Waar de overheid faalt, slaagt het bedrijfsleven. Het was het veelvuldig getwitterde mantra van opiniemaker Sywert van Lienden, toen hij in 2020 midden in de coronacrisis beweerde samen met KLM en CoolBlue het nationale mondkapjestekort op te gaan lossen. Ook minder omstreden partijen hanteerden de afgelopen jaren dit uitgangspunt. Denk aan de stichting Open Nederland bij het opzetten van een ‘coronatestsamenleving’ in 2021. Of aan de gezamenlijke energiebedrijven bij het uitvoeren van de subsidieregeling voor gestegen energiekosten, vorig jaar. Het zijn private partijen, maar ze losten een publiek probleem op.
Nu dient zich een nieuwe private speler aan, op een terrein waar niemand aan het falen van de overheid twijfelt: de hersteloperatie na het Toeslagenschandaal. De stichting (Gelijk)waardig Herstel, met prinses Laurentien als voorzitter, nam via een pilot met ruim duizend ouders de afgelopen maanden vrij geruisloos een deel van het contact met getroffenen over, en streeft naar een grotere rol in de hersteloperatie.
De stichting zegt haar activiteiten snel te kunnen opschalen, maar of dat gaat gebeuren, is sinds deze week onzeker. De NOS berichtte eerder deze week dat door de gulle methode van de stichting om ouders te compenseren, ook wel omschreven als de ‘methode-Laurentien’, de totale kosten van de hersteloperatie met 5 miljard euro zouden kunnen oplopen, tot een astronomische 14 miljard euro in totaal.
Demissionair staatssecretaris Aukje de Vries (Toeslagen, VVD) liet daarop weten dat het voortzetten van de samenwerking met de stichting na de pilot, die net is afgerond, nog geen uitgemaakte zaak is: „We hebben bij de aankondiging van deze pilot altijd gezegd dat het uitlegbaar moet zijn.”
Het demissionaire kabinet neemt er later deze maand een besluit over. Tot het zover is, geeft De Vries geen verdere toelichting, laat ze via een woordvoerder weten.
Nederland uit de klem
„We hebben geen keuze”, zei Ingrid Thijssen, voorzitter van werkgeversorganisatie VNO-NCW en een van de initiatiefnemers, in het eerste verslag van de stichting dat afgelopen maart verscheen. „Het wordt tijd dat we Nederland uit de klem halen van de Kinderopvangtoeslagaffaire.” Volgens Thijssen wilde het Nederlandse bedrijfsleven „vanuit intrinsieke motivatie” de schouders onder de hersteloperatie zetten: „We zijn het aan onze mede-inwoners verplicht.” Bij het initiatief zijn veel grote bedrijven betrokken, waaronder banken als ING en ABN Amro, verzekeraars Nationale-Nederlanden en Aegon en letselschade-experts van onder andere KPMG en Eiffel.
De ambities zijn immens. De stichting van Laurentien „vaart op de inschatting” de komende twee jaar ongeveer 25.000 gedupeerde ouders te kunnen helpen met het vaststellen van een definitief schadebedrag, zo is in het verslag te lezen. Dat komt neer op vrijwel alle slachtoffers met zogeheten aanvullende schade, die menen dat ze méér schade hebben geleden dan de 30.000 euro die het ministerie van Financiën na de eerste beoordeling heeft uitgekeerd. Volgens (Gelijk)waardig Herstel kan dat werk al in de zomer van 2026 klaar zijn.
Vergelijk dat met de hersteloperatie van de overheid, die in 2020 begon en die zoals bekend volledig is vastgelopen. De Uitvoeringsorganisatie Herstel Toeslagen (UHT), onderdeel van het ministerie van Financiën, heeft inmiddels ruim 35.000 ouders als gedupeerde aangemerkt, maar bij slechts een fractie van hen is het schadebedrag definitief vastgesteld. De afhandeling van bezwaarschriften verloopt moeizaam, de Commissie Werkelijke Schade die het definitieve eindbedrag moet vaststellen, krijgt maar een handvol dossiers per week verwerkt. Volgens de Inspectie Toeslagen worden ernstig gedupeerde ouders en hun kinderen door het uitblijven van fatsoenlijk rechtsherstel opnieuw geschaad.
Ook gemeenten, die aanvullende ondersteuning bieden aan gedupeerden, kunnen het aantal aanvragen van gedupeerden niet meer aan, waarschuwde Peter Heijkoop, wethouder in Dordrecht en bestuurder bij de Vereniging van Nederlandse Gemeenten (VNG), onlangs in NRC. De gemeenten vrezen dat de hele hersteloperatie tot 2030 duurt, al hoopt het demissionaire kabinet dat de operatie sneller kan worden afgerond.
Vaste bedragen
„Hoe wij dat zoveel sneller kunnen? Omdat we het samen met verzekeraars, advocaten en de wetenschap aanpakken als een probleem van massale letselschade”, zegt letselschade-advocaat Derk-Jan van der Kolk, namens het Rotterdamse kantoor Van Traa betrokken bij de stichting. „Wij hebben een model ontwikkeld waarbij we op basis van iemands levensverhaal schadeposten toekennen. Zoals in de letselschadepraktijk gebruikelijk is”, zegt Van der Kolk vrijdag tijdens een gesprek op het kantoor van de stichting in Den Haag.
