De Kasteelheer en 49 andere lievelings-bomen in Nederland

Reportage

Lievelingsboom Uit de inzendingen voor de Nationale Bomen Top 50 bleek hoe belangrijk bomen voor mensen zijn. NRC belicht drie bijzondere exemplaren.

Illustraties Dewi van der Meulen

Suzy heette het joodse meisje uit Amsterdam dat zich tijdens de Tweede Wereldoorlog hele dagen schuilhield in een boom. Ze was door het dichte bladerdek onzichtbaar. In de boom kon ze lezen, ze studeerde er, werd ‘gelucht’ zoals de bewoners van het onderduikadres destijds zeiden.

De lindeboom staat in een bloemrijke tuin in Eefde, Gelderland, en heeft door het verhaal van Suzy de naam Veilige Geluksbrenger gekregen. Het is ook een van de bomen die vorig jaar werden genomineerd voor de Nationale Bomen Top 50, uitgeschreven door het bedrijf Nationale Bomenbank ter gelegenheid van het 50-jarig jubileum. Dat werd in 1972 opgericht om monumentale, waardevolle bomen te redden die dreigden te verdwijnen door toenemende verstedelijking of wegenaanleg. Mensen konden een boom voordragen voor een plek op de ranglijst, die werd samengesteld door experts. Op die bomen konden mensen vervolgens stemmen, en mede op basis daarvan koos een vakjury een Top 5.

Die vijf bomen krijgen als beloning, te beginnen in dit voorjaar, levenslange verzorging door Terra Nostra; dat zusterbedrijf van de Bomenbank is verantwoordelijk voor de inhoudelijke registratie van de vijftienduizend monumentale bomen in Nederland, stelt beheerplannen op en doet onderzoek naar boom en bodem.

Het was de Nationale Bomenbank bij de ranglijst vooral te doen om de verhalen achter de bomen. Iedereen kon een boom uit eigen tuin of in de openbare ruimte kiezen en daarbij een passend verhaal schrijven. Zo kwamen namen binnen als Kasteelheer, Treurbeuke, Twee eeuwen trots, De grote reus tussen de arme vrouwen, Vrijheidsboom, Dronken vogeltjes moerbeiboom, Vrijheidsboom, De duizendjarige eik, De liefdeslinde, Over-over-overgrootmoeders appelboom, Onverzettelijke vleugelnoot of De boom die alles overleefde ( in hartje Rotterdam). Sommige hadden al een naam, zoals de Jan Wolkers Boom in Oegstgeest, een zomereik en de lievelingsboom van de auteur, en de Van Gogh Prieellinde in Zweeloo.

Deskundigen van Terra Nostra bezochten alle aangemelde bomen en keken naar aspecten als het beeldbepalend karakter, cultuurhistorische en ecologische waarde, omvang, hoogte, ouderdom en zeldzaamheid.

De vijftig uitverkorenen staan op de site van de Nationale Bomenbank met foto, het bijbehorende verhaal, historische achtergrond en boomkundige uitleg; ze bieden een staalkaart van de bomenrijkdom van Nederland.

Neem De Twaalf Apostelenboom op de begraafplaats van het Overijsselse Lutten. Leeftijd: 170 jaar. De boom „waakt over de zielen van de gestorvenen en geeft de begraafplaats een gewijde sfeer”, aldus het ingestuurde verhaal. En de 167 jaar oude Lijnbaanplataan op de Coolsingel in Rotterdam stond „op wonderbaarlijke wijze nog overeind na de bommenregen en de verzengende vuurzee terwijl heel de stad aan gruzelementen lag”, zoals een inzender beschrijft.

Het viel de jury op dat vooral „solitaire bomen gewaardeerd werden”, vertelt boswachter Hanne Tersmette-Strijland aan de telefoon. „Bomen op begraafplaatsen, in woonwijken of bij een school zijn geliefd. Mensen zien die bomen dagelijks, ze krijgen er een band mee.” Jurylid en ecoloog Nadina Galle benadrukt het belang van oude bomen in de stad, zoals de platanen uit 1865 in het Leidsebosje in Amsterdam. Deze zijn volgens haar terecht genomineerd: „Voor mij vormen bomen als deze de brug tussen verleden en toekomst. Een volwassen boom heeft zoveel gezien, zoveel meegemaakt, hij is een levend wezen dat ademt en tot onze verbeelding spreekt.”

NRC licht drie bomen uit, gekozen vanwege hun ecologische, persoonlijke of cultuurhistorische waarde.

1 Kasteelheer

Eén van de bomen in de top 5 is de Kasteelheer, een monumentale roodbladige beuk bij Kasteel Oud Bijsterveld in Oirschot. Het is een boom als een natuurverschijnsel, een kathedraal van zuilen en takken, vermoedelijk 195 jaar oud. Hij werd geplant door kloosterlingen „en die hadden slechts één eis”, zegt boomdeskundige Henry Kuppen van Terra Nostra. „De boom moest op de kloosterhof zijn gang kunnen gaan. Nu, dat is gebeurd.”

