Voor velen zal bij de naam Rattan Chadha (1949) niet gelijk een belletje gaan rinkelen. Wie Chadha googlet vindt een schatrijke ondernemer die in de Quote 500 staat, drie volwassen kinderen heeft en een kunstcollectie van negenhonderd werken. Hij lijkt alles te hebben en dat is nooit anders geweest. De in India geboren Chadha had als jongste kind uit een rijke Indiase familie nog nooit een keuken van binnen gezien, heeft hij ooit gezegd, en altijd al een grote hang gehad naar ondernemen en avontuur: „Ik werkte zeven dagen per week en was altijd op reis.”
Dit bracht hem op het idee om in 1971 van New Delhi naar Nederland te liften. Als echte hippie met paardenstaart en duizend gulden op zak trok hij naar het Zuid-Hollandse Voorschoten. Van daaruit begon hij met het importeren van kleding uit India, die hij verkocht aan warenhuizen. In de jaren tachtig deed Chadha dit vanuit zijn eigen merken Moustache en Emanuelle, die hij in 1986 samenbracht onder het label Mexx.
Tot de verkoop van het meerderheidsbelang ter waarde van 264 miljoen Amerikaanse dollar aan het Amerikaanse Liz Claiborne in 2001, telde Mexx op het hoogtepunt wereldwijd 50 filialen en een kledingproductie van 40 miljoen stuks. De rol als ceo bij dit bedrijf vervulde Chadha tot 2006. In 2004 ontving hij de prestigieuze modeprijs Grand Seigneur, voor zijn visie, durf en gevoel voor organisatie en marketing. Thomas Grote, die het stokje destijds van hem overnam, verklaarde dat met Chadha „ook de spirit van Mexx” verdween. Na zijn vertrek focuste Chadha zich voornamelijk op zijn private equitybedrijf KRC Capital BV, dat hij in 1991 oprichtte en investeerde in mode, hotels en ontroerend goed.
Is geld dan zijn enige drijfveer?
Zeker niet. Chadha doet alleen dingen waar hij passie voor heeft. „Als je geen passie hebt, geen doel, dan is het leven niet waard geleefd te worden”, verklaarde hij in 2016 in de Volkskrant. Met deze overtuiging richtte Chadha in 2006 met Michael Levie hotelketen CitizenM op en werd hij bestuursvoorzitter. Deze boetiekketen moest zich onderscheiden van traditionele hotels en zich richten op een nieuwe generatie van reizende zakenlui die betaalbare luxe willen. De hotels zijn ingericht met „alles wat reizigers nodig hebben en met niets dat zij niet nodig hebben”, zei Chadha destijds. Dat betekent: slimme technologie, efficiënte inrichting, geen traditionele lobby en aandacht voor comfort en stijl. Momenteel heeft CitizenM bijna veertig hotels, verspreid over wereldsteden als New York, Londen en Shanghai. Vier daarvan staan in Nederland: twee in Amsterdam, een in hartje Rotterdam en een bij Schiphol.
En nu?
Na de verkoop aan Marriott afgelopen week voor minimaal 355 miljoen dollar – dat nog kan oplopen tot 465 miljoen – blijft het vastgoed en beheer in bezit van CitizenM. Dit bedrag is overigens aanzienlijk lager dan de 4 miljard euro waarop de keten vorig jaar werd geschat. Toch blijft Chadha positief: „Ik voorzie dat deze samenwerking de wereldwijde aanwezigheid en merkimpact van CitizenM aanzienlijk zal vergroten.”
Mocht je denken dat dit het uitgelezen moment is voor Chadha om met pensioen te gaan, dan heb je het mis. Zijn niet te stillen honger naar meer heeft hem jarenlang vooruit gebracht en plannen om te pensioneren heeft hij absoluut niet. In een interview met het FD vorig jaar liet Chadha weten dat met pensioen gaan zelfs zijn allergrootste angst is: „Dat is voor mij hetzelfde als doodgaan.”
