De kolibrievlinder is een nachtvlinder die overdag vliegt

Beestjes Hij is een vliegend vat vol tegenstellingen: geen vogel maar nachtvlinder die houdt van de dag, en een trekvlinder die blijft, noteert

Kolibrievlinder, Macroglossum stellatarum
Kolibrievlinder, Macroglossum stellatarum

Foto Getty Images

Tijdens een expeditie op Bonaire trachtte mijn blik een vogeltje te volgen dat onnavolgbaar snel van bloem naar bloem vloog, daar een fractie van een seconde voor bleef hangen om er nectar uit te drinken en vervolgens weer te verdwijnen. Ik wist alleen maar dat het moest gaan om een kolibrie – heel kleine, Amerikaanse vogels die behoren tot de familie Trochilidae – omdat ik datzelfde gedrag ken van een vlinder.

Snavel

De kolibrievlinder, Macroglossum stellatarum, wordt zo genoemd omdat dit insect net als deze vogels in staat is stil te hangen voor een bloem om daar nectar uit te zuigen. Dat doet hij met zijn lange roltong, die tijdens het drinken wel wat lijkt op een snavel. De letterlijke betekenis van Macroglossum is dan ook ‘lange tong’. Daarmee kan hij goed uit moeilijk bereikbare, diepe bloembuizen drinken, al vindt hij andere bloemen met veel nectar ook wel goed. Als rups is hij iets kieskeuriger. Een van de planten van zijn voorkeur is meekrap, Rubia tinctorum, wat de oorsprong is van een andere Nederlandse naam voor deze soort: meekrapvlinder. Maar walstro, Galium, lust hij ook graag.

Mensen die weleens geprobeerd hebben een kolibrievlinder te fotograferen, weten dat dit nog niet meevalt. Net als je hebt scherpgesteld en wilt afdrukken, is het grijsbruine diertje met oranje achtervleugels alweer vertrokken en naar een volgende bloem gezoefd. Vanwege dat beweeglijke vlieggedrag heet hij ook wel onrustvlinder of onrust. Of wellicht komt die term van de onrust die bij sommigen gewekt wordt door het hoorbare gezoem ten gevolge van de razendsnelle vleugelslag.

Als een kolibrievlinder eenmaal rijke nectarbloemen heeft gevonden, slaat hij die plek op in zijn geheugen en komt hij er iedere dag terug. Dat lijkt honkvast, maar toch staat hij bekend als trekvlinder. Meestal overwintert deze soort in Zuid-Europa en vliegt hij helemaal naar het noorden om zich hier voort te planten. Dat doet hij steeds massaler, wat maakt dat het inmiddels een heel algemene overdag vliegende nachtvlinder is.

Verre reizen maken hoeft niet meer per se voor hem. Hij voelt zich hier nu ook wel thuis

En nu de winters de laatste jaren steeds vaker zacht zijn, kruipen ze aan het eind van het seizoen ook in onze streken weleens in schuren, op zolders of in holle bomen. Verre reizen maken hoeft niet meer per se voor hem. Hij voelt zich hier nu ook wel thuis. Hij is zelfs zo op zijn gemak dat hij, tot verrassing van velen, al bij de eerste zonnestralen rond vroege voorjaarsbloeiers dartelt.

Dit doet hij ook graag in tuinen. En dat maakt dat dit vrolijke vlindertje veel wordt gezien, zeker in warme, droge jaren. Het typische vlieggedrag kan veel mensen duidelijk bekoren, te oordelen naar de veelvuldigheid waarmee de soort werd genomineerd voor de verkiezing ‘Insect van het Jaar’. Maar hij mag niet meedoen. Als vlinders en andere aaibare insecten mochten deelnemen, zouden kandidaten als de boskakkerlak, Ectobius sylvestris, en de beverkever, Platypsyllus castoris, niet de aandacht krijgen die de verkiezing juist voor ze probeert op te wekken. Om het een beetje goed te maken, geef ik hem op deze plek dan maar een beetje aandacht. Insect van het jaar 2023 werd zaterdag overigens de wc-motmug (Clogmia albipunctata).