De Kandinsky die in het Stedelijk Museum hing is verkocht voor ruim zestig miljoen euro

Roofkunst Een schilderij van Wassily Kandinsky dat tot vorig jaar in het Stedelijk Museum hing, is verkocht voor ruim zestig miljoen euro aan een particuliere verzamelaar.

Wassily Kandinsky: ‘Bild mit Hausern’ (1909). Verkocht voor ruim 60 miljoen euro.
Wassily Kandinsky: ‘Bild mit Hausern’ (1909). Verkocht voor ruim 60 miljoen euro.

Het schilderij Bild mit Häusern (1909) van Wassily Kandinsky (1866-1944) is na bemiddeling van een groot veilinghuis verkocht voor ruim zestig miljoen euro aan een particuliere verzamelaar. Betrokkenen bij de verkoop hebben dit tegenover NRC verklaard.

Tot eind februari vorig jaar hing het schilderij in het Stedelijk Museum Amsterdam. De gemeente, formeel eigenaar van het doek, overhandigde het topstuk aan de erven van de laatste Joodse eigenaar. Die had het in oktober 1940 naar een Amsterdams veilinghuis gebracht. Daar ging het voor 160 gulden onder de hamer.

De verkoopprijs maakt deze Kan-dinsky het meest waardevolle schilderij dat ooit in Nederland is gerestitueerd.

Vijf claimanten

Na een slepende strijd die negen jaar duurde, wordt de opbrengst van het schilderij verdeeld over verschillende betrokken partijen. Ten eerste over de vijf claimanten. Dat zijn de twee Amerikaanse kleinkinderen van de Amsterdamse naaimachinefabrikant Emanuel Lewenstein (1870-1930), die het schilderij in 1923 kocht, en de drie Nederlandse kinderen van Elsa Guidotti. Zij was de laatste vriendin van een man die decennialang in huis woonde bij Irma Klein (1902-1983), de laatste Joodse bezitter van het schilderij.

Een onbekend deel van de ruim 60 miljoen gaat naar Mondex, een Canadese firma gespecialiseerd in roofkunstrestituties. Het bedrijf zag brood in het schilderij en zocht er de claimanten bij.

Aanvankelijk leek de Kandinsky in het Amsterdamse museum te blijven. In 2018 oordeelde de Restitutiecommissie, de organisatie die de minister adviseert over teruggaveverzoeken, dat de gemeente het schilderij mocht houden. Na een grondig onderzoek bleef onduidelijk of in 1940 sprake was van onvrijwillig bezitsverlies, het belangrijkste criterium voor teruggave.

De ruim 60 miljoen maakt deze Kan-dinsky het meest waardevolle schilderij dat ooit in Nederland is gerestitueerd

De commissie had in haar advies laten meewegen dat de Kandinsky van groter belang was voor het museum dan voor de erven Klein, de enige claimanten die er voor de commissie toe deden. Zij hadden volgens het advies geen „emotionele of andere intense binding” met het schilderij.

Met deze belangenafweging riep de commissie scherpe kritiek over zich af, vooral uit het buitenland. De minister gaf daarop opdracht het Nederlandse restitutiebeleid te evalueren. Onder leiding van de jurist Jacob Kohnstamm verscheen in december 2020 een rapport met conclusies en aanbevelingen, die drie maanden later door de regering werden overgenomen. Bij teruggaveverzoeken mocht een belangenafweging voortaan geen rol meer spelen. Bovendien was het oude teruggavebeleid te formalistisch en onvoldoende empathisch.

De gemeente Amsterdam onderschreef de aanbevelingen van de commissie-Kohnstamm en wilde dat de Restitutiecommissie opnieuw een oordeel zou vellen over het eerder afgewezen teruggaveverzoek voor de Kandinsky. De erven waren daar ongelukkig over. Zij meenden dat het duidelijk was dat met de nieuwe criteria de commissie zou restitueren. In de zomer van 2021 bleek burgemeester Halsema en haar college tot dezelfde conclusie te zijn gekomen. Het college liet weten tot restitutie over te gaan, zonder de restitutiecommissie opnieuw om een advies te vragen.

Bij de overdracht van het schilderij, in februari van 2022, zeiden verschillende juristen, gespecialiseerd in roofkunst, verbaasd te zijn over deze beslissing. Zij menen dat het maar de vraag is of de Restitutiecommissie-nieuwe-stijl tot een ander advies over de Kandinsky zou zijn gekomen. Zonder belangenafweging was de vraag naar het onvrijwillig bezitsverlies immers nog altijd niet beantwoord.

Consequenties

Het evaluatierapport van de commissie-Kohnstamm had consequenties voor de Restitutiecommissie. De dag voor verschijning, in december 2020, stapte toenmalig voorzitter Alfred Hammerstein op. Hij werd tien maanden later opgevolgd door de jurist die de evaluatiecommissie had geleid, Jacob Kohnstamm. Kohnstamm stapte onlangs na anderhalf jaar en slechts zeven adviezen op. Dat deed hij samen met de vicevoorzitter Els Swaab. De reden: „Een interne aangelegenheid.” Beide hoofdrolspelers noch hun commissiegenoten willen iets over de kwestie zeggen, „omwille van zorgvuldigheid”. Wel onderstrepen zij, in een verklaring van de commissie, dat met hun vertrek niets zal veranderen aan de ingezette inhoudelijke koers. Kohnstamm is inmiddels opgevolgd door Dick Oostinga, jurist en oud-notaris.


Lees ook: Kandinsky vertrekt uit het Stedelijk Museum