De Nederlandse wapenexport naar Pakistan groeit, dat kan een probleem zijn voor samenwerking met India

De foto’s na afloop van het ministerieel onderhoud in New Delhi ademen diplomatieke beleefdheid. Minister Ruben Brekelmans (VVD, Defensie) overhandigt zijn Indiase ambtgenoot Rajnath Singh een bord, zo te zien Delfts blauw. Volgens het persbericht van Defensie laat de ontmoeting, in maart tijdens een veiligheidsconferentie, zien dat „Nederland een bijdrage wil leveren aan veiligheid en stabiliteit in de Indo-Pacific”. Waarna een citaat volgt van Brekelmans: „Bij alle geopolitieke grimmigheid is het belangrijk de banden met ‘ongebonden’ India te versterken.”

Tussen alle beleefdheden bleef één gevoelig onderwerp onbesproken. Vrijwel meteen na de ontmoeting vond het echter via ‘bronnen’ een weg naar Indiase media. Het betrof de verkoop van militaire goederen door Nederland aan Pakistan: India’s aartsvijand. Volgens India helpt Nederland met die wapenexporten een land dat zich schuldig maakt aan terrorisme.

Nederland brengt zowel de veiligheid van India als de stabiliteit van de regio in gevaar

Rajnath Singh
minister van Defensie India

Ook heeft Pakistan volgens New Delhi banden met terroristische organisaties, bijvoorbeeld in Kasjmir, de betwiste regio die al decennialang voor spanningen en conflicten zorgt veroorzaakt tussen beide landen. In april laaide tien dagen het conflict op na een aanslag van moslim-extremisten in een toeristenoord in het door India gecontroleerde deel van Kasjmir. Daarbij kwamen 26 mensen om het leven. Ook dat was het werk van Pakistan, aldus New Delhi.

„Bewapen ‘terrorisme-sponsor’ Pakistan niet, vraagt India aan Nederland”, kopte de The Times of India op 19 maart. Nederland zou volgens defensieminister Rajnath Singh Pakistan „toerusten met technologie en defensiematerieel” waarmee het land zowel „de veiligheid van India als de stabiliteit van de regio in gevaar brengt”. Toen NRC navraag deed in zowel New Delhi als Den Haag, wilden Buitenlandse Zaken en Defensie in Den Haag hierover alleen het volgende kwijt: „We doen geen uitspraken over de inhoud van diplomatieke gesprekken met andere landen.” Ontkend werden de berichten niet.


Lees ook

Met het staakt-het-vuren zijn India en Pakistan terug bij de status quo. En dat is geen vrede

India en Pakistan bestookten elkaar dagenlang met raket- en droneaanvallen tot een staakt-het-vuren op 10 mei. Een bewoner uit Kotmaira (India) staat bij de restanten van zijn huis. Foto Money Sharma/AFP

Legeroefeningen

Nederland kan het door de Indiase media gerapporteerde verzoek van Singh niet zomaar negeren. Den Haag wil heel graag de politieke en economische banden met India – zelfverklaard aanvoerder van het mondiale Zuiden – aanhalen. Er wordt gewerkt aan een ‘strategisch partnerschap’, dat moet leiden tot samenwerkingen op allerlei gebieden. Inmiddels wordt onder meer voorzichtig overlegd over gezamenlijke legeroefeningen.

Uitgerekend deze week zou over het partnerschap worden gesproken, tijdens het staatsbezoek van India’s premier Narendra Modi, inclusief staatsbanket met koning Willem-Alexander. Maar de nieuwste fase in het conflict rond Kasjmir gooide roet in het eten: Modi zegde het bezoek af. In plaats daarvan kwam de minister van Buitenlandse Zaken, Subrahmanyam Jaishankar, twee dagen naar Den Haag.

De berichten over Singhs verzoek aan Brekelmans om niet langer wapens naar Pakistan te exporteren, vestigen de aandacht op een voor Nederland ongemakkelijk onderwerp: de gegroeide militaire handel met Islamabad. Decennialang was Pakistan voor Den Haag een paria. Sinds het in de jaren tachtig met behulp van gestolen nucleaire technologie uit Nederland een atoombom bouwde, gold een wapenembargo. Dat veranderde stukje bij beetje de afgelopen tien jaar. Pakistan kroop uit zijn isolement.

Zo hielp Pakistans marine bijvoorbeeld Europese landen om piraten te weren die de (Nederlandse) koopvaardij bedreigen in de Golf van Aden.

