De Nederlandse arbeidsproductiviteit daalt. Hoe komt dat?

De Nederlandse arbeidsproductiviteit is vorig jaar met 1,3 procent gedaald ten opzichte van het jaar ervoor, blijkt uit cijfers van het CBS. Dat is een van de grootste dalingen in vijftig jaar tijd. Alleen in 2009, tijdens de financiële crisis, was de daling van de arbeidsproductiviteit groter. In slechts vijf andere EU-landen was de groei lager dan in Nederland.

Arbeidsproductiviteit is een belangrijke bron van economische groei. Het laat de gemiddelde opbrengst per gewerkt uur zien, waarmee het iets zegt over hoe efficiënt er in een land gewerkt wordt. Wat betekent een daling in de arbeidsproductiviteit? Vijf vragen.

1 Zijn Nederlanders minder hard gaan werken?

Nee. Sterker nog, het aantal gewerkte uren is de laatste jaren juist toegenomen. De economie kan op twee manieren groeien: door de arbeidsproductiviteit te vergroten en dus efficiënter te werken, of door meer uren te werken en daarmee het bruto binnenlands product (bbp) op peil te houden. Sinds de Tweede Wereldoorlog was de economische groei in Nederland bijna volledig toe te schrijven aan een stijging van de arbeidsproductiviteit. Maar de laatste tien jaar is dat gekanteld, en is de groei vooral te danken geweest aan de toename van het aantal gewerkte uren. Dat is echter niet vol te houden: met de krapte op de arbeidsmarkt kunnen mensen niet eindeloos méér werken, dus zal de oplossing in efficiëntie moeten liggen.

De arbeidsproductiviteit wordt sterk beïnvloed door de economische waarde van het werk dat wordt uitgevoerd. Zo telt een pakketbezorger, hoe hard die ook zwoegt, als minder productief dan een werknemer van ASML die bouwt aan chipmachines die voor honderden miljoenen euro’s verkocht worden. De arbeidsproductiviteit kan verhoogd worden met de inzet van beter opgeleid personeel en door werk dat door machines gedaan kan worden te automatiseren.

2 Waardoor daalt de arbeidsproductiviteit?

Het groeipercentage wordt sterk omlaag getrokken door het stoppen van de gaswinning in Groningen. In de bedrijfstak delfstoffenwinning daalde de productiviteit sinds 2014 jaarlijks gemiddeld met 15,8 procent, terwijl in vrijwel alle andere sectoren sprake was van lichte groei. Maar ook daar was de groei minder sterk dan in eerdere periodes.

In het overkoepelende productiviteitscijfers speelt mee dat steeds meer mensen in sectoren als de zorg nodig zijn. Daar is het werk van nature arbeidsintensief en kan er minder geautomatiseerd worden. Belangrijk voor de maatschappij en nodig voor een hoge levenskwaliteit, maar slecht voor de productiviteitscijfers. „De economie moet wel blijven groeien”, zegt CBS-hoofdeconoom Peter Hein van Mulligen. „Al is het maar om de stijgende zorgkosten te kunnen dekken.”

Economen wijzen daarnaast op ‘zombiebedrijven’ die de afgelopen jaren kwakkelend konden blijven bestaan door lage rentestanden en coronasteunmaatregelen. „In de regel zijn bedrijven die het niet overleven minder productief”, zegt Olaf van Vliet, hoogleraar economie aan de Universiteit Leiden. „Als zij door steun langer kunnen doorgaan, draagt dat bij aan een lagere productiviteit.”

Tot slot spelen goedkope en flexibele arbeid een rol. Het CBS zag al in 2019 een verband tussen de dalende productiviteitsgroei en het groeiend aantal zelfstandigen in Nederland. De gedachte daarachter is dat grote ondernemingen makkelijker dan zzp’ers of kleine bedrijven tijd kunnen maken voor opleiding van medewerkers en kunnen investeren in nieuwe machines waarmee ze productiever worden.

Die grote bedrijven doen dat echter niet als het voordeliger is om goedkope arbeid in te zetten, bijvoorbeeld van arbeidsmigranten, zo legt Van Vliet uit. „Ze kiezen voor de optie die het meeste rendement oplevert. Als de prijs voor arbeid lager is, dan zullen bedrijven eerder meer mensen inzetten dan investeren in computers.”

3 Is Nederland niet al heel productief?

Deels is er inderdaad sprake van de wet van de remmende voorsprong. Nederland staat internationaal op de vijfde plek qua arbeidsproductiviteit in een ranglijst van de Internationale Arbeidsorganisatie (ILO) van de Verenigde Naties. Vergeleken met andere Europese landen scoort Nederland wel slecht op productiviteitsgroei.

„Als je altijd al heel productief en efficiënt bent, zoals Nederland, is het moeilijk om steeds efficiënter te produceren”, zegt CBS-econoom Van Mulligen. „De grootste winsten zijn voorlopig al behaald. Het is moeilijk die constant te verhogen.”

4 Kan dit dan wel opgelost worden?

Voor een deel van de sectoren kan dat door meer te investeren in productiviteitsverhogende innovaties, en minder te leunen op goedkope arbeid. Zo kan gecompenseerd worden voor sectoren zoals de zorg, waar verdere productiviteitsverhoging moeilijk is.

Hoogleraar Van Vliet: „Op de lange termijn speelt dat Nederland weinig uitgeeft aan onderwijs en onderzoek. Zo scoren we al een aantal jaren niet te best op toetsen voor rekenvaardigheid en taal. Dat is niet meteen een verklaring voor de arbeidsmarkt van vandaag, maar het lijkt wel te duiden op een onderliggende trend. Ik zie dat nog niet gauw ombuigen.”

5 Hoe doen andere landen het?

Andere landen die hoog scoren op productiviteit, zien niet zo’n sterke daling in de groei als Nederland. Daar is evengoed sprake van een verschuiving van de werkgelegenheid naar minder productieve sectoren zoals de zorg, maar wordt dat gecompenseerd doordat er ook meer werk is in hoogproductieve sectoren. „Zij investeren meer in bijvoorbeeld ict”, zegt Van Vliet. Zo trekt in Denemarken de groeiende farmaceutische industrie de cijfers op en lift Duitsland mee op de auto-industrie.

Een bijzonder geval is Ierland. Dat staat in de ILO-ranglijst met absolute bedragen op de tweede plek, en in de EU-groeilijst zelfs helemaal bovenaan. Waarom kunnen de Ieren ondanks hun hoge productiviteit wel blijven groeien, terwijl dat Nederland niet lukt? Dat heeft te maken met het grote aantal multinationals dat in Ierland gevestigd is, zoals Apple, Google, Meta en Pfizer. Bedrijven die producten maken met een hoge waarde, en daarmee goed scoren op arbeidsproductiviteit.

Er is echter scepsis over de Ierse cijfers. De arbeidsproductiviteit van multinationals in Ierland was een jaar geleden 414 euro per werknemer per uur, tegenover 55 euro voor lokale bedrijven. Voor een deel gaat het daarbij echter om geldstromen die multinationals om belastingredenen door Ierland laten stromen en die niets reëels bijdragen aan de Ierse economie. Economen vinden daarom dat cijfers vertekend worden.


Lees ook

Econoom over het achterblijven van arbeidsproductiviteit: ‘Nu zijn de mensen op en dan stijgen de lonen’

Onderwijsstaking in Amsterdam in 2020. Leraren  eisten onder meer hogere salarissen en een lagere werkdruk.