De kaboutermutstip en andere levenswijsheden van Aaf Brandt Corstius

Het is de taal. Ineens begrijp ik het. Ik haat ongevraagd advies met een hartstocht die een nobeler zaak waardig zou zijn en ik vind zelfhulp vaak te soft (wat dat ook betekent). Maar tegelijkertijd ben ik, en dat vind ik raar, dol op levensadvies. Helaas komt het leven zonder handleiding, en ik vind het heerlijk als iemand een stukje van die afwezige gebruiksaanwijzing uit de krochten van het bestaan heeft weten op te diepen en mooi opdient, op een manier die blijft hangen in mijn brein. Het moet een beetje poëzie worden, zo’n levensles. Dus logisch eigenlijk, hoe kon het níét de taal zijn?

Het is natuurlijk niet louter de taal. Het is ook wie iets zegt, op welk moment, over welk onderwerp, hoe precies en hoe specifiek precies, en dat het liefst óók een beetje grappig is. Maar dat de manier waarop iemand een levenswijsheid verwoordt zo belangrijk is, besefte ik pas nadat ik Aaf Brandt Corstius had gebeld over haar eind vorig jaar verschenen boek Gun iedere kabouter zijn eigen muts: levenslessen waarvan je niet wist dat je ze nodig had, met door haar opgevangen en genoteerde, en soms ook zelf gecreëerde wijze zinnetjes.

De kaboutermutstip, die bij mij ook lekker blijft hangen, houdt in dat mensen allemaal hun eigenaardigheden hebben en dat je ze die (tot op zekere hoogte, mits ze niet agressief zijn) moet gunnen. Het is (tip!) handig om het boek niet te verwarren, zoals ik eerst deed, met het ongeveer tegelijk verschenen De kabouterformule van Alex van den Brandhof, wiskundemedewerker van NRC, met logische puzzels over kabouters met verschillend gekleurde mutsen. Ook leuk, maar echt iets anders.

Heel specifieke tips

Brandt Corstius is, zegt ze desgevraagd, zowel zelf een beetje een goeroe als iemand die veel van goeroes houdt en ze opzoekt. Ze heeft momenteel twee adviespodcasts. Met actrice LiesVisschedijk maakt ze Aaf en Lies lossen het wel weer op, waarin ze wekelijks onder meer een probleem van een luisteraar oplossen. En met journalist Vincent Kouters maakt ze om de week Over geld praat je niet, waarin ze officieel geen financieel advies geven (want dat mag niet) maar wel praten over hun eigen geld- en beleggingsgewoontes. Eerder schreef ze, samen met Machteld van Gelder, Handboek voor de moderne vrouw (2008). Ze geeft ook in het dagelijks leven graag advies, zegt ze, en vaak.

Ze vraagt er ook vaak om. „En ik geef het vaak door. Liefst heel specifieke tips, niet van het niveau: ga eens in therapie, of lees eens een boek. Zodra ik een tip hoor waarvan mijn gevoelsmetertje uitslaat, schrijf ik die op. De laatste waarbij ik dat deed komt uit het dagboek van Nina Stibbe, een van mijn favoriete schrijfsters. Zij kreeg als advies over haar kinderen: ‘you don’t own them’. Je kinderen zijn zélf iemand. Dat klinkt voor de hand liggend, maar toch moet iemand het tegen je zeggen, en ‘you don’t own them’ klinkt veel leuker dan ‘laat ze vrij’, of zo.” (Voor wie dat belangrijk vindt: van de zestig levenslessen in het boek zijn er maar twee in het Engels.)

Het is niet dat ze zo’n sterke drang heeft om een beter mens te worden. Daar zijn de tips niet per se voor bedoeld. „Een goede tip geeft antwoord op een vraag waarvan je niet wist dat je die had en waarvan je denkt: dit gaat me helpen bij beslissingen. Het ordent je gedachten en brengt ze tot rust. Ik heb zelf wel een beetje dat weifelende; dat is ook de reden dat ik opveer als ik iets verstandigs hoor.”

De meeste tips zitten inderdaad in de sfeer van je hoofd tot rust brengen, stoppen met tobben, beslissingen nemen, werk voor elkaar krijgen, jezelf leren kennen, geïnspireerd raken en het leven accepteren. Een paar tips gaan over stijl, uiterlijk of woninginrichting. „Dat zijn de onderwerpen waar ik het meest aan denk, mijn eigen obsessies”, zegt Brandt Corstius. „Ook nog een onderwerp is: hoe krijg ik mezelf aan het sporten.” Die had ik inderdaad verdrongen. „Ja, bij mij schiet sporten er ook vaak bij in, maar ik merk wel dat het me helpt. Heel leuk wordt het natuurlijk zelden, maar ja, je moet ook niet willen dat alles leuk is.” Heeft ze ook een tip voor: „Vervelend klusje? Timertje zetten en gewoon gaan doen. Dan hoef je er niet eerst zo lang tobbend omheen te lopen.” En meestal duurt iets vervelends (de vaatwasser, de kattenbak) korter dan je denkt.

Er zit vrijwel geen financieel advies in het boek, terwijl ze daar wel een podcast over maakt. „Dat komt doordat het lastig is daar leuke zinnetjes over te vinden. Ik ken eigenlijk alleen, en die staat niet in het boek: ‘de beste belegger is een dode belegger’.” Nee, dat betekent niet dat je beter niet kunt beleggen: „Het betekent dat je als belegger het beste zo min mogelijk kunt doen. Niet naar je portefeuille kijken, niet in paniek raken. Niets doen.”

Eén mooi zinnetje

Ze ziet haar boek niet als zelfhulp. „Al sturen mensen wel berichtjes dat ze er wat aan hebben gehad, dus op die manier wel. Maar een zelfhulpboek gaat vaak over één onderwerp, binnen liefde of werk. En vaak kun je die in één zin samenvatten. Ik zag laatst een site waar ze dat gedaan hadden, toen had ik in een paar minuten tien van die boeken gelezen, dat schoot echt op! Dat vind ik aan die levenslessen ook zo fijn: dat het steeds één mooi zinnetje is en dat je er niet nog een heel boek over hoeft te lezen.”

Kan zij eigenlijk goed tegen ongevraagd advies? „Dat ligt eraan, aan het onderwerp en aan iemands expertise. Over de kinderen en de hond is het meestal niet fijn, daar heb je je eigen ideeën over. Maar ik heb een vriendin die heel goed is met kleren en kleuren en meubels enzo en ik vind het niet erg als zij daar ongevraagd advies over geeft. Of als je al eerder iets aan advies van die persoon hebt gehad. Maar dat echte mansplainen trek ik ook voor geen meter. Goed dat daar tegenwoordig een woord voor is, want dan begrijp je precies wat er aan de hand is en dan kun je het negeren.” Ook daarbij helpt dus de taal.