Miljoenen kilometers aan dikke, koperen kabels onder de grond en lijnen door de lucht houden Europese landen letterlijk met elkaar in verbinding. Ze lopen van Europa’s noordelijkste puntje naar Portugal, naar Oekraïne en alles ertussenin. In rap tempo schiet elektriciteit door de kabels van de ene plek naar de andere. Het stroomnet is de grootste machine die de mensheid ooit heeft gebouwd, wordt weleens gezegd.
Maar wel een machine waarvan de afstelling nauw luistert. Want cruciaal is dat iedere seconde vraag en aanbod nauwkeurig in balans worden gehouden. Wat er gebeurt als dat niet goed gaat, kan in het ergste geval leiden tot grootschalige stroomuitval, zoals afgelopen maandag in Spanje, Portugal en een deel van Frankrijk.
Hoe deze grote stroomstoring, een power black-out, kon gebeuren is nog onbekend. Maar het heeft wel de vraag opgeroepen: hoe kwetsbaar is het Europese stroomnet, waarvan honderden miljoenen mensen afhankelijk zijn?
Vroeger was het elke stad of provincie voor zich. Ieder gebied legde draden, stations en generatoren aan om straatverlichting en machines van stroom te kunnen voorzien, zegt Peter Palensky, hoogleraar elektriciteitsnetten aan de TU Delft. Als losse eilandjes.
Het bijzondere aan een stroomnet is dat de frequentie waarop de infrastructuur is afgesteld continu gelijk moet blijven, anders raken onderdelen beschadigd. Het is cruciaal dat vraag en aanbod steeds met elkaar in evenwicht zijn, anders kan een storing ontstaan. Daarom zijn back-ups nodig die snel extra stroom leveren voor als ergens aanbod wegvalt.
„Al snel groeide het besef dat als je die eilanden met elkaar verbindt, niet iedereen hoeft te investeren in een eigen super-zekere back-up stroomvoorziening”, zegt Martien Visser, lector energietransitie aan de Hanzehogeschool in Groningen. „In gevallen van nood kan je stroom lenen van de buren, die dan tijdelijk even wat meer opwekken.” Palensky: „En als ergens onderhoud wordt gedaan, hoeft niet de hele stad in het donker te wachten. Dan neem je gewoon even wat vermogen van de buren.”
Afwijkingen
Eerst werden de steden en provincies op landelijk niveau met elkaar verbonden. Sinds de Tweede Wereldoorlog werden, land voor land en over tientallen jaren, lidstaten gekoppeld. „Dat begon in het westen van Europa”, zegt Jan Vorrink, senior adviseur van Tennet, de beheerder van de Nederlandse hoogspanningsnetten, die samen met andere internationale netbeheerders meewerkt aan een onderzoek naar de stroomstoring van deze week. „De Baltische staten, Moldavië en Oekraïne zijn recent aangesloten.”
Inmiddels is de stroom die landen kunnen krijgen van buurlanden allang niet meer alleen bedoeld voor noodgevallen. Machiel Mulder, hoogleraar energie-economie aan de Rijksuniversiteit Groningen: „Sinds in de jaren negentig de vrije markteconomie in Europa opkwam, gebruiken marktpartijen de koppeling ook om onderling energie te verhandelen. De verbinding wordt nu heel intensief gebruikt.” Een beetje voor noodgevallen, veel voor handel.
In Portugal waren ze afgelopen maandag niet blij met de sterke Europese verbinding
Langzaam ontstond zo een gezamenlijk, gestandaardiseerd net. De frequentie moet overal in Europa strak rond de 50 hertz blijven. Bij afwijkingen springen andere landen bij om de onbalans glad te trekken. Interconnectie maakt het stroomnet robuuster en de energie goedkoper.
Maar in Portugal waren ze afgelopen maandag niet blij met die sterke Europese verbinding. Gegevens die de Spaanse netbeheerder tot nu toe heeft verzameld, wijzen erop dat de oorzaak van de stroomstoring in Spanje begon, ten zuiden van de Pyreneeën. Een nog onbekend probleem daar bracht een kettingreactie op gang waarbij de storing zich als een olievlek verspreidde. Daarom was Portugal ook de pineut. Maakt de verbondenheid de elektriciteitsvoorziening dan niet juist kwetsbaarder?
