oorlogsindustrie. Het gaat om olie-, vliegmotoren-, transformator- en vrachtwagenbedrijven. „De oligarchen zetten deze fabrieken niet in voor de oorlog”, zegt Petro Boerkovsky van de stichting Democratische initiatieven in Kiev.

Door het verlies van hun bezittingen schat Forbes het vermogensverlies van de oligarchen op miljarden dollars. „Hoe minder inkomsten, hoe minder geld ze hebben om invloed te kopen”, zegt Radina verheugd.

Geen ingang meer naar de politiek

De overheid interesseert zich niet alleen voor hun bezittingen, ook de bewegingsvrijheid van de oligarchen wordt ingeperkt. De Oekraïense geheime dienst arresteerde in april oligarch en Poetin-vertrouweling Viktor Medvedtsjoek, wegens landverraad. Hij is in september geruild tegen Oekraïense krijgsgevangenen. De eigenaar van een geconfisqueerde vliegmotorenfabriek, Vjatsjeslav Bogoeslajev, is opgepakt op verdenking van samenwerking met Rusland.

De oligarchen hebben hun ingang naar de politiek, de tweede pilaar onder hun macht, verloren, concluderen Radina en Boer-kov-sky. „De staat en de politiek zijn gericht op de militaire overwinning”, legt Radina uit. „Al het beschikbare geld moet worden aangewend om het leger en de bevolking te steunen. Iedere parlementariër voelt zich daarvoor verantwoordelijk. Overheidsgeld wordt dus niet meer doorgesluisd naar oligarchen, ook omdat het vaak gaat om buitenlands geld. Als er internationaal ook maar enige aarzeling bestaat over de bestemming van het geld, schieten we onszelf in de voet.”


Lees ook: Machtige oligarchen bepalen richting Oekraïne

Boerkovsky stelt dat Oekraïene voor het eerst sinds de onafhankelijkheid een president heeft op wie de oligarchen geen vat krijgen. Zelensky heeft zoveel vertrouwen onder de bevolking dat geen oligarch de president durft aan te vallen, zoals ze gewend waren. „Dit is de eerste keer dat Oekraïne zich schikt naar een gekozen leider, zoals hoort in een democratie. De oligarchen hebben te gehoorzamen en te luisteren, en niet te dicteren.”

Dat geldt ook voor Kolomojsky, de oligarch die ervan wordt verdacht 5,5 miljard dollar te hebben verduisterd. Via diens mediakanaal kwam Zelensky aan de politieke top. Dit zou de president gevoelig maken voor Kolomojsky’s invloed, maar in de praktijk lijkt daar geen sprake van te zijn. „Er is geen bewijs voor”, zegt Galoesjka van anticorruptiecentrum AntAC afgemeten. Een van de vijf geconfisqueerde fabrieken was in het bezit van Kolomojsky. Naar verluidt is hem vorig jaar zelfs de Oekraïense nationaliteit ontnomen.

De Oekraïense bevolking, die een hoge prijs betaalt tijdens de oorlog, zal straks niet terugwillen naar een land waar oligarchen de dienst uitmaken

De oligarchen hebben ook hun derde machtswapen uit handen moeten geven: op hun televisiezenders hebben ze het niet meer voor het zeggen. Sinds het begin van de oorlog hebben bijna alle kanalen besloten samen op te trekken en staan ze onder toezicht van de overheid. In een televisiemarathon zenden ze dagelijks non-stop dezelfde programma’s uit, met alleen maar berichtgeving over de oorlog.

Achmetov nam in juli zelfs afstand van zijn mediabedrijf. Dit was een gevolg van de wet op de-oligarchisering, die de politieke en economische invloed van oligarchen moet terugdringen. Achmetov ziet zichzelf overigens niet als ‘oligarch’, vanwege de negatieve bijklank, maar als investeerder, filantroop en voorzitter van de voetbalclub Sjachtar Donetsk.

Oligarchengeld voor bewapening

Hoe hoopvol Boerkovsky en Galoesjka ook zijn over de tanende macht van de oligarchen, het steekt hen dat de rijkste mannen van het land hun miljarden niet aanwenden voor de verdediging van Oekraïne. Ze moeten geld genoeg hebben voor de aankoop van bijvoorbeeld drones, voertuigen en kleding. Achmetovs woordvoerster laat weten dat hij wel degelijk geld steekt in de verdediging van Oekraïne. Boerkovsky beaamt dat. „Achmetov toont zich een Oekraïense patriot. Hij is openlijk anti-Russisch. Hij doet meer dan alleen zijn bezit beschermen.”

Maar over andere oligarchen weten hij en Galoesjka niets. „Waarom kunnen de oligarchen niet voor Starlinks betalen? Die kosten zijn een schijntje voor hen. Ze hebben al zoveel verwoest in het land – de corruptie, ze behartigden Russische belangen in Oekraïne, Kolomojsky stal 5,5 miljard dollar. Vraag om vergiffenis en help ons”, zegt Boerkovsky met licht trillende stem.

Het maakt voor Boerkovsky en Galoesjka duidelijk hoe de oligarchen Oekraïne zagen: als wingewest. „Alles wat ze doen, is ter zelfverrijking”, merkt Galoesjka verbitterd op. „Met al hun geld kunnen ze meer voor Oekraïne betekenen, ook Achemtov. Zijn bedrijven worden vernietigd door de Russen. Dus hij moet belang hebben bij een snelle Oekraïense overwinning.” Boerkovsky voegt eraan toe dat „we niet kunnen uitsluiten dat de oligarchen stilletjes geld geven aan stichtingen”.

Oud-president Petro Porosjenko, tegenwoordig parlementslid, vormt de uitzondering. Zijn mediakanaal doet niet mee aan de televisiemarathon. De uitgesproken anti-Russische eigenaar van snoepfabrieken staat de internationale media te woord en koopt militaire spullen, zoals voertuigen. Hij en Zelensky, die elkaar vóór de oorlog bestreden, hebben besloten om voor nu hun onderlinge strijd te staken. „Hij werkt aan zijn politieke carrière”, verklaart Boerkovsky Porosjenko’s opstelling.

En na de oorlog?

Betekent de oorlog het definitieve einde van het oligarchensysteem? Dat niet, denkt parlementariër Radina. „We zitten in een proces. Los van de oorlog zijn we onder Zelensky al bezig met maatregelen om oligarchen onder druk te zetten. Dat zetten we door. De oligarchen gaan ongetwijfeld proberen om invloed terug te winnen. Dus moet de politiek een systeem opbouwen dat dit voorkomt, zoals antimonopoliewetgeving en versterking van de rechtsstaat.”

In het Oekraïne van na de oorlog verwachten Boerkovsky van de stichting Democratische Initiatieven en Galoesjka van het Oekraïense anti-corruptiecentrum AntAC dat de Oekraïense bevolking, die een hoge prijs betaalt tijdens de oorlog, niet terug wil naar een land waar oligarchen de dienst uitmaken en Russische belangen dienen.

Beiden voorzien een nieuw tijdperk voor Oekraïne. „Miljoenen Oekraïners verdedigen nu hun land”, legt Boerkovsky uit. „Die accepteren het niet als oligarchen de macht terugpakken. Ik zie een nieuw model ontstaan met jongeren, vrijwilligers en soldaten die zich hebben opgeofferd voor een Oekraïne zonder zakenmensen die het voor het zeggen hebben.”