De noodopvang voorbij: Vlaardingen bouwt eigen wijk voor Oekraïners

Svitlana Bekirova en haar zoon op de huidige opvanglocatie, een voormalige Unileverkantine.


Foto Merlin Daleman

Reportage

Vlaardingen Na een jaar is de oorlog in Oekraïne verre van voorbij. Noodopvang in dorpen en steden voldoet niet meer voor de ontheemde Oekraïners. In Vlaardingen bouwen ze een compleet nieuwe wijk, Mrija, waar duizend mensen terecht kunnen. „Het is voor ons ook gissen wat er daarna gebeurt.”

Op bedrijventerrein De Vergulde Hand West in Vlaardingen staat een eenzame donkere kubus. Het is een eenpersoonsflexwoning, nog in doek verpakt. De rest van het terrein: zand en modder. Er staan kranen en een heistelling, werklui zijn funderingen aan het leggen.

De donkere kubus is een voorbeeld. Het bedrijventerrein zal worden omgetoverd tot een klein dorp vol lichte, met hout afgetimmerde woningen voor Oekraïense vluchtelingen. In het dorpshart een basisschool, gymzaal en huisartsenpost, eromheen woonblokken met groenstroken en speelplekken voor kinderen. Over zo’n twee maanden komen de eerste bewoners, 1 juli is het Oekraïnedorp af. Als de bouw volgens planning verloopt.

De warme pleitbezorger en voortrekker van het project stapt in demin-jumpsuit en op hakken uit de auto. Het is de Vlaardingse wethouder Bouwen en Wonen, Ivana Somers-Gardenier. ‘Opvang ontheemde Oekraïners’ zit in haar portefeuille.

Daar is ook projectleider John Riezebos, leren jasje, nette schoenen. Hij werkt voor de gemeente Vlaardingen als gebiedsmanager buitengebieden en bedrijfsterreinen en kreeg opeens het Oekraïnedorp op zijn bordje. „Het is echt anders dan een bedrijfsterrein”, vertelt hij. Bij zo’n woongemeenschap komt heel wat meer kijken. „Het moet bijvoorbeeld goed aansluiten op de naastliggende woonwijken.”

48 tiny houses

Het dorp van flexwoningen ligt ten noorden van de Nieuwe Waterweg en ten zuiden van de metrolijn tussen Rotterdam en Hoek van Holland. Het had er al moeten zijn, verzucht wethouder Ivana Somers in de bouwkeet. Bouwmaterialen waren schaars, net als bouwvakkers. En de leverancier van flexwoningen had te weinig mensen om snel alle huisjes te leveren, twee andere leveranciers sprongen bij. En toen bleek de grond drassiger dan verwacht. Eerst moest er geheid worden.

Dat heien had een voordeel: er konden nu drie woonlagen geplaats worden in plaats van twee – en er kwam ruimte voor ongeveer 1.000 mensen in plaats van de 600 tot 700 waarmee vooraf werd gerekend. Het gaat om veel vrouwen en kinderen, die gaan wonen in de een-, twee- of driepersoonswoningen, met eigen keuken en badkamer. Somers weet het precieze aantal uit haar hoofd. „339 flexwoningen en 48 tiny houses.” Het Oekraïnedorp heet Mrija – Oekraïens voor droom, symbool voor de droom van een Oekraïne zonder oorlog.

Hiermee is Vlaardingen de eerste gemeente die een heel dorp bouwt voor de opvang van Oekraïners. De gemeente gaat ook meer mensen opvangen dan van rijkswege verplicht is: er komen tot 300 Oekraïners uit de twee Vlaardingse opvangplekken en opvanggezinnen, de rest vooral uit buurtgemeenten.


Lees ook: 80 procent Oekraïense vluchtelingen in Nederland heeft baan

Geen boze burgers

Het ging allemaal niet zonder slag of stoot. „Bouw eerst maar een dorp voor de Vlaardingers, die kunnen geen betaalbaar huis vinden”, kreeg Ivana Somers te horen. Daarover kan ze kort zijn: De opvang van Oekraïners wordt geheel door het Rijk gefinancierd. Was dat niet het geval, dan was het dorp er niet gekomen.

Op de informatieavond kwamen trouwens geen boze burgers, zegt ze. Er zaten vier geïnteresseerden en die waren vooral nieuwsgierig naar het ontwerp. En ondernemers meldden zich: „Zitten er ook lassers bij?” Het dorp staat er in principe voor drieënhalf jaar. Dan worden de flexwoningen verwijderd en weer elders gebruikt. De 48 tiny houses krijgen een andere plek en zullen beschikbaar komen voor Vlaardingers.

Bij Vlaardingen wordt een nieuwe dorp gebouwd voor huisvesting van duizend Oekraïners. Foto Merlin Daleman

De Oekraïners betalen geen huur. Ook daar is kritiek op, omdat veel volwassen Oekraïners werken. Zij krijgen geen leefgeld voor boodschappen en kleding, maar ze wonen wel gratis – zo zijn de regels van de overheid. Wethouder Somers begrijpt dat mensen dat oneerlijk kunnen vinden, maar stelt dat een huurovereenkomst de bewoners, net als alle huurders, rechten geeft. Daardoor zouden ze bijvoorbeeld over drieënhalf jaar kunnen weigeren de woning te verlaten. Somers: „Daarnaast gaat het meeste geld dat hier verdiend wordt, regelrecht naar Oekraïne voor kogelwerende vesten en zo. Dus, tja, dat maakt het gevoelsmatig toch anders.”

