De moeder van Moederdag

U kent haar naam misschien niet, maar zonder Ann Reeves Jarvis (1832-1905) was er zondag geen Moederdag geweest. Geen kopje thee op bed, geen beschuit met aardbeien, vrolijk beschilderde pastaketting, bos rozen of parfum. Wat begon met één moeder die zorgde voor andere moeders, groeide uit tot een wereldwijde traditie. Nu ja, er kwam ook nog een dochter aan te pas. Een dochter die een monument oprichtte voor haar moeder – en het daarna eigenhandig weer wilde afbreken. Maar daar komen we vanzelf op uit.

Het verhaal begint in West Virginia, halverwege de negentiende eeuw. Armoede en ziekte zijn alomtegenwoordig. Ann Reeves Jarvis is moeder van elf kinderen — óf zelfs van dertien, daarover zijn de bronnen het niet eens – van wie er uiteindelijk slechts vier volwassen worden. Hoewel zo’n hoge kindersterfte destijds niet ongebruikelijk was, dunkt me dat een mens gemakkelijk zou kunnen breken onder zoveel zorgen. Maar niet deze methodistische domineesdochter en zondagsschooljuf. Zij buigt haar verdriet om in daadkracht.

In 1858 richt ze de zogeheten Mother’s Day Work Clubs op: een vrouwenorganisatie die gezondheidszorg toegankelijker wil maken, arme gezinnen bijstaat en moeders leert ziektes als tyfus, cholera en dysenterie te voorkomen. Tijdens de Amerikaanse Burgeroorlog (1861-1865) staat Jarvis erop dat de organisatie neutraal blijft. Tijdens een mazelenepidemie verplegen zij en haar clubleden noordelijke én zuidelijke soldaten. Na de oorlog zet ze zich in voor verzoening. In 1868 organiseert ze een Mother’s Friendship Day, bedoeld om noordelijke en zuidelijke veteranen en hun familieleden samen te brengen.

Vanaf hier gaat het verhaal verder met Anna Jarvis, één van Anns vier kinderen. Wanneer haar moeder in 1905 sterft, zweert Anna haar maatschappelijke nalatenschap levend te houden. Als kind had ze haar moeder eens horen verzuchten dat het tijd werd voor een dag waarop het doorgaans onzichtbare werk van moeders werd geëerd. Op de tweede zondag van mei in 1907 organiseert Anna, in de kerk waar haar moeder jarenlang les gaf, de eerste officiële Mother’s Day. In de jaren daarna voert ze – haar activisme heeft ze niet van een vreemde – onvermoeibaar campagne voor een nationale Moederdag, iets wat ze in 1914 voor elkaar krijgt.

En dan nu die tragische wending. De dag die de dochter van ‘Mother Jarvis’ met zoveel overtuiging in het leven heeft geroepen, wordt al snel overgenomen door bloemisten, bakkers, kaartendrukkerijen en warenhuizen. Waar zij een ingetogen, waardig eerbetoon aan hardwerkende moeders voor zich zag, verandert dat tot haar afgrijzen in een commercieel circus vol bonbondozen en peperdure boeketten. Woedend probeert ze haar eigen geesteskind weer af te schaffen. Ze plaatst advertenties waarin ze mensen oproept geen bloemen te kopen voor Moederdag. Geeft al haar geld uit aan rechtszaken tegen liefdadigheidsinstellingen die de feestdag in haar ogen misbruiken om fondsen te werven. Tevergeefs. Anna Jarvis sterft berooid en verbitterd.

Een triest verhaal, en de commercie rond Moederdag is sindsdien bepaald niet afgenomen. Toch is het mooi dat deze dag nog steeds bestaat. Want de meeste moeders verdienen het om gekoesterd, verrast, verwend, gevierd, herdacht, geëerd en gemist te worden. Niet per se met dure cadeaus, maar gewoon met wat oprechte aandacht. En met een lekker toetje natuurlijk, da’s altijd een goed idee.