De nieuwe Range Rover is een technologisch en esthetisch meesterwerk

Recensie

Auto

Autotest Geen suv van deze grootte is zo tijdloos elegant als deze Range Rover, vindt .


Foto Merlijn Doomernik

Deze angsthaas had de nieuwe Range Rover het liefst buiten de stad achtergelaten. Wie hem ziet zal dat begrijpen. Je perst ook geen gorilla in een hamsterkooi. De gewone, die ze bij Land Rover de korte noemen, is al vijf meter vijf lang en twee meter breed. De LWB of Long Wheel Base maken ze tegen bijbetaling nog eens twintig centimeter langer. Die kun je tegenwoordig zelfs met derde zitrij krijgen, zo groot. Dus wordt het best een zorgelijke toestand als ik dreig te laat te komen voor mijn date in hartje Mokum. Er zit maar één ding op. Volgas naar die afpersersgarage onder het Museumplein, snel een persoonlijke lening afsluiten voor de betaalautomaat, en dan maar hopen dat de tram niet staakt.

Is de auto niet te hoog voor de garage? Voor de zekerheid pers ik hem op de Lairessestraat even tussen de Birò’s in voor een controletussenstopje. Geen nood, met 1 meter 87 zit ik drie centimeter onder de maximale inrijhoogte. Q-Park zal toch wel een redelijke veiligheidsmarge hanteren voor de sukkels die hun per knopdruk te verhogen en verlagen Range Rover per ongeluk in de hoge terreinstand hebben laten staan? De jeunesse dorée op de Van Baerlestraat staart mij niettemin verwonderd na. Men ruikt bloed, dat ik bij de afdaling naar Niveau -2 bedrukkend naar mijn schedeldak voel stromen.

Brogues

De tl-buizen aan het plafond lijken zich als speren door de ruit te willen boren. Ik zie de dikke verwarmingsbuizen op de parkeerdekken op ooghoogte als scheepskanonnen naar me wijzen. De Range Rover overleeft de beproeving. Met zijn standaard meesturende achterwielen is hij in deze benauwde dreven zelfs opvallend handzaam. Goddank. Sinds zijn geboorte ben ik fan. Hij blijft eenmalig: een van de beste terreinwagens ter wereld met het comfort van een topklasse-limousine. Je duikt er ongeschonden een ravijn mee in, doorwaadt met droge voeten een rivier tot 90 centimeter diepte. Daarna veeg je het zand van je brogues en vervolg je op goddelijke stoelen met een rustgevende, luchtgeveerde deining tot 242 kilometer per uur je weg alsof er nooit een offroad-avontuur had plaatsgevonden.

Nimmer werd een Range Rover ordinair. Adembenemend hoe ook nu weer liggende en staande lijnen tot een vorstelijk monumentaal maar niet poenerig geheel werden gesmeed. De geabstraheerde, lichtmetalen kieuwen in de voordeuren zijn nu verbasterd tot een soort aluminium stemvork. De sierlijst die er bij het vorige model op aansloot is verdwenen. Stap voor stap maken ze hem abstracter, naakter, simpeler, geometrischer. De ondergrille doet met zijn dubbele horizontale sierlijn aan een vooroorlogse bumper denken. Overal verzachten geraffineerde esthetische trucs zijn fysieke volume. De schuin oplopende dorpel naar de achterkant verlost de kont briljant subtiel van zijn gewichtigheid. Het onderste lid van de tweedelige kofferklep is gevat in een rechthoekige lijst waarin de achterlichten onzichtbaar zijn opgenomen. Die plastische correctie haalt de vadsigheid uit zijn breedte. Geen suv van deze grootte is zo tijdloos elegant als deze.

Bij de accessoires komt men uitgesproken Britse, sympathieke voorzieningen tegen, zoals de loopplank voor huisdieren en de morsbestendige waterbak. Zelf is hij met zijn mild gehybridiseerde aandrijflijn een matige drinker. De fabrikant dicht hem het gemiddelde verbruik van 1 op 9,7 toe. Ik kom tot 1 op 13,1 en daarvoor hoef ik hem niet eens dramatisch te ontzien. Voor een auto van 2.500 kilo is het spectaculair. Als ik over het rijden weinig zeg, is dat omdat je er niets van merkt, het hoogste compliment dat adellijk vervoer kan krijgen.

Desondanks zal niemand mijn P400 kopen. Iedereen neemt de Plug-in Hybride. Die kost met 40 pk meer 40.000 euro minder door het BPM-voordeel. In 2024 volgt de eerste volledig elektrische Range Rover. Dan kan niemand meer mokken wat een verderfelijk groot ding het is, want dan is hij behalve lekker ook gezond. Maar nu al staat hij sereen boven de wet. Duur? Nadat ik Q-Park heb betaald krijg ik de obligate verontwaardiging niet uit mijn strot. Wat is erger, 180.000 euro vragen voor een technologisch en esthetisch meesterwerk, of die parasitaire 23,40 voor drie uur parkeren in een over het paard getilde provinciestad? De Range Rover-bestuurder pak je er niet mee, maar voor de gewone man is het twaalf liter peut en vier flessen net niet dodelijke slobberwijn. Ik vind het stukken schandelijker dan die auto.