Nee, onder de streep niet, zeggen vier experts, geraadpleegd voor dit artikel. Al is het alleen al omdat landen verplicht zijn elkaar te helpen het elektriciteitsnet weer op de bouwen na een probleem. Met vermogen van Frankrijk en Marokko, die meehielpen om de eerste paar centrales in Spanje weer aan de praat te krijgen, had bijna het hele Iberische eiland nog geen 24 uur later weer stroom.
En omdat landen elkaar dus helpen om een storing te voorkomen door spanningsschommelingen glad te strijken. Het bewijs dat dit in de praktijk echt werkt, was dat de storing van maandag zich niet verder in Frankrijk verspreidde, zegt Vorrink van Tennet. In Spanje viel in één klap om onbekende reden veel capaciteit weg en die werd niet snel genoeg aangevuld door buren. Lokaal schakelde daarom automatisch de beveiliging op de infrastructuur in om te voorkomen dat onderdelen beschadigd raakten. Daardoor kreeg Frankrijk plots geen 2.400 megawatt (genoeg voor zeven steden ter grootte van Amsterdam) meer geleverd vanuit Spanje. Lokaal veroorzaakte dat een tijdelijke storing. „Maar Frankrijk staat goed in verbinding met andere landen in Europa. Daarom konden alle lidstaten Frankrijk helpen door capaciteit te leveren en bleef Frankrijk verder in verbinding.” Dat ging allemaal automatisch, binnen dertig seconden.
Spanje en Portugal zijn door hun ligging en de Pyreneeën die ertussen liggen met slechts met enkele verbindingen tussen Spanje en Frankrijk verbonden met de rest van Europa. Zij konden niet de capaciteit krijgen uit andere landen, zoals Frankrijk. In Spanje moesten de eerste uitgevallen gebieden aanspraak doen op de beperkte omringende infrastructuur, die toen ook overbelast raakte. Toen viel in Spanje en Portugal de stroom uit op grote schaal. Volgens een onderzoek uit 2023 in het wetenschappelijke tijdschrift Joule zijn zulke cascadestoringen, waarbij uitval in het ene gebied leidt tot uitval in het andere gebied, de grootste bedreiging voor het moderne stroomnet. Weersomstandigheden zijn de meest voorkomende oorzaak van dergelijke kettingreacties.
Het aanleggen van nieuwe kabels kost miljarden en jaren aan planning, „maar dat is geen reden voor ons geen nieuwe koppelingen aan te leggen”, zegt Vorrink. „In de Pyreneeën hebben de Spaanse en Franse netbeheerders zelfs een tunnel aangelegd voor een nieuwe verbinding om aan de weerstand van natuurorganisaties en inwoners tegemoet te komen.” Het zijn juist activisten uit het goed verbonden Frankrijk die de komst van nieuwe verbindingen met Spanje dwarsbomen. Netbeheerders willen een nieuwe verbinding tussen het Franse Bordeaux en het Spaanse Bilbao, maar vooral in de Franse regio Les Landes is er verzet, omdat de verbinding door kwetsbare natuurgebieden loopt. Visser: „Nu is het plan om een nog duurdere kabel door de Golf van Biskaje te leggen in plaats van door de Pyreneeën.”
Geografisch gezien is de ene plek in het Europees netwerk kwetsbaarder dan de andere
Nadeel van een gezamenlijk Europees net is volgens Visser wel dat je soms ziet dat landen gaan vertrouwen op die interconnectie en in het binnenland relatief weinig maatregelen nemen om zelf bestand te zijn tegen een stootje. „Binnen Europa is ook geen regelgeving die landen verplicht maatregelen te nemen. Zo kon België zijn kerncentrales sluiten omdat het ervan uitging dat Nederland en Frankrijk wel zouden bijspringen.”
En ja, een nadeel is inderdaad ook dat als ergens een probleem zit, een buurland ook kan worden geraakt, zoals Portugal van de week. Maar als Portugal niet verbonden was geweest met het Europese stroomnet, hadden ze daar veel vaker storingen gehad, zeggen de geraadpleegde experts. Palensky: „Kleine, lokale disbalansen gebeuren vaak, maar die leiden over het algemeen niet tot storingen omdat we zo’n groot netwerk hebben.”