Piek

Ook op andere vlakken groeide de samenwerking. In de periode 2020-2024 steeg Nederland in de rangorde van wapenleveranciers aan Pakistan. China voert die lijst weliswaar aan met meer dan 80 tachtig procent van alle leveranties van wapens (vliegtuigen, tanks, et cetera) en technologie. Nederland is echter een opvallende tweede met gemiddeld meer dan 5 procent en een piek in 2024, zo blijkt uit recente cijfers van onderzoekscentrum Sipri in Stockholm. De groei staat in contrast met de min of meer gelijkblijvende wapenhandel van Nederland met India. De lijst van wapenleveranciers daar wordt volledig gedomineerd door grote landen als de VS, Rusland en Frankrijk, aangevuld met Israël.

De militaire handel met Pakistan ging door na het aantreden van het kabinet-Schoof, vorig jaar juli. Nederland leeft „absoluut” de Europese afspraken voor wapenhandel na. Daarbij zijn er „voor Pakistan significant meer afwijzingen in vergelijking tot India”, zo benadrukte minister Caspar Veldkamp (Buitenlandse zaken, NSC) tegenover Indiase journalisten tijdens een recent bezoek aan New Delhi. Dat verschil blijkt ook uit cijfers (begin 2004-maart 2025) die zijn eigen ministerie verstrekte op verzoek van NRC. Wel is het aantal toegekende vergunningen vanaf 2004 hoger dan het aantal weigeringen voor Pakistan. Sinds juli vorig jaar waren er helemaal geen weigeringen.

Dat de wapenhandel onder het kabinet-Schoof doorging, is opmerkelijk. „Geen verkoop wapens aan islamitische landen”, stelde de PVV, nu de grootste coalitiepartij, toen nog vanuit de oppositie.

De twee patrouilleschepen van Damen zijn toegerust om behalve verkennende, ook aanvallende taken uit te voeren

Frank Slijper
expert wapenexport Pax

Het was een standpunt dat PVV-Kamerlid Raymond de Roon actief uitdroeg tijdens behandelingen van de begroting van het ministerie van Buitenlandse Handel. Zowel partijleider Wilders, die vanuit Pakistan meermaals werd bedreigd vanwege zijn anti-islamstandpunt, als Van Roon stelden juni vorig jaar kritische vragen aan het kabinet. „Waarom gaat Nederland de banden aanhalen met een land waarvandaan dagelijks doodsbedreigingen worden afgevuurd op een Nederlandse volksvertegenwoordiger?”, luidde de eerste vraag.

De minister die sinds juli vorig jaar moet beslissen over de exportvergunningen voor wapenleveranties, is van PVV-huize. Reinette Klever (Buitenlandse Handel) heeft islamitische landen niet in de ban gedaan. Koploper is Golfstaat Qatar met de afname van pantservoertuigen (ter waarde van 2 miljoen euro) en radartechnologie (3 miljoen). Oman bestelde delen voor helikopters ter waarde van 1 miljoen.

De PNS Yamama 274 van de Pakistaanse marine tijdens een oefening georganiseerd door de Turkse marine.

Foto Sabri Kesen / Anadolu via Getty Images

Uitlaatgassystemen

Wat kocht Pakistan de laatste vijf jaar van Nederland waarover de Indiase defensieminister Singh zich zorgen maakt? In de excelbestanden van Buza duikt Pakistan sinds 2020 enkele keren op. Qua grotere orders gaat het om marineschepen en hieraan gekoppelde radartechnologie. Scheepsbouwer Damen leverde in totaal vier 100 meter lange patrouilleschepen voor de Pakistaanse marine, twee in 2020, en nog eens twee vanaf 2022. Daarna volgden orders die uit de levering van de militaire vaartuigen voortvloeien, zoals ‘watergekoelde uitlaatgassystemen voor patrouillevaartuigen’, geplaatst op 22 augustus vorig jaar.

Als gevolg van de – toen nog – grootscheepse bezuinigingen op de krijgsmacht deed Nederland in 2021 twee oude mijnenvegers van de hand. Voor een appel en een ei kocht Pakistan de Hr.Ms. Haarlem en Hr.Ms. Middelburg: maximaal 75.000 euro. aldus het overzicht. Marine-kenner Jaime Karremann verklaart het lage bedrag uit de onbruikbaarheid van de oude schepen. „Het ging waarschijnlijk niet om de schepen zelf maar alleen om nog bruikbare onderdelen”, zegt hij. „Die konden betrekkelijk eenvoudig worden overgezet naar andere mijnenvegers waarover Pakistan al beschikte.”

