De onvrede over WADA broeit wereldwijd: ‘Er is een totaal gebrek aan vertrouwen in de antidopingwereld’

Witold Banka, voorzitter van het wereldantidopingagentschap (WADA), zette twee weken terug meteen de toon: „Als we het over zouden moeten doen, zouden we precies hetzelfde hebben gedaan”, zei hij bijna als eerste, bij een haastig belegde persconferentie.

WADA onttrok zich kortom van alle kritiek na het nieuws van omroep ARD en The New York Times over 23 Chinese zwemmers die in januari 2021 positief waren getest op het verboden middel trimetazidine (tmz), maar die met medeweten van WADA stilletjes waren vrijgesproken door de Chinese dopingautoriteit. Bij de Zomerspelen van Tokio ging een deel van hen met medailles naar huis.

Alle regels zijn gevolgd, betoogde WADA meerdere malen: voorlopig schorsen van de Chinese zwemmers was geen mogelijkheid, werd gezegd. En er zou geen reden zijn om aan te nemen dat het onderzoek van de Chinese dopingautoriteit – die een hotelkeuken aanwees als besmettingshaard – niet zou kloppen.


Lees ook
Dopingzaak uit 2021 van Chinese zwemmers roept veel vragen op – ‘Ze hadden direct geschorst moeten worden’

Blijdschap bij de Chinese zwemsters na de finale van de 4x200 meter vrije slag bij de Olympische Spelen van Tokio in 2021.

Het kon niet overtuigen. Travis Tygart, voorzitter van het Amerikaanse antidopingagentschap Usada en een van WADA’s grootste criticasters, ging er misschien wel het hardste in: tegen nieuwssite Politico zei hij dat er sprake is van „Chinese cover-up” die door WADA is „toegestaan”.

En daarmee zit WADA, nog geen drie maanden voor aanvang van de Olympische Spelen van Parijs, in een fikse crisis. De „burgeroorlog” van de antidopingbeweging, zo schreef The Guardian onlangs. Een ‘oorlog’ die niet begon met de Chinese zwemmers, maar die door deze zaak wel opeens aan het oppervlak is gekomen. Jarenlange opgebouwde „boosheid” en „wantrouwen” – met name sinds het ongekende schandaal van het Russische staatsgestuurde dopingprogramma dat in 2016 aan het licht kwam – is volgens The Guardian nu voor de buitenwereld zichtbaar.

Zo werd de aankondiging van WADA over een onafhankelijk onderzoek naar de gang van zaken weggehoond door Usada, de Amerikanen trokken meteen in twijfel of het onderzoek wel echt onafhankelijk was.

Ook in de sportwereld zelf broeit de onvrede. Volgens Rob Koehler, directeur van de internationale belangenorganisatie van topsporters Global Athlete, zijn de sporters die hij spreekt „geschokt” en „teleurgesteld” over de gang van zaken. „Er is een totaal gebrek aan vertrouwen in de antidopingwereld.”

Vlotte start

WADA werd eind 1999 opgericht door het Internationaal Olympisch Comité (IOC). De sportwereld, verenigd in het IOC, financiert de helft van de organisatie (vorig jaar was dat 21 miljoen dollar, omgerekend 19 miljoen euro). De andere helft wordt door overheden betaald.

Aanleiding voor de oprichting van WADA waren verschillende dopingschandalen. Zoals de geruchtmakende ‘Tour Dopage’ van 1998, de Ronde van Frankrijk waarin grootschalig gebruik van epo aan het licht kwam.

WADA kreeg als opdracht mee om internationale dopingtesten te overzien en antidopingbeleid wereldwijd te harmoniseren. Al vrij snel, in 2003, werd de World Anti-Doping Code door honderden internationale sportorganisaties erkend.

Het leek een vlotte start. En WADA is in dit opzicht ook een succes te noemen, zegt onderzoeker Daniel Read. Hij is als wetenschapper verbonden aan het Institute for Sport Business aan de Loughborough-universiteit in Londen. Juist omdat de dopingregels nu internationaal op elkaar afgestemd zijn is de sportwereld beter af met WADA, zegt Read.

Maar doping bleef een hardnekkig probleem. Dat blijkt alleen al uit een zeer opmerkelijke studie uit 2018, gepubliceerd in Sports Medicine. Bij de WK atletiek in 2011 hadden wetenschappers 1.200 sporters gevraagd of ze het afgelopen jaar doping hadden gebruikt: maar liefst 44 procent zei van wel. Bij bloed- en urinemonsters, zo blijkt uit WADA-cijfers, test gemiddeld slechts 1 tot 2 procent positief. Uit eerder wetenschappelijk onderzoek kwamen ook al zeer hoge percentages van dopinggebruikers: 20 en 39 procent.

Wat zegt dit over de antidopingwereld? „De grootste bedreiging voor antidopingbeleid zijn conflicts of interest”, aldus onderzoeker Read. Formeel is (bijna) iedereen tegen dopinggebruik, maar keer op keer blijkt dat er botsende belangen zijn. Landen schitteren graag met sportprestaties, er wordt veel geld verdiend met sport; wanneer doping aan het licht komt, wordt dat allemaal ondermijnd.