Geografisch gezien is de ene plek in het Europees netwerk kwetsbaarder dan de andere. Alle ogen zijn nu gericht op Portugal en Spanje, maar je hoeft er alleen maar een kaart van Europa bij te pakken om te zien dat ook andere gebieden minder goed verbonden zullen zijn dan Midden-Europa. Vorrink van Tennet: „ Bijvoorbeeld alle eilanden, ook de Waddeneilanden, het Verenigd Koninkrijk, Italië, waar in 2003 nog een grote black-out was.”
Inertia
Nu en de komende jaren gaat het stroomnet door gigantische veranderingen, die nieuwe kwetsbaarheden met zich meebrengen. Met de toevoeging van hernieuwbare energiebronnen wordt het ingewikkelder om vraag en aanbod iedere seconde in balans te houden. Het aanbod zonne- en windenergie is op korte termijn lastiger te voorspellen dan bijvoorbeeld een gascentrale die je volledig zelf regelt, want weersvoorspellingen zullen nooit perfect zijn. Tegelijk worden regelbare bronnen zoals kolen- en kerncentrales gesloten.
Daarbij hebben zonnepanelen en windmolens bijvoorbeeld geen grote, zware roterende turbines die ‘traagheid’ toevoegen aan het systeem. Is er ergens een stroomuitval, dan blijven zware turbines van velen tonnen nog wel even doordraaien, die komen niet zomaar tot stilstand. In de energiewereld noemen ze dat inertia.
Na de uitval in Spanje ontstond de discussie of zonnepanelen de oorzaak waren van het plots wegvallen van een grote hoeveelheid capaciteit. In het gebied waar de storing begon wordt veel zonne-energie opgewekt. Maar er waren veel andere bronnen in de buurt, zoals kerncentrales, die wel inertia hebben.
Volgens Palensky moeten de extra technische moeilijkheden om het net stabiel te houden niet aangegrepen worden als argument tegen de energietransitie. „Los van de noodzaak ervan om de klimaatdoelen te halen, zorgen zonne- en windenergie ook juist voor leveringszekerheid.” Voor fossiele brandstoffen zijn we afhankelijk van andere landen. Dat werd duidelijk tijdens de energiecrisis na de Russische invasie van Oekraïne. Palensky: „Zon en wind hebben ons nooit, in miljoenen jaren niet, in de steek gelaten. En niemand kan die bronnen van ons wegnemen.”
Bovendien zijn de moeilijkheden die de energietransitie met zich meebrengt technisch oplosbaar. Mulder: „Er wordt aan manieren gewerkt om duurzame bronnen wel inertia te geven. Bijvoorbeeld door vliegwielen toe te voegen die door zonne-energie worden aangedreven.” Batterijen kunnen ook inertia nabootsen. „En doordat we bijvoorbeeld de hoek van de bladen van windturbines ten opzichte van de windrichting kunnen veranderen, kunnen producenten met windturbines het aanbod van windenergie ietwat afstemmen op de vraag.” Maar het zijn wel extra, snel veranderende uitdagingen waar netbeheerders mee om moeten gaan. Dat wel.
99,99988 procent
En dan zijn er ook nog cyberaanvallen, waarop het risico toeneemt door zowel de huidige geopolitieke spanningen als het feit dat het net steeds meer gedigitaliseerd wordt. Vorrink: „Cyberaanvallen zijn tegenwoording inderdaad een groter risico. We hebben altijd al cybermaatregelen genomen en nu investeren we daar meer geld in.” Wat die maatregelen zijn wil de netbeheerder niet zeggen, uit veiligheidsoverwegingen.
Hoewel de energietransitie en cyberaanvallen het lastiger maken voor netbeheerders om het systeem in balans te houden en niet alle gebieden in Europa even goed aangesloten zijn, is het Europees net al met al heel betrouwbaar. In Nederland bijvoorbeeld, is de leveringszekerheid 99,99988 procent. Daarom is wereldwijd nu zoveel aandacht voor de storing van afgelopen maandag: het is heel uitzonderlijk. De laatste grote storing was zo’n twintig jaar geleden.