Oekraïners hebben een bijzondere status. Ze hebben een tijdelijke bescherming, tot 4 maart 2024. Wat daarna de status wordt, moet nog worden besloten.

Projectleider Riezebos: „Het is voor ons ook gissen wat er daarna gebeurt.”


Lees ook: Opvangregeling derdelanders Oekraïne verlengd

Kantine Unilever

Twee kilometer verderop, in een oud kantoor van Unilever, laat locatiemanager Leonieke Schouwenburg de huidige opvang van Oekraïners zien die zij met haar team runt. Aan de zijkanten van de oude kantine zijn een jaar geleden pijlsnel kamertjes gebouwd, door houten schotten te plaatsen. Deur erin. Klaar. Gezinnen tot vier personen delen één kamertje, ze staan propvol spullen. Voor twee gezinnen was geen plek, die belandden in vlot leeggeruimde opslaghokken. Vooral de pubers kijken uit naar de verhuizing naar het nieuwe dorp, zegt Schouwenburg. „Die houden er helemaal niet van om een jaar lang met een ouder op een kamer te slapen.”

Voordeel van het Unileverpand was de grote keuken die al in het gebouw aanwezig was. Vrouwen staan te koken. Tieners die net uit school komen, gooien hun tas in de hoek en lopen de keuken in om wat te snaaien. Schouwenburg: „Het ruikt hier de hele dag naar eten. Ik heb nog nooit iemand een boterham zien eten. Vanaf ’s morgens vroeg tot ’s avonds laat is de keuken in gebruik.”

We kwamen als los zand, we zijn nu een hechte groep

Svitlana Bekirova Oekraïense

We verlangen het meest naar privacy, zegt bewoner Svitlana Bekirova. „Een eigen plek, een eigen keuken, een eigen badkamer.” Zij woont met haar zoontje van negen in de opvang, met de zoon (21) en dochter (22) uit het eerdere huwelijk van haar man. Hun moeder is er ook. Svitlana vertelt over de tocht van Oekraïne, via Polen, Duitsland, België naar Nederland, via noodopvang in een boerderij naar het Unilevergebouw. Zij was een jaar geleden met haar zoontje de eerste Oekraïense vluchteling in Vlaardingen.

Zij heeft zich, met haar nette Engels, ontpopt tot rechterhand van locatiemanager Schouwenburg. Ze vertaalt, bemiddelt bij problemen, vergezelt mensen bij ziekenhuisbezoeken en is ook aanspreekpunt voor de Oekraïners in de andere Vlaardingse opvanglocatie en de kleine vijftig die bij Vlaardingse gastgezinnen zijn ondergebracht.

Svitlana Bekirova was met haar zoon de eerste Oekraïense vluchteling in Vlaardingen Foto Merlin Daleman

Ze kijkt naar de steppende en rennende kinderen. „We kwamen als los zand, we zijn nu een hechte groep. Het is heel fijn dat we in het dorp bij elkaar kunnen wonen.” Natuurlijk zijn er wrijvingen, zegt Schouwenburg. „Daar ontkom je niet aan als je zo dicht op elkaar zit.” Regelmatig hoort ze gemopper uit de keuken als iemand kruiden kwijt is, of als er niet is afgewassen. „Tegelijkertijd zijn ze er voor elkaar.”

Svitlana Bekirova: „Laatst was de zoon van een van de vrouwen hier overleden in de oorlog. Iedereen was van slag. We steunen haar zo goed als dat kan.”

Roze veiligheidshelm

In het komende dorp trekt in de bouwkeet John Riezebos veiligheidslaarzen met stalen neuzen aan en zet een gele helm op. Ivana Somers heeft als wethouder Bouwen en Wonen haar eigen – roze – helm en eigen laarzen in de achterbak. Terwijl ze met veiligheidshesjes over hun jas door het zand ploegen, vertelt Riezebos over de dokterspost waar Oekraïense artsen voor worden geworven. Ze zoeken nog een gepensioneerde Nederlandse huisarts.

We weten niet hoe de toekomst eruit zal zien, we moeten ze zo goed mogelijk voorbereiden

John Riezebos projectleider

Op de basisschool wordt lesgegeven door Oekraïense leraren, in de opvang zitten er al twee, vertelt hij. De kinderen krijgen ook les in het Nederlands. „We weten niet hoe de toekomst eruit zal zien, we moeten ze zo goed mogelijk voorbereiden.”

Samen stappen ze de eenpersoons-voorbeeldwoning in. Klein en splinternieuw. „Kijk dat grote raam, het is ook lekker licht”, zegt Somers. Riezebos kijkt in het badkamertje. „Mooi hè”, verzuchten ze.


Lees ook: Een baan in Nederland: niet makkelijk voor Oekraïners