De lezer mag van Jeroen van Rooij niet te diep verbonden raken met zijn personages

In andere boeken heten ze Leopold, Maria of Suzanne, maar de personages in Pioniers hebben geen naam. Nu loop je in romanland wel vaker tegen een naamloze verteller aan, maar Jeroen van Rooij (1979) voert het anonimiseren wel erg ver door: iederéén is naamloos, álle personages; de lezer moet zich maar redden met schimmige aanduidingen als ‘de man’, ‘de jongen’ of ‘het kind’. Je zou Van Rooij bijna verdenken van zoiets als een hoofdletterallergie, want ook de straatnamen, de namen van steden of merknamen zijn uiterst dun gezaaid. Het moge duidelijk zijn dat hier een meer technische schrijver aan het werk is, eentje die het ondermijnen van de gebruikelijke logistiek van ‘een’ roman hoog in het vaandel heeft staan. Zo min mogelijk mag er in Pioniers verwijzen naar, tja, naar wat? Naar de werkelijkheid? Dat de lezer nooit mag denken: ja, dit is fictie, maar éígenlijk, geef het nou maar toe Van Rooij, zijn we in Arnhem, Parijs of Guadalajara? Met personages die je gewoon op mensen hebt gebaseerd die je kent.

Zuivere fictie dus, Pioniers, zoveel mogelijk, en het is natuurlijk de vraag waaróm.

Machete in de hand

Ik denk omdat Van Rooij niet wil vertellen zoals we gewend zijn te vertellen of tot ons te nemen. Zo van: Leopold, die met Maria was getrouwd, reisde met trein naar Arnhem en ontmoette daar Suzanne. Hij werd verliefd op haar en scheidde van Maria, die daarna de kinderen alleen moest opvoeden. De lezer denkt: de ploert! En wat zielig voor die Maria! Het zal je gebeuren! Op dit gegeven, op zeg maar het lot van mensen, wenst Van Rooij de nadruk niet te leggen, je mag als lezer niet te veel over die mensen na gaan denken, te diep met ze verbonden raken, vandaar dat hij ze zo op de achtergrond houdt. Pioniers is eerder – en het zou me niet verbazen als Van Rooij het gestudeerd heeft – filosofisch van aard. Hij wil je ondanks of dankzij dat zo goed als onuitroeibare romanelement van ‘het’ personage (schrijf maar eens een roman zonder) na laten denken over iets dat bij ze hoort, maar ook weer niet, namelijk de regie die een mens over zijn leven heeft. Van Rooij zou nooit die Leopold zo overzichtelijk laten kíézen voor Suzanne. Niet alleen is een mens bij Van Rooij eerder speelbal dan gids, de mensen begrijpen elkaar of elkaars hoofd ook niet. Ja, soms even. Het zijn momenten waar ze zich aan vastklampen. Het zijn negen delen desoriëntatie en één deel hoop.

Van Rooijs verzet – want zo laat zijn opstelling zich wel interpreteren – zit hem in de presentatie, in het tonen van personages die qua bewustzijn mijlenver af staan van de mens die zich met een machete in de hand een weg door een eenduidig leven hakt. Ter verduidelijking: als Ayn Rand aan de ene kant staat, met die wilskrachtige, uitgelijnde personages, dan staat Jeroen van Rooij aan de geheel andere zijde. De Van Rooijse mens valt constant ten prooi aan onterechte interpretaties, projecties op wat zou kunnen plaatsvinden en andere ongrijpbare stemmingen. ‘Het kind’ is bijvoorbeeld danig onder de invloed van kosmische krachten, door haar indrukwekkende sensorische afstelling ervaart ze meer dan wat er op aarde te halen valt. Wie in haar omgeving kan haar volgen? Zelf zijn ze aards.

Het kan geen toeval zijn dat dit Pioniers zo vaak raakt aan (veelal pril) ouderschap, die fase die in de clichés die er de ronde over doen zo bol staat van een vanzelfsprekend soort liefde, van het natuurlijke en van het ‘landen’, zoals u wilt. En hoewel het vermoedelijk inderdaad niet intiemer wordt dan dat: opvoeden is ook uiterst verwarrend. Wat gaat er in vredesnaam om in zo’n verlangend, maar nog amper van de taal gebruikmakend kind? Wat kan ik anders doen dan er iets opplakken dat ik me zelf nog meen te herinneren van die tijd?

Al te meeslepend is Pioniers niet, dat mocht het ook niet worden geloof ik, maar het is een welkome, eigenzinnige roman die je confronteert met een vraag die in de huidige uitgesproken cultuur wel wat dominanter mag worden: hoe kunt u toch zo stellig zijn? Legt u nou toch eens heel rustig uit hoe u dat doet.