„Wel zijn we heel afhankelijk van het stroomnet”, zegt Han Slootweg, directeur Operaties van netbeheerder Enexis. „Dat zagen we afgelopen maandag, toen het dagelijks leven in Spanje en Portugal vrijwel stilviel. Onze afhankelijkheid van elektriciteit neemt steeds meer toe. En die afhankelijkheid, dat is de echte kwetsbaarheid.”
Voor velen zal bij de naam Rattan Chadha (1949) niet gelijk een belletje gaan rinkelen. Wie Chadha googlet vindt een schatrijke ondernemer die in de Quote 500 staat, drie volwassen kinderen heeft en een kunstcollectie van negenhonderd werken. Hij lijkt alles te hebben en dat is nooit anders geweest. De in India geboren Chadha had als jongste kind uit een rijke Indiase familie nog nooit een keuken van binnen gezien, heeft hij ooit gezegd, en altijd al een grote hang gehad naar ondernemen en avontuur: „Ik werkte zeven dagen per week en was altijd op reis.”
Dit bracht hem op het idee om in 1971 van New Delhi naar Nederland te liften. Als echte hippie met paardenstaart en duizend gulden op zak trok hij naar het Zuid-Hollandse Voorschoten. Van daaruit begon hij met het importeren van kleding uit India, die hij verkocht aan warenhuizen. In de jaren tachtig deed Chadha dit vanuit zijn eigen merken Moustache en Emanuelle, die hij in 1986 samenbracht onder het label Mexx.
Tot de verkoop van het meerderheidsbelang ter waarde van 264 miljoen Amerikaanse dollar aan het Amerikaanse Liz Claiborne in 2001, telde Mexx op het hoogtepunt wereldwijd 50 filialen en een kledingproductie van 40 miljoen stuks. De rol als ceo bij dit bedrijf vervulde Chadha tot 2006. In 2004 ontving hij de prestigieuze modeprijs Grand Seigneur, voor zijn visie, durf en gevoel voor organisatie en marketing. Thomas Grote, die het stokje destijds van hem overnam, verklaarde dat met Chadha „ook de spirit van Mexx” verdween. Na zijn vertrek focuste Chadha zich voornamelijk op zijn private equitybedrijf KRC Capital BV, dat hij in 1991 oprichtte en investeerde in mode, hotels en ontroerend goed.
Is geld dan zijn enige drijfveer?
Zeker niet. Chadha doet alleen dingen waar hij passie voor heeft. „Als je geen passie hebt, geen doel, dan is het leven niet waard geleefd te worden”, verklaarde hij in 2016 in de Volkskrant. Met deze overtuiging richtte Chadha in 2006 met Michael Levie hotelketen CitizenM op en werd hij bestuursvoorzitter. Deze boetiekketen moest zich onderscheiden van traditionele hotels en zich richten op een nieuwe generatie van reizende zakenlui die betaalbare luxe willen. De hotels zijn ingericht met „alles wat reizigers nodig hebben en met niets dat zij niet nodig hebben”, zei Chadha destijds. Dat betekent: slimme technologie, efficiënte inrichting, geen traditionele lobby en aandacht voor comfort en stijl. Momenteel heeft CitizenM bijna veertig hotels, verspreid over wereldsteden als New York, Londen en Shanghai. Vier daarvan staan in Nederland: twee in Amsterdam, een in hartje Rotterdam en een bij Schiphol.
En nu?
Na de verkoop aan Marriott afgelopen week voor minimaal 355 miljoen dollar – dat nog kan oplopen tot 465 miljoen – blijft het vastgoed en beheer in bezit van CitizenM. Dit bedrag is overigens aanzienlijk lager dan de 4 miljard euro waarop de keten vorig jaar werd geschat. Toch blijft Chadha positief: „Ik voorzie dat deze samenwerking de wereldwijde aanwezigheid en merkimpact van CitizenM aanzienlijk zal vergroten.”
