
220 miljard, 63 miljard, 59 miljard en 521 miljoen: de vier hoofpersonen van satire Mountainhead brullen aan het begin van de film hun vermogen tegen de bergtoppen in de Amerikaanse staat Utah. Degene met het hoogste bedrag krijgt een lauwerkrans na dit wedstrijdje ‘verplassen’ voor techbazen. Zou het toeval zijn dat de winnaar, de eigenaar van het fictieve sociale mediaplatform Traam, de naam Venis heeft, wat rijmt op ‘penis’? Dat de luxueuze bergvilla in Utah waar ze in de film een weekendje gaan pokeren Mountainhead heet, is alvast bewust een knipoog naar The Fountainhead, Ayn Rands beroemde ode aan individualisme.
In zijn regiedebuut richt Jesse Armstrong, de bedenker van de veelbekroonde hitserie Succession, zijn pijlen opnieuw op hyperrijken. Ditmaal op techmiljardairs. Zijn personages zijn een amalgaam van types als Elon Musk, Mark Zuckerberg of investeerder Peter Thiel. Het soort techbro dat ook in het laatste seizoen van zijn satirische serie over de miljardairsfamilie van mediatycoon Logan Roy opdook. Het levert een film op die tegelijkertijd scherp én gemakzuchtig voelt. En daardoor afwisselend onderhoudend en wat saai.
Terwijl de vier mannen in de villa pretenderen hun oude vriendschap nieuw leven in te blazen via een combinatie van hielenlikkerij, sneren en snacks, vliegt de wereld om hen heen in brand. Een update van Traam spuwt een zee van levensechte deepfakes en onverifieerbare desinformatie de wereld in, wat leidt tot genocidaal geweld, oorlogen en marktinstabiliteit.
Dat leed krijgen de vier alleen mee via hun telefoon. Zelf zijn ze druk met de geheime agenda’s die ze meenamen naar de villa. Zo aast Venis (Cory Michael Smith) – onder druk van de buitenwereld – op de AI van Jeffs (Ramy Youssef) bedrijf. Die zou de haatverspreidende upgrade van zijn sociale mediaplatform in goede banen kunnen leiden. Jeff weigert een deal. De terminale tech-investeerder Randall (Steve Carell) wil dan weer via Venis’ technologie onsterfelijk worden. En de „soepkeuken” (Jason Schwartzman) of miljonair van het groepje, wil zijn eerste miljardje binnenharken.
Recordtempo
Mountainhead werd in een recordtempo gemaakt. Armstrong had het idee in november 2024, minder dan een jaar later is de film af. Hij was gehaast want vreesde onder meer dat de wijze waarop AI en de ongebreidelde macht van techmiljardairs aan bod komt, ingehaald zou worden door veranderingen in de realiteit. Niet onterecht én actualiteit van het onderwerp betaalt zich zeker uit. De film speelt met het onbehagen dat velen voelen bij de huidige razendsnelle AI-ontwikkelingen. Het scenario voelt bij momenten visionair als je bedenkt dat Armstrong het schreef nog vóórdat iemand als Musk de Amerikaanse overheidsuitgaven te lijf mocht gaan. In Mountainhead zien we hoe samen met de chaos in de buitenwereld, ook de hybris bij de villa-gasten toeneemt. Ze beginnen zich steeds concreter voor te stellen hoe zijzelf de leiding over delen van de wereld kunnen overnemen.
Tegelijkertijd heeft de snelheid waarmee de film is gemaakt er toe geleid dat de satire niet zo scherp is als hij had kunnen zijn. Het eerste uur is vooral gevuld met ambitieus gesneer, pseudo-filosofische geratel en techbro-lingo als „Het tegengif van slechte tech, is goede tech”. Bij momenten geestig en goed gebracht, maar uiteindelijk gaat het wat vervelen. Ook omdat de personages vrij cartoonesk zijn én blijven. Succession bewees dat het mogelijk is de kijker te laten geven om verschrikkelijke figuren, als ze gelaagd voelen. Dat ontbreekt hier.
En net als het echt interessant begint te worden – en je benieuwd raakt hoe een vakman als Armstrong een wereld waar techmiljardairs echt openlijk alle touwtjes in handen krijgen eruit zal laten zien en bespotten – ontsporen de zaken volledig in een richting die meer slapstick is dan verrassend. Daardoor voegt Mountainhead uiteindelijk weinig toe aan de vele satires en parodieën op wereldvreemde, afgestompte rijkaards waarmee kijkers de afgelopen jaren werden overspoeld.