De wapenleveranties aan Pakistan doorstonden de gebruikelijke toetsen die Buitenlandse Zaken in Europees verband hanteert (worden ze gebruikt om mensenrechten te schenden, vergroten ze de spanningen in de regio, worden ze defensief of offensief gebruikt?). Bijzondere aandacht bij de toetsing is er voor Kasjmir. Zo schreef toenmalig minister van Buitenlandse Handel Sigrid Kaag (D66) in 2020 over de export van de twee patrouilleschepen van Damen: „Pakistan is verwikkeld in een territoriaal conflict met India over de regio Kasjmir. Ook kent Pakistan een ingewikkelde relatie met buurland Afghanistan. Beide regio’s zijn echter landlocked, waardoor de eindgebruiker van deze transactie, de Pakistaanse marine, geen rol speelt in deze regio’s.” De bestaande machtsbalans tussen Pakistan en India „wordt niet verstoord”, aldus Kaag in oktober 2020. Daar denkt de Indiase defensieminister Singh dus anders over.

De vraag is hoelang de benadering van Buitenlandse Zaken, zoals destijds verwoord door Kaag, is vol te houden, zegt wapenexport-deskundige Frank Slijper van vredesorganisatie Pax. Hij volgt het beleid van Nederland sinds jaar en dag kritisch. Tijdens de meest recente escalatie „zag je dat het conflict in Kasjmir niet beperkt blijft tot deze regio, maar trekken krijgt van een bredere krachtmeting”, zegt hij. „De marine van beide landen, waarbij die van India overigens vele malen groter en krachtiger is, speelt daar ook een rol in. Bovendien zijn de twee patrouilleschepen van Damen toegerust om behalve verkennende, ook aanvallende taken uit te voeren.” De schepen hebben faciliteiten voor snelvuurkanonnen en het afvuren van lichte raketten.


Lees ook

Wat betekent het vervolgen van Damen voor de Nederlandse defensie-industrie? En drie andere vragen

De Vlissingse scheepswerf van Amels, dat deel uitmaakt van Damen Shipyards.

Vliegdekschip

De exportspecialist van Pax stuurt een bericht van een Amerikaanse militaire website door, over de spanningen tussen India en Pakistan. Het Indiaas opperbevel zou tijdens de laatste korte, beperkte oorlog met Pakistan, een grote marine-eenheid inclusief vliegdekschip naar het noorden van de Arabische Zee hebben gedirigeerd. Dat was dicht bij Pakistan, maar ver weg (1.500 kilometer) van Kasjmir. De marine-actie was op touw gezet „om Pakistan af te schrikken”, aldus het bericht. Het past in een nieuwe doctrine van India, schreef het Amerikaanse tijdschrift Foreign Policy op 13 mei. Dat komt met het nodige spierballenvertoon van de Indiase leider Modi, om Pakistan als ‘exporteur van terrorisme’ te intimideren.

Het onderscheid dat Nederland hanteert bij wapenverkopen tussen defensief en offensief gebruik, noemt Slijper, „kunstmatig”. Dat geldt bijvoorbeeld ook voor de radarapparatuur die aan Pakistan is geleverd, „zeer waarschijnlijk afkomstig van Thales in Hengelo” , zegt Slijper op basis van gegevens van het eerder genoemde Sipri in Stockholm. „Die radar kan meestal zowel voor defensieve, verkennende, als offensieve taken worden gebruikt om een aanvalsdoel te vinden.” Slijper zegt overigens geen aanwijzingen te hebben dat deze radartechnologieën een rol hebben gespeeld in het meest recente gewapend conflict.

Hoe ziet de toekomst van de wapenhandel met Pakistan eruit na de jongste gewelddadigheden in en om Kasjmir, in het licht van het strategisch partnerschap met India én weerstand bij de PVV? Aan scheepsbouwer Damen en de militaire machthebbers in Pakistan zal het niet liggen: zij zijn enthousiast en hopen op meer. Een woordvoerder van Damen zegt overigens dat er niets concreets aan nieuwe leveringen op stapel staat.

De vraag is wat er van de wensen van Damen en de Pakistaanse marine terechtkomt na de geuite zorgen van India tegenover Brekelmans. Die geven de toetsing van nieuwe exportaanvragen naar Pakistan hoe dan ook een extra lading. Een woordvoerder van Buitenlandse Zaken en Defensie wil daar niet op vooruitlopen. Wel zegt ze: „Bij de behandeling van aanvragen worden de recente ontwikkelingen in de relatie tussen Pakistan en India meegewogen.”


Lees ook

Feitelijke Pakistaanse machthebber vindt dat moslims in Indiase deel van Kasjmir bij Pakistan horen

Pakistaanse demonstranten dragen afbeeldingen met zich mee van legerleider Asim Munir  tijdens een anti-Indiaas protest afgelopen zondag in Lahore. Foto Arif Ali / AFP Foto Arif Ali/AFP