Mocht je denken dat dit het uitgelezen moment is voor Chadha om met pensioen te gaan, dan heb je het mis. Zijn niet te stillen honger naar meer heeft hem jarenlang vooruit gebracht en plannen om te pensioneren heeft hij absoluut niet. In een interview met het FD vorig jaar liet Chadha weten dat met pensioen gaan zelfs zijn allergrootste angst is: „Dat is voor mij hetzelfde als doodgaan.”
Zo druk is Ursula von der Leyen, de machtigste vrouw van de Europese Unie, de laatste tijd met het sluiten van handelsakkoorden en het in stand houden van de wereldorde, dat ze soms haast begint te klinken als haar tegenpool aan de overzijde van de Atlantische Oceaan.
„Landen staan in de rij om met ons aan de slag te gaan”, pochte ze onlangs tegenover Politico, het lijfblad van de Brusselse politieke bubbel. „Er is interesse uit zó veel landen om nauwer samen te werken”, heette het in een interview met de Financial Times. En in Die Zeit deed de voorzitter van de Europese Commissie er nog een schepje bovenop: „Wij hebben geen bro’s en oligarchen die de dienst uitmaken.”
Von der Leyen is op een missie: Europa’s positie in de wereldwijde vrijhandel overeind houden, nu de Verenigde Staten dreigen weg te vallen als betrouwbare handelspartner en als beschermheer van het systeem. Steeds weer benadrukt het hoofd van de Commissie wat de EU de wereld te bieden heeft: een voorspelbare handelsrelatie met een markt van kapitaalkrachtige Europese burgers en bedrijven die popelen om hun euro’s, zloty’s en kronen uit te geven.
Het leidde sinds de herverkiezing van Donald Trump in de VS tot een lange lijst aan buitenlandse reizen. Onderhandelingen die al jaren vastzitten, worden ineens vlot getrokken. In december zette Von der Leyen, die daarvoor een mandaat heeft, in Uruguay haar handtekening onder een akkoord met Mercosur, het Zuid-Amerikaanse landenblok. De EU-landen moeten dat nog doen. Maar zelfs Frankrijk, dat zich al meer dan twintig jaar tegen het akkoord verzet, lijkt nu bereid zijn zegen aan de deal te geven.
En zo gaat het overal. De EU heeft sinds afgelopen november ook onderhandelingen over het sluiten of uitbreiden van akkoorden gevoerd met onder meer India, Maleisië, Mexico, Thailand, de Verenigde Arabische Emiraten en Zwitserland. Er kwam een investeringspakket bij voor Zuid-Afrika, en één voor Centraal-Azië, trots door Von der Leyen gepresenteerd in Oezbekistan. Zelfs met China, dat op de meeste beleidsterreinen nog steeds geldt als een rivaliserende grootmacht, worden heel voorzichtig de banden aangehaald.
Zo lijkt de oplossing voor de onrust op het wereldtoneel haast terug te brengen tot een eenvoudige formule: wat minder handel met de VS, wat meer met India, China en Brazilië, klus geklaard. Maar zo’n sommetje onderschat hoe groot de gevolgen zijn van een kantelende wereldorde, waarschuwen economen. De EU zal veel meer moeten doen als ze de handelsklap wil opvangen, laat staan als Europa de rol van de VS als mondiale marktmeester wil overnemen.
„Laten we eerlijk zijn: de grootste economische relatie in de wereld is die tussen de EU en de VS. Als die relatie onder druk komt te staan, zijn we slechter af. Punt”, zegt Maria Demertzis, als econoom verbonden aan denktank The Conference Board en eerder aan de Brusselse denktank Bruegel. „De vraag die ertoe doet, is: staat die relatie onder druk door dingen die wij kunnen beïnvloeden, of door oorzaken die buiten onze macht liggen?”
