De mogelijke coalitiepartners van Wilders I trekken al als een gesloten front op

Wie woensdag door de oogharen naar het Kamerdebat over de formatie keek, zag de coalitie van kabinet-Wilders I al aan het werk. En het is lang niet meer zeker of het demissionaire kabinet-Rutte IV intact blijft tot een nieuw kabinet is aangetreden.

Het zal in de parlementaire geschiedenis niet vaak zijn voorgekomen dat nieuwe politieke verhoudingen in de Tweede Kamer na verkiezingen al zo’n breuk met een demissionair kabinet veroorzaakten. En dat formerende partijen hun machtsbasis zo gretig wilden verzilveren. Het Kamerdebat ging over de verkenning van Ronald Plasterk, die benoemd werd tot informateur. Maar het debat eindigde woensdagavond in chaos en verbijstering.

Cruciaal is alleen niet de PVV zelf, met 37 zetels de grote winnaar van de verkiezingen. De hoofdrol wordt opgeëist door de VVD, de grootste partij in Rutte IV en straks mogelijk gedoogpartner van een nieuw kabinet.

VVD-leider Dilan Yesilgöz verraste aan het einde van het debat met een motie waarin ze het kabinet én de Eerste Kamer opriep „een pas op de plaats te maken” met de spreidingswet zolang de formatie loopt. Die wet, ingediend door Rutte IV, moet regelen dat de opvang van asielzoekers wordt verdeeld onder gemeenten en is al door de Tweede Kamer aangenomen. Haar motie was mede-ondertekend door de partijen waarmee de VVD de informatieperiode ingaat: PVV, NSC en BBB.

Bijna alle ándere fractievoorzitters reageerden vol verbijstering. „Staatsrechtelijk vandalisme”, vond D66-leider én kabinetsgenoot als minister voor Klimaat Rob Jetten. „Vrij smakeloos”, zei CDA-leider Henri Bontenbal. „Als ik klompen aan had gehad, dan waren ze nu gebroken”, zei Pieter Grinwis (CU). En ook SGP’er Chris Stoffer, tegenstander van de spreidingswet, benadrukte weliswaar vóór de inhoud van de motie te zijn maar die „vanuit rechtsstatelijkheid” niet te kunnen steunen.

Rechtsstatelijkheid

En zo kwam in een debat dat tot dan toe over de theorie ging (zal een coalitie onder leiding van Geert Wilders zich aan rechtsstatelijke principes houden?) opeens een concrete casus ter sprake. Want wat Yesilgöz voorstelde is zeer ongebruikelijk: de Tweede Kamer bemoeit zich in principe nooit met het werk van de Eerste Kamer. Bovendien: Yesilgöz probeerde als fractievoorzitter een einde te maken aan een wet die zij als demissionair minister tot nu toe steunde.

Caroline van der Plas (BBB), Eddy van Hijum (NSC), Dilan Yesilgoz (VVD), Pieter Omtzigt (NSC) en Mona Keijzer (BBB) tijdens een schorsing van het debat.
Foto Sem van der Wal/ANP

Yesilgöz zei dat de nieuwe verhoudingen in de Tweede Kamer het mogelijk maakten om nu een meerderheid te vinden voor iets wat de VVD altijd al wilde. Ook de PVV wil een einde aan de spreidingswet. En te zien was hoe de VVD de oude coalitie inruilde voor een nieuwe, al is die er formeel nog niet. Yesilgöz zat lange tijd in druk overleg gehurkt naast Wilders – haar nieuwe bondgenoot.

Het optreden van Yesilgöz zorgde meteen voor woede in het demissionaire kabinet-Rutte IV. En ook voor onbegrip. Kabinetsleden van de andere regeringspartijen, D66, CDA en ChristenUnie, zochten contact met elkaar – en ook met de VVD. Wat bleek: ook in die partij was niet iedereen op de hoogte.

Sommigen liepen al vooruit op een einde van het kabinet. De woorden van Henri Bontenbal (CDA) dat de motie het demissionaire kabinet kan „splitsen”, vonden weerklank in het kabinet. Een demissionair kabinet kan niet vallen, maar partijen of bewindspersonen kunnen er wel uitstappen.

Pieter Omtzigt (NSC) steunde de motie, en dat leverde hem forse kritiek op van andere partijen, omdat juist hij als onafhankelijk Kamerlid jarenlang had gepleit voor goed en betrouwbaar bestuur. Hij nam een suggestie over van Frans Timmermans (GroenLinks-PvdA) om staatssecretaris Eric van der Burg (Asiel) te laten reageren op de motie voordat die in stemming komt. Het levert de situatie op dat Eric van der Burg, die ook VVD-Kamerlid is, namens het kabinet, waar Dilan Yesilgöz ook deel van uitmaakt, een oordeel moet vormen over de motie van Yesilgöz – tevens zijn fractiegenoot in de Kamer.

Van der Burg verdedigde de spreidingswet de afgelopen maanden vurig. Hij staat bijna dagelijks in contact met burgemeesters om ze te vragen asielzoekers op te vangen en kondigde dinsdag nog aan dat ruim 1.300 statushouders versneld worden ondergebracht in hotels, omdat het aanmeldcentrum in Ter Apel overvol is.

Uittocht

Yesilgöz heeft zichzelf nu in een moeilijke positie gemanoeuvreerd. Het kabinet moet over de motie oordelen en dat zal niet gemakkelijk zijn. Nog tijdens het debat woensdagavond zochten de fractievoorzitters van D66, CDA en CU contact met hun partijgenoten uit het kabinet om te overleggen over de actie van de VVD. Het kabinet moet altijd unaniem oordelen. Als het negatief adviseert over de motie kan Yesilgöz die nog wel in de Tweede Kamer in stemming brengen. Ze is daar verzekerd van een meerderheid. Maar ze weet dat de andere partijen uit het kabinet daar consequenties aan zouden kunnen verbinden. Een uittocht van de andere drie coalitiepartijen wordt niet uitgesloten. Dat geldt ook voor het opstappen van de VVD.

De motie kwam nadat de Kamer urenlang had gedebatteerd over rechtsstatelijkheid. Vooraf vreesden partijen dat de democratische rechtsstaat en de rechten van minderheden onder druk komen te staan als de PVV in een kabinet komt. Ze waren bang dat dit geleidelijk zou gebeuren, doordat de VVD, NSC en BBB zich zouden voegen naar de mores van de PVV.

Geert Wilders (PVV) en Pieter Omtzigt (NSC) in de wandelgangen tijdens een schorsing van het debat
Foto Sem van der Wal/ANP

Urenlang waren die drie partijen juist daarover bevraagd. En ze hadden steeds weer geprobeerd de anderen gerust te stellen. „Heb er maar vertrouwen in”, zei Geert Wilders, die beloofde zijn plannen aan de Grondwet aan te passen, maar niet wilde reflecteren op uitspraken die hij als Kamerlid deed. „Voor een Grondwetswijziging is een twee derde meerderheid nodig in de Eerste en Tweede Kamer. Het idee dat je zomaar dingen kan veranderen verwerp ik met grote kracht”, zei Pieter Omtzigt. Yesilgöz: „De waarborgen van de rechtsstaat staan fier overeind. Daar ga ik ook niet aan morrelen of laten morrelen. Dat is geen onderhandeling.”

Maar woensdag, tijdens de eerste keer dat de mogelijke coalitiepartners samen optrokken, bleek meteen al dat ze een gesloten front waren. En dat ze beseffen dat zij nu al de meerderheid hebben.



Leeslijst