Kuppen heeft alle honderd aangemelde bomen bezocht, maar deze roodbladige beuk (Fagus sylvatica ‘Purpurea’) deed hem versteld staan. Hij reikt 32 meter hoog, heeft een stamomtrek van zes meter en een kroonoppervlak van 804 vierkante meter. Kuppen zit veertig jaar in het vak: „Vroeger werd een zieke boom afgezaagd, maar in de stedelijke omgeving proberen we nu met een beheerplan bomen zo lang mogelijk te laten leven. Mij werden de ogen geopend toen 35 jaar geleden mensen zich in Amelisweerd aan bomen vastketenden om te protesteren tegen kap – en recentelijk weer, op dezelfde plek.”

Voor Kuppen vormen bomen het „hoofdbestanddeel van ons bestaan”, zegt hij. „Stel, je hoort het ruisen van bladeren niet meer, je ziet niet de kleuring van lentegroen naar herfstgoud, je ruikt de geur van lindebloesem niet meer. Zonder bomen zou je de band met de natuur verliezen.”

Praat met Kuppen en een boom is niet zomaar een boom. Hij wijst op een bijzonder fenomeen van de Kasteelheer: de laaghangende takken raken de grond, daar wortelen ze opnieuw, en vanuit die wortels lopen nieuwe scheuten. Zo lijkt het of de boom wandelt: „In elk geval maakt hij zichzelf onsterfelijk, want de jonge loten lopen weg van de hoofdstam en stichten nieuwe bomen. Dat kan alleen als we een gouden stelregel in acht nemen: gun bomen de vrijheid, geef ze de ruimte.”

2 Veilige geluksbrenger

Deze linde (Tilia) is 150 jaar oud en staat in de achtertuin van een huis in Eefde. Hij kreeg om meerdere redenen een plek in de top 5. De huidige bewoner Ton Rotteveel heeft de boom aangemeld vanwege de rol die hij in de Tweede Wereldoorlog speelde voor onderduikster Suzy. Zij heeft de oorlog overleefd en met haar man is ze later in de psychiatrische zorg gaan werken.

„Een lindeboom op het erf brengt geluk, dat is een oud gezegde”, vertelt hij. „In 1933 kwamen mijn grootouders hier wonen. Van de familie moest de boom weg, maar dat weigerde mijn grootmoeder, het is een geluksboom.”

In het huis zaten tijdens de oorlog tal van onderduikers, laat Rotteveel weten, allemaal in afzonderlijke kamertjes en kasten met dubbele deuren . Voor ieder van hen had de boom een troostende betekenis door het lichte groen in het voorjaar, het geluid van regen op de bladeren. Dankzij zijn enorme kroon heeft hij grote waarde in tijd van klimaatverandering: hij zorgt voor koeling in hete droge zomers, hij slaat CO2 op, vangt fijnstof af en produceert zuurstof. De vakjury noemt de Veilige geluksbrenger een „oer-Hollandse boom met een imposante geschiedenis”.

3 Van Gogh Prieellinde

„Toonen van zwart in de natte stammen, afstekende bij gouden regens van warrelende, wemelende herfstbladeren.” Dat schreef Vincent van Gogh op 1 november 1883 aan zijn broer Theo tijdens zijn bezoek aan Drenthe. De schilder reed die dag vanuit Nieuw-Amsterdam naar Zweeloo, waar hij onder meer schetsen van het hervormde kerkje en van een spinster maakte. Hij hoopte de Duitse schilder Max Liebermann te ontmoeten, maar de twee misten elkaar. Van Gogh had gehoord van een appelboomgaard en bleekveld, gelegen achter de dorpsherberg van Jan Mensingh en zijn zus Lammechien. Op het schilderij Bleekveld in Zweeloo (1882) beeldt Liebermann een gewone linde (Tilia x europaea ) af, dezelfde die ook Van Gogh zou tekenen, in 1883. Zijn tekening in potlood met bruine inkt heet Boomgaard.

De geknotte linde, vier meter hoog, is zeker 163 jaar oud en staat er nog steeds, op het erf achter Bistro Tante Sweel aan de Hoofdstraat. Hij heeft de Bomen Top 5 niet gehaald, kreeg slechts twee stemmen, hoewel zijn cultuurhistorische betekenis groot is. Helaas kan hij dus niet rekenen op boomkundige verzorging. De in Zweeloo woonachtige kunstschilder Kees Verweij droeg de boom voor; hij heeft hem vaak geschilderd.

Volgens boomdeskundige Kuppen is het een „vormboom van de ereklasse”. En het doet hem zeer, zegt hij, om een boom met deze geschiedenis verloren in een stoep te zien staan. Recentelijk schreef hij een blog over de prieellinde als „levend kunstwerk”. Hij noemt de plek waar de boom staat „desolaat”, ingeklemd tussen de bistro zelf en een donkere haag coniferen. Vanaf het terras van de bistro is de boom zichtbaar. Kuppen: „Wat zou het geweldig zijn als je in de schaduw van dit cultuurhistorische kunstwerk kan zitten.” Vorige zomer was hij getooid met een mooi, lichtgroen bladerdak gevormd door twee- en driejarige scheuten.

Ergens rond 1950 overleefde de linde de explosie van een gasfles die er pal onder stond. Ook werd hij al in Van Goghs tijd in prieelvorm gesnoeid, zoals te zien aan de stellage die hij tekende onder de takken. Doordat hij steeds als een natuurlijke parasol is onderhouden, ontwikkelde de linde een karakteristieke koepelvormige kroon, aldus Kuppen: „Op de plekken waar hij geknot is vormen zich mooie, grillige uiteinden aan de takken, ’s winters lijken dat net een soort klompen.”