Ongezonde afhankelijkheid
Het is te simpel om alleen te wijzen naar de keuzes van het Witte Huis, vindt Demertzis. Zeker, het is Trump die de huidige onzekerheid aanjaagt, maar al doende legt hij kwetsbaarheden bloot die al langer bestaan. „Wat is het eerste principe dat je leert op een managementopleiding? Bedrijfscontinuïteit: hoe garandeer ik dat ik mijn product of dienst kan blijven leveren zoals ik beloofd heb? Dat is prioriteit nummer één, voor de kosten, voor de winst. In de wereldeconomie zijn we dat principe volkomen vergeten. Nu zien we hoe kwetsbaar dat ons maakt.”
Dit was natuurlijk al een van de lessen van de coronapandemie. Daar ging het om tijdelijke schokken die de handelsketens bruut verstoorden. Maar het kan evengoed gaan om langdurige keuzes: wat als een handelspartner zich bedenkt en andere prioriteiten stelt? „Als de VS het wil, staan alle clouddiensten in Europa morgen stil. Voor onze betalingssystemen zijn we voor 70 procent afhankelijk van de VS”, aldus Demertzis.
Moeten we deze bedrijven dan boycotten? „Je kunt die diensten waarderen én tegelijkertijd zeggen: deze afhankelijkheid is ongezond. Dus moet je diversifiëren en op eigen benen staan. En bedenk wel dat de rest van de wereld dit óók denkt, en dan diezelfde vraag stelt over Europa: is te veel afhankelijkheid van Europa een risico? Ook zij willen economische zekerheid.”
Eén route om Europa beter bestand te maken tegen schokken is door de blik naar binnen te richten en de eigen markt te verstevigen. Op dit moment leunt de Europese economie zwaarder op export op de wereldwijde markt dan elke andere grote economie, ook de Chinese. Dat betekent dat iedere ontwrichting van het systeem in Europa harder aankomt dan elders.
De interne markt is, ondanks alle lovende woorden van Europese politici, nog altijd onderontwikkeld. Handelsbarrières in de vorm van regels en logistieke uitdagingen maken het voor bedrijven binnen de EU lastig om elders in de unie uit te breiden. Het Internationaal Monetair Fonds becijferde dat deze barrières zo duur uitpakken dat ze gelijkstaan aan een heffing van 44 procent voor grensoverschrijdend goederenverkeer, en zelfs 110 procent voor diensten.
De andere route om het continent robuuster te maken, loopt juist via het aanhalen van de banden met zoveel mogelijk andere landen. Dan is een schok in de wereldeconomie of een verschuiving in de geopolitiek makkelijker op te vangen. En Europa heeft iets te bieden, zo benadrukt Von der Leyen met haar betoog over de eerlijke en voorspelbare handel met Europa.
Veel landen zien de EU helemaal niet als een handelsblok dat draait om eerlijkheid en voorspelbaarheid
Alhoewel? „Heel veel landen zullen naar de EU kijken en helemaal niet een handelsblok zien dat draait om eerlijkheid en voorspelbaarheid”, zegt Hosuk Lee-Makiyama, directeur van het European Centre for Political International Economy. „De EU is een zelfbenoemde regulerende supermacht, die bovendien de regels regelmatig herziet. Dat betekent dat jij niet weet waar je over vijf jaar aan toe bent als jij hout of rundvlees of een innovatieve dienst met AI naar de EU wil exporteren.”
Hoe hoog de spanningen daarbij kunnen oplopen, werd vorig jaar duidelijk bij de invoering van de Europese antiboskapwet. Die wet is bedoeld om wereldwijd illegale ontbossing tegen te gaan. Fabrikanten van hout, maar ook van koffie, soja en vlees moeten kunnen aantonen dat er geen land is ontbost voor hun productie, als ze hun waren in Europa willen verkopen.
De overheden in Indonesië, Maleisië en Brazilië waren woedend: zij zagen in de plannen geen vorm van natuurbescherming, maar extra regelgeving en papierwerk, waardoor het veel moeilijker zou worden voor bedrijven om vanuit hun landen naar Europa te exporteren.
Het hielp niet dat de Europese Commissie pas zeer laat met duidelijkheid over de precieze handhaving kwam. En de frustratie liep verder op toen de EU de wetgeving onlangs vereenvoudigde voor de eigen lidstaten door hen grotendeels uit te zonderen van de regels, omdat het risico op ontbossing binnen de EU minimaal zou zijn. Europese bosproducenten stonden te juichen: minder bureaucratie. De niet-Europese overheden bleven verbolgen achter.