Read wijst op de zaak van wielrenner Lance Armstrong. In 2012 concludeerde Usada, onder leiding van Tygart, dat Armstrong jarenlang doping had gebruikt. Daar ging een flinke periode van geruchten aan vooraf. „Armstrong kreeg lang het voordeel van de twijfel van wielerbond UCI, ondanks aanwijzingen van dopinggebruik, omdat zijn heroïsche verhaal de Amerikaanse markt had geopend voor het wielrennen”, zegt Read.

Schok na Sotsji

Een paar jaar later, in 2016, kwam het Russische staatsgestuurde dopingprogramma aan het licht. Via de media, net als bij de Chinese zwemmers. Een klokkenluider, een voormalig hoofd van een Moskous dopinglab, vertelde in The New York Times over de manier waarop positieve dopingtesten van Russische sporters werden weggemoffeld met behulp van de Russische dopingautoriteit en geheime diensten.

Een schok ging door de sportwereld. Dat talloze Russische sporters bij de Winterspelen van Sotsji in 2014 doping hadden gebruikt was al bekend, maar dit betekende dat de Russische staat deze doping had gefaciliteerd – vergelijkbaar met de staatsgestuurde dopingprogramma’s van Oost-Duitsland voor de val van de Muur. De dopingzaak trok ver voorbij de landsgrenzen: onder meer de voormalige baas van de wereldatletiekbond, Lamine Diack, werd later veroordeeld voor het aannemen van Russisch smeergeld.

Het Russische schandaal legde „de noodzaak voor meer transparantie en onafhankelijkheid” bij WADA bloot, zegt onderzoeker Read. Zo had WADA op dat moment geen eigen onderzoekscapaciteit. Dat is inmiddels veranderd, maar nog steeds heeft de organisatie een beperkt aantal onderzoekers onder de meer dan 180 werknemers.

Het schandaal liet ook zien hoeveel invloed de sportwereld op antidopingbeleid heeft. Aanvankelijk wilde WADA de hele Russische sportploeg schorsen, maar het IOC greep in. Sportbonden mochten in plaats daarvan zelf kiezen. Veel Russen die konden ‘bewijzen’ dopingvrij te zijn, ontkwamen aan een schorsing – al moesten ze wel uitkomen onder neutrale vlag.

De afhandeling van de Russische affaire was een enorme deuk in het vertrouwen van sporters in de internationale dopingbestrijding, zegt Koehler, die jarenlang bij WADA werkte voordat hij bij Global Athlete aan de slag ging. „Het IOC heeft geweigerd Rusland echt te verbannen.”

Critici zien het IOC-optreden als een gevolg van de grote invloed van Rusland, dat een belangrijk sportland is, met bestuurders op belangrijke posities en als organisator van veel grote – en dure – evenementen.

Hetzelfde kan gezegd worden van China – na Japan de grootste donateur van WADA is (700.000 dollar in 2023 tegenover 1,5 miljoen van Japan) – dat recentelijk onder meer de Winterspelen van Beijing organiseerde (2022). Anders dan Japan geeft China weinig openheid van zaken in het eigen antidopingbeleid.

Dat is niet bevorderlijk voor het vertrouwen in Chinada, terwijl vertrouwen in de lokale dopingautoriteiten nou juist de basis van het systeem vormt.

Koehler vindt dat deze kwetsbaarheid aangepakt moet worden. „Waarom kijken we niet naar de corruptie-index van een land?” Dopinglaboratoria van landen die daarop slecht scoren, zouden dan meer internationaal toezicht moeten kunnen krijgen, zegt hij. „Zo kunnen we voorkomen dat mensen het systeem ondermijnen.”

Meer openheid

Ondertussen beginnen de Olympische Spelen van Parijs bijna. „Ik zou niet verbaasd zijn als we protesten van sporters zullen zien”, zegt Read. De zwemwereld kende al eerdere relletjes rondom vermeend dopinggebruik: zo weigerde de Britse zwemmer Duncan Scott bij de WK zwemmen in 2019 de hand te schudden van de Chinees Sun Yang, die op dat moment in een dopingonderzoek verwikkeld was en later voor jaren geschorst zou worden.

Vincent Egbers van de Nederlandse Dopingautoriteit hoopt dat WADA voor ‘Parijs’ meer documenten over de Chinese zwemmers naar buiten brengt, zoals het onderzoek van Chinada over de besmettingshaard in de keuken. „Het is zo jammer dat ze geen openheid van zaken geven.”

Ook Koehler pleit voor openheid. „Sporters verdienen transparantie en eerlijkheid. Iedereen profiteert daarvan.” Ook de Chinese sporters, zegt hij, als ze tenminste niets fout hebben gedaan. „Nu zitten ze gevangen in een wolk van verdenkingen.”