De eerste 25 seconden leek alles in orde. Precies om 12.30 ontbrandden de negen raketmotoren van de Duitse Spectrum-raket. De 28 meter hoge cilinder steeg steeds sneller door de zonnige Noorse lucht boven het besneeuwde eiland Andøya in Noord-Noorwegen.
Maar toen ging het mis: binnen seconden draaide de punt naar beneden, en stortte de raket terug naar de aarde, om te exploderen toen hij de grond raakte. Wat de eerste lancering van een raket vanuit (niet-Russisch) Europa had moeten worden, is uitgelopen op een wel heel vroeg beëindigde testvlucht.
Van tevoren had Juliana Metzler, teamleider bij de Duitse rakettenbouwer Isar Aerospace al wat aan verwachtingsmanagement gedaan: „Laten we niet vergeten dat het de eerste testvlucht is, en het doel is zo veel mogelijk data verzamelen.” Het bedrijf, gebaseerd in München, heeft nog twee al afgebouwde raketten klaarstaan voor een volgende poging. Maar eerst zullen de teams zich uitgebreid buigen over de vandaag verzamelde gegevens, meldde de livestream-commentator na een paar minuten ijzige stilte.
Isar-CEO Daniel Metzler had ook naderhand een positief perspectief.
„Onze eerste vlucht heeft aan al onze verwachtingen voldaan, en een groot succes behaald. We hadden een schone liftoff, 30 seconden aan vlucht en we hebben zelfs ons Flight Termination System kunnen beproeven.” Het Flight Termination System is het systeem waarmee een uit de koers vliegende raket automatisch opgeblazen wordt.
Kleinere raketten
De Spectrum-raket had de eerste moeten worden van een vloot kleine commerciële Europese raketten, die snel, goedkoop en betrouwbaar kleine satellieten in een baan om de aarde kunnen brengen, en zo Europa onafhankelijke toegang tot de ruimte bieden. „Het is voor Europa interessant dat er nu ook lanceerders verschijnen voor kleinere satellieten tot duizend kilo”, zegt Joost Carpay, die namens het Nederlands ruimtevaartagentschap NSO toevallig net in Parijs is om te vergaderen over ‘lanceerders’, zoals raketten in ruimtevaartbeleidstaal heten.
Het Nieuw-Zeelands-Amerikaanse Rocket Lab en het Amerikaanse Firefly opereren al op deze markt, met de kleine raketten Elektron en Alpha. Om de Europese afhankelijkheid van Amerikaanse lanceerders te verminderen, en de groei van de Europese ruimtevaartindustrie aan te jagen, kondigde de Europese ruimtevaartorganisatie ESA in 2023 de ‘European Launcher Challenge’ aan, waarbij de winnende Europese raketbouwers een subsidie van € 169 miljoen in het vooruitzicht gesteld wordt. De voorwaarden werden deze week naar buiten gebracht. Een geslaagde lancering is een minimum vereiste.
Een volgende kanshebber is het Duitse bedrijf Rocket Factory Augsburg (RFA), uit de autostad Augsburg. RFA werkt toe naar een lancering van zijn RFA One-raket vanaf het eiland Unst, een van de Shetlandeilanden ten noorden van het Schotse vasteland.
Ook RFA heeft al kennisgemaakt met de in de ruimtevaart wereld altijd loerende tegenslag. Een rakettrap explodeerde in augustus 2024 op het lanceerplatform tijdens een test, waarna de lancering naar dit jaar werd uitgesteld.
Gewone landingsbaan
Iets verder in de toekomst staan er nog meer Europese raketlanceringen op stapel, zoals de Miura 5-raket van het Spaanse PLD Aerospace, de Maia van het Franse Maiaspace, en de Zephyr van de Franse startup Latitude. Het Nederlands-Nieuwzeelandse Dawn Aerospace werkt aan het raketvliegtuig Aurora, dat moet kunnen opstijgen en landen vanaf een gewone landingsbaan.
De vraag welke van deze Europese commerciële raketten als eerste een baan om de aarde bereikt, ligt met de zeer korte testvlucht van vandaag weer helemaal open.
Lees ook
Starship van Elon Musk ontploft opnieuw, video’s tonen rondvliegend puin