Wie na het intrekken van toeslagen een relatie zag stranden, krijgt 5.000 euro. Wie last kreeg van mentale klachten, 3.000 euro. Wie discriminatie heeft ervaren, ook 3.000 euro. Enzovoort. Aan de hand van een lijst met 96 vragen vertelt de ouder zijn of haar verhaal aan getrainde vrijwilligers, die daaruit het feitenrelaas opstellen. Op basis hiervan worden de schadeposten vastgesteld en berekend. In de pilot zijn de eerste honderd ouders op die manier geholpen.
Of de samenwerking met het ministerie na de pilot wordt voortgezet, zegt Van der Kolk echt nog niet te weten. „Alles is denkbaar. Maar we hebben laten zien wat we kunnen en zijn er juist klaar voor om verder op te schalen.” Dat de kosten voor de hersteloperatie door hun betrokkenheid met 5 miljard euro zouden toenemen, zeggen medewerkers van de stichting „niet te herkennen”.
De aanpak van de stichting is radicaal anders dan die bij UHT, waar medewerkers tot achter de komma het dossier van de ouders proberen de reconstrueren: hoeveel toeslag is er precies teruggevorderd, hoeveel aantoonbare financiële schade is er geleden? „Wij hebben nagedacht over een model waarin eveneens alle levensaspecten aan bod komen: wonen, werk, gezin, maar waarbij je sneller tot uit te keren bedragen kunt komen”, zegt Van der Kolk. „Het verhaal van de ouder moet wel logisch zijn. En zeker bij de zwaardere aspecten ervan geldt dat ze het moeten kunnen onderbouwen met documenten.”
Na het gesprek met de gedupeerde stelt de stichting een vaststellingsovereenkomst op met daarin het eindbedrag. Geen bezwaarschriften, geen rechtszaken meer, is het idee. En stel dat de overheid later deze maand besluit de samenwerking met de stichting uit te breiden, dan stellen de betrokken bedrijven medewerkers beschikbaar om – gratis of tegen een beperkt tarief – werk voor de stichting te doen. Op deze manier denkt te stichting op termijn 350 dossiers per week te kunnen verwerken, een veelvoud van wat de overheid tot nu toe aankan.
Zorgen bij Financiën
Dat zou ook de overheid kunnen ontlasten. Toch leven er bij Financiën grote zorgen over de aanpak van de stichting, blijkt uit gesprekken van NRC met betrokken ambtenaren. De stichting zou te gemakkelijk schadeposten toekennen. Zij zou gedupeerden te weinig om onderbouwing van hun relaas vragen en schade toekennen voor leed dat werd geleden ruim voordat de Kinderopvangtoeslag werd ingetrokken. Iemand die jaren eerder zijn baan verloor, zou daarvoor soms een vergoeding krijgen, terwijl een causaal verband met het Toeslagenschandaal ontbreekt.
Op het ministerie leeft het beeld dat de stichting soms wel erg gul is voor getroffen ouders. Het gemiddelde bedrag dat de stichting tijdens de pilot aan slachtoffers toekende was 128.000 euro, terwijl de uitkering via het ministerie meer dan de helft lager ligt. Dat de ernstigste gedupeerden ruimhartig geholpen moeten worden, vindt iedereen, maar er is ook een groep gedupeerden die ooit een bedrag moest terugbetalen zonder dat dit ingrijpende gevolgen had. Zou de stichting daarop niet wat kritischer moeten zijn?
De vrees dat er via de stichting mogelijk extra miljarden naar getroffen ouders gaan, is misschien begrijpelijk, maar het ministerie heeft die situatie ook over zichzelf afgeroepen. Staatssecretaris De Vries benadrukte meerdere keren dat ouders zelf moeten kunnen kiezen op welke manier ze geholpen willen worden. „Men moet de vrije keuze kunnen maken welke route ze willen inzetten”, zei ze vorige maand nog tijdens een debat.
Veel ouders zien de route via de stichting wel zitten: tot begin deze week hadden zich 2.300 gedupeerden bij de stichting gemeld. Door de onrust na de NOS-berichtgeving zette (Gelijk)waardig Herstel nieuwe aanmeldingen voorlopig stop, maar de stichting zegt te hopen dat die situatie tijdelijk is.
Lees ook
Van de toeslagen zijn politiek en burger nog lang niet af
Dat geldt ook voor advocaat Suzanne Arakelyan, die met haar kantoor ongeveer vijfhonderd gedupeerden bijstaat. „Ik adviseer bijna al mijn cliënten om naar de stichting te gaan. De route via de commissie Werkelijke Schade is een nachtmerrie, daar moet je zoveel aannemelijk maken met stukken uit een ver verleden, dat werkt helemaal niet. Voor zover ik kan overzien zijn de bedragen die de stichting vaststelt ook niet onevenredig groot ten opzichte van de schade die geleden is. De stichting geeft ouders voor het eerst een beetje perspectief op het einde van hun traject.”