De Lotus Emeya S is de stralende voorbode van breed maatschappelijk geluk

Ongelooflijk. Zulke snellaadtempi zag ik niet eerder op het display van de Fastned-paal. Bij de 300kW-lader schiet de laadsnelheid als een raket omhoog. Zes minuten blijft de auto dankzij 800 volt-technologie stabiel met 294 kW laden en scoor ik in 6 minuten en 29 seconden, een tijdsspanne waarin ik geen toiletbezoek had kunnen persen, 28 kWh stroom en 160 kilometer extra rijbereik. Zo wordt laden echt het nieuwe tanken.

Niet mokken dat de Lotus Emeya minstens 109 mille kost. Dat hij vijf meter veertien lang en ruim twee meter breed is, 2.550 kilo weegt en 603 pk mobiliseert. Ga me niet vertellen wat een bezopen apparaat dit is. De Emeya is de stralende voorbode van breed maatschappelijk geluk. Straks laden alle EV’s, ook betaalbare, net als hij tot 350 kW, en dankzij Lotus weet ik nu al wat een feest dat wordt.

Dit een Lotus? Met vier deuren, Rolls-Royce-waardige wielbasis van drie meter zeven, vorstelijke ruimte voor en achter plus riante kofferbak? Onmogelijk. Een Lotus is een oersportwagen. Laag, sober, matig afgewerkt maar bloedsnel, met een motor die niet zwaar en groot hoefde te zijn om de geringe massa te lanceren. Zo was hij bedacht door Lotus-grondlegger Colin Chapman, een van de aanstekelijkste techneuten van de vorige eeuw. Lotus’ modelgeschiedenis is een eregalerij van ascetische weltergewichten voor hardcore liefhebbers die Lotus, inmiddels opgekocht door het Chinese Geely, nog recent bediende met de Elise en Exige. Chapmans add more lightness-ideaal is helaas niet meer van deze tijd. Massa is onontkoombaar. Batterijpakketten zijn zo zwaar als ooit een hele Lotus. Bovendien aast Geely op de gewichtige bovenkant van de markt, waar het geld zit. Zo kwam er een dikke suv, de Eletre, en volgt nu de loodzware Emeya als concurrent voor Tesla’s Model S of, in de variant met 905 pk, als vurig alternatief voor Mercedes EQS en BMW i7.

Afbeelding met meerdere focuspunten die samen een verhaal vormenZoom in voor alle details van de Lotus Emeya SKlik op de punten voor uitleg over de details.Merlijn Doomernik

Doortrapt is het gedenkplaatje met ‘Lotus – Pioneers since 1948’. Als in dit huis elke keer de eerste is, is deze nieuwe afslag vintage Lotus. Helaas, de Emeya heeft met Lotus niks te maken. Hij is fantastisch afgewerkt. Er hangt geen knalpijp onder. Hij is niet Engels maar Chinees, of iets ertussenin. Had je AI gevraagd een boomlange supercar met vier deuren en een achterklep te tekenen, dan was dit uit de 3D-printer gerold. De combinatie van de knalgele huid met de zwarte cabine levert wel een aardig trompe-l’oeil-effect op. Bij daglicht zie je een enorme sedan maar ’s nachts, nadat het zwart is opgezogen door het duister, licht het geel op met de contouren van een sinistere reuzencabrio, die door de lange wielbasis en idiote wielen herinneringen oproept aan de Batmobile.

Het dashboard doet nergens aan Lotus, des te meer aan talloze Chinese variaties op het Tesla-thema denken. Mega-scherm in het midden, met in een smalle lijst gevatte extra displays voor bestuurder én bijrijder, aan de bovenkant begrensd door de lichtlijn van de sfeerverlichting. De architectuur lijkt afgekeken van de VW ID.7 en dat zijn geen associaties waar de Lotusmens op zit te wachten.

Lovenswaardig ongecompliceerd

Maar hij is bliksemsnel en rijdt geweldig, met een aangename stevigheid in besturing en onderstel, taai maar niet onverbiddelijk. Het vaag achthoekige stuur is te glad maar stuurt fijn met een Porsche-achtige suggestie van mechanische weerstand. Lovenswaardig ongecompliceerd is de bediening. Op de hoge, alomtegenwoordige middentunnel tuimelschakelaars voor het instellen van de temperaturen links en rechts. Daartussenin fysieke drukknoppen voor blower, achterruitverwarming en centrale vergrendeling. De menuvoering op het grote touchscreen vergt geen hogere wiskunde en de eerste car-audio-installatie van de Britse luidsprekerfabrikant KEF maakt in de Emeya geen onaardig debuut. De speakers gaan zoals in BMW’s ondeugend schuil achter roostertjes met de transparantie van doorschijnend ondergoed.

Twee keer zo groot en drie keer zo zwaar als een klassieke Lotus, maar het logo liegt niet
Digitale achteruitkijkspiegels zijn mooi, maar niet praktisch.
‘Pioniers sinds 1948’, maar met het oorspronkelijke Lotus heeft de Emeya weinig meer te maken
De indrukbare bekerhouders in de hoge, fraai afgewerkte middentunnel

Foto: Merlijn DOomernik

Ironisch detail – want zuinigheid is niet zijn kracht, al haal je er dankzij die 98,9kWh-reuzenaccu heus 400 kilometer mee – is de stand ‘eco’ in de rij-instellingen. Op de menupagina rijsettings kun je gelukkig ook de rijhoogte instellen, geen slecht idee op woonerven of in parkeergarages. Verder is het een confronterende ervaring in een Lotus met vermoeidheidsdetectie en baanwisselverklikker te rijden, alsof ze Max Verstappen kruisten met de voorzitter van Veilig Verkeer Nederland. En de digitale spiegels met externe camera’s in plaats van buitenspiegels waren al vóór Lotus een mislukt experiment. Maar de auto komt binnen.