De naaktfoto van de ex is een gevaarlijk genre

Het ding De spullen om ons heen en de dingen die we gebruiken: ze laten zien wat we belangrijk vinden en hoe de wereld verandert. Deze week: de naaktfoto van een ex.

Foto Getty Images/Bewerking NRC

Gekraak, geratel, en toen stilte. Mijn computer was gesneuveld. Maar de harde schijf was nog te redden, zei het mannetje. Hij moest alleen anders geformatteerd worden. Aan mij de taak om door de bestanden op die harde schijf te gaan en te selecteren wat ik wel en niet wilde bewaren.

Veruit het grootste mapje, ontdekte ik al snel, zat vol foto’s. Op het merendeel van die foto’s stond mijn ex. Ik klikte door de verzameling heen, en stuitte toen op zo’n tien naaktfoto’s van haar, door mij gemaakt. Ik was ze vergeten, maar kon ze direct dateren. Het was onze eerste vakantie, in een warme, witte Italiaanse stad. We waren zo verliefd dat het pijn deed. Het waren geen overdreven gestileerde foto’s, ze poseerde niet, ik had ons dagelijkse leven vastgelegd, ons leven dat zich toen goeddeels naakt voltrok. De ethische consensus aangaande sexy bedoelde selfies is helder: als de relatie voorbij is, verwijder je ze. Maar wat te doen met zulke dagelijkse beelden, die niet expliciet seksueel van aard waren?

Jarenlang hadden deze foto’s als vanzelfsprekend deel uitgemaakt van mijn digitale inventaris. Maar nu klikte ik ze snel weg. Het voelde als ongeoorloofd om ze te bekijken, misschien zelfs als verboden. En dat terwijl ik de foto’s had gemaakt.

Op het moment dat hij genomen wordt, toont zo’n naaktfoto de unieke band tussen twee geliefden, en de bijzondere positie die ze in elkaars leven innemen. Het beeld is tegelijk een partiële inbeslagname; de fotograaf legt het lichaam vast dat bij niemand zo hoort als bij hem/haar. Zo’n foto heeft ook iets transgressiefs, iets gevaarlijks, omdat hij altijd in verkeerde handen kan vallen. Maar de geliefde trotseert dat gevaar, omwille van de ander. De overgave aan de band is sterker dan de neiging tot zelfbehoud.

Deze foto’s waren niet meer van mij, voelde ik. Anders zou het niet als verboden aanvoelen om ze te bekijken. Ze waren ook niet zonder meer van haar – ik had ze geschoten, met haar toestemming of misschien zelfs op haar verzoek (?), en ze was het bestaan ervan schijnbaar vergeten, of anders had ze het verdrongen. Ze waren het eigendom geweest van de entiteit die wij samen vormden, van de twee-eenheid. En nu die entiteit niet meer bestond, waren de foto’s zonder eigenaar en zonder rechten. Ik aarzelde: alle foto’s verwijderen, of ze bewaren en er nooit meer naar kijken?

Om de post-relatiechaos wat te beteugelen, hebben twee vrienden van me jaren geleden een break-upprotocol opgesteld. Zodra een relatie van de een is geëindigd, komt de ander langs met een zwarte schoenendoos. Hij heeft de rol van verdelger: alles wat doet denken aan de ex van de een verdwijnt in de doos, foto’s uiteraard niet uitgezonderd. Er vindt ook een digitale zuivering plaats: alle foto’s van de ex worden van de telefoons verwijderd en in een aparte map geplaatst. Ze noemen dit protocol ‘de sterilisatie’. Ik heb dit altijd een bijzonder, maar tegelijk tragisch protocol gevonden: dingen zijn tenslotte ook geleiders van herinneringen. Als je die geleiders weghaalt, wat gebeurt er dan met de herinneringen? Als herinneringen niet meer kunnen vloeien, wat blijft er dan nog van de gefnuikte relatie over? En als er helemaal niks van de relatie overblijft, wat heeft het dan betekend?

De naaktfoto van de ex is een gevaarlijk genre, besefte ik. Zulke foto’s kunnen nog altijd in verkeerde handen vallen, maar nu wordt dat risico, in tegenstelling tot toen de relatie nog intact was, niet meer moedwillig genomen. De neiging tot zelfbehoud is belangrijker geworden dan de band, misschien wel dan welke band dan ook.

Ik klikte alle vensters weg en pakte mijn telefoon. Ooit was ik de enige die zulke foto’s van haar mocht maken, ik had een status aparte. Het is niet alsof die status aparte niet meer bestaat, hij behoort mij alleen niet meer toe: haar nieuwe partner mag de camera nu oppakken, wie het ook is. Ik stuurde de vrienden een berichtje. Het was tijd voor de sterilisatie. Ik zou de foto’s nooit meer bekijken, maar ik zou ze ook niet weggooien. Ze zouden voortleven als stukken in een archief dat niemand ooit zal betreden, in een zwarte doos, achter een cijferslot waarvan alleen ik de combinatie weet, totdat ik die vergeet.

En ik stuurde mijn ex een berichtje: weet je nog?