Tastbare voordelen
De VS mogen dan nu de aandacht trekken in negatieve zin, maar het aanbod dat de Amerikanen vanaf de Tweede Wereldoorlog aan de rest van de wereld deden was er een met tastbare voordelen, zegt Hosuk Lee-Makiyama. Vanaf de jaren vijftig en zestig hebben de VS hun handelsbarrières immers in veel verdere mate afgebouwd dan de EU, qua heffingen en regels.
„Daardoor hebben ze ook iets te bieden: vrije toegang tot een gigantische markt. De VS waren bereid een handelstekort van een biljoen dollar te accepteren, waardoor Europa en de rest van de wereld voor dat bedrag een handelsoverschot konden opbouwen”, zegt Lee-Makiyama. „En: de Amerikanen bouwen fabrieken overal ter wereld om nieuwe markten aan te boren. Wat doet Europa? Wij bouwen onze fabrieken op eigen bodem, wij creëren de banen hier en verschepen vervolgens de goederen.”
De Verenigde Staten bouwden deze wereldorde met harde macht en handel. Lee-Makiyama: „Feitelijk zeiden de VS: wij zijn bereid een handelstekort te draaien zodat Europa en Azië kunnen groeien via export – mits jullie onze regels volgen. Ik zie Europa noch China bereid hetzelfde te doen om Zuid-Azië en Afrika via export uit de armoede te helpen.”
Dat de onzekerheid van het huidige tijdperk dwingt tot politieke keuzes is goed terug te zien in het Europees Parlement. Daar zien politici van alle windrichtingen deze dagen de noodzaak van een handelsbeleid dat verder gaat dan een extra vrijhandelsakkoord hier of daar.
Aan de ene kant is daar D66-fractieleider Gerben-Jan Gerbrandy, die nu zijn pleidooi voor hechtere Europese samenwerking bevestigd ziet. „Noem het een Pax Europeana, als opvolger van de Pax Americana. Als de VS wegvallen, is het aan Europa om een alternatief te bieden.”
Dat vergt keuzes, erkent hij. Zo zal Europa een volwaardige territoriale defensiemacht nodig hebben en serieus moeten gaan nadenken over het aangaan van gemeenschappelijke Europese leningen om de euro te versterken. „Het doel is niet dat we als politieagent van de wereld gaan opereren, maar we moeten onze economische macht wel kunnen onderbouwen.”
Aan de andere kant klinkt het geluid van Jessika van Leeuwen (BBB). Haar partij ziet in het huidige tijdperk juist iets anders: de risico’s van onderlinge afhankelijkheid. „Wij zijn in principe voor vrijhandel, maar wij sluiten iets cruciaal als voedselzekerheid daarvan uit.” Om die reden wordt Van Leeuwen weinig enthousiast van de onderhandelingen van de EU met Australië, Thailand en het Mercosur-blok.
Ook op andere dossiers zal de EU heel goed moeten nadenken over de voorwaarden, zegt Van Leeuwen. „Vrije handel bestaat bij de gratie van goede regels. Hoeveel staatssteun krijgen de Chinese auto’s die hier rijden? Hoe zit het met de kwaliteit van de Chinese goederen die straks onze kant op kunnen komen als ze niet meer naar de VS worden gestuurd? We kunnen dat nu al amper tot niet controleren.”
En dan moet de de rest nog overtuigd worden. „We zijn de free rider van de wereldeconomie geweest”, zegt Hosuk Lee-Makiyama. „Goedkoop Russisch gas, een Amerikaanse veiligheidsparaplu en een wereldmarkt die al onze geëxporteerde spulletjes kocht. Natuurlijk wil Europa dat het oude systeem intact blijft. Maar het is niet gek dat veel landen er hetzelfde over denken als Trump: het huidige systeem komt vooral de Europeanen ten goede.”
Lees ook
Lees ook: Trumps heffingenpolitiek is een afrekening met decennia aan Amerikaans geloof in de vrijhandel