De Iraanse sportklimmer Elnaz Rekabi deed zonder hoofddoek mee aan een wedstrijd. Nu is ze in levensgevaar


Opstand in Iran Sporters spelen een opvallende rol bij de protesten in Iran. Sportklimmer Elnaz Rekabi, deed zonder hoofddoek mee aan een wedstrijd en is nu teruggebracht naar Teheran. Twee sporters die uit Iran naar Nederland vluchtten maken zich ernstige zorgen over haar.

Sportklimmer Elnaz Rekabi, klom zonder hoofddoek.
Sportklimmer Elnaz Rekabi, klom zonder hoofddoek.

Foto Rhea Kang, International Federation of Sport Climbing/AFP

Ze droeg het shirt van de Iraanse nationale ploeg en klom lenig de steile wand op bij de Aziatische kampioenschappen sportklimmen in Seoel. Een lange donkere paardenstaart met highlights, onder een zwarte haarband. En, vooral: Elnaz Rekabi droeg afgelopen zondag géén hijab, terwijl dat sinds 1979 verplicht is voor Iraanse vrouwen – ook sporters.

Sinds ruim een maand zijn er in Iran hevige protesten tegen het regime. Die begonnen na de dood van de 22-jarige Koerdische Mahsa Amini. Zij werd volgens ooggetuigen door de zedenpolitie hard op haar hoofd geslagen omdat haar hoofddoek niet bedekkend genoeg zou zijn geweest.

In het hele land gaan mensen de straat op, waarbij vrouwen die hun hoofddoek afwerpen een drijvende kracht zijn. Leus van het protest: „Vrouw, leven, vrijheid!” Het regime grijpt hard in. Volgens de laatste schattingen zijn ruim tweehonderd mensen overleden die aan de protesteren meededen.

Gevreesd wordt dat sportklimmer Elnaz Rekabi haar actie ook niet zal overleven. Deze week meldden vrienden aan de BBC dat ze werd vermist en zou zijn meegenomen naar de Iraanse ambassade in Seoel. Dinsdag maakte die ambassade bekend dat Rekabi is teruggekeerd naar Teheran. De ambassade verweerde zich tegen „het nepnieuws en de desinformatie” die over Rekabi naar buiten zou zijn gekomen. Zelf postte Rekabi op sociale media dat het niet dragen van de hoofddoek zou berusten op een vergissing. Onduidelijk is of dat bericht onder dwang is geschreven.

„Nu bekend is dat ze naar Iran is gebracht, moet er ernstig worden gevreesd voor haar leven”, zegt jurist Sander Terphuis. Hij werd geboren in Iran (onder de naam Ahmad Queleich Khany) en was worstelaar, een populaire sport in het land. In 1990 ontvluchtte hij de nationale worstelploeg tijdens een toernooi voor gehandicapten (hij is slechtziend) in Assen en dook onder. Terphuis veranderde zijn naam en bouwde een leven op in Nederland.


Lees ook: drie sporters die hun land ontvluchtten vertellen hun verhaal aan NRC. Een verhaal over angst en moed.

„Kort na mijn vlucht zijn mijn ouders in Iran onder druk gezet. Ze moesten mij overhalen om naar de Iraanse ambassade in Den Haag te komen. Daar zou ik een businessclass ticket krijgen om terug te vliegen naar Iran. Ik zou met alle egards behandeld worden. Mijn ouders waren totaal in de war. Een tolk zei toen tegen me: ga daar niet naar binnen, want je komt er niet levend vandaan.”

Zwarte jassen

Sporters spelen de afgelopen weken een opvallende rol bij de Iraanse protesten, die sowieso breder zijn dan voorgaande opstanden – die hard werden neergeslagen. Naast veel jonge vrouwen die meedoen zijn er winkeliers die hun zaken sluiten, oliewerkers die staken. Ook minderheidsgroepen zoals de Iraanse Koerden nemen deel aan de protesten.

Voor sporters geldt dat zij als publieke figuren aan de ene kant inspirator zijn voor veel protesterende mensen, maar aan de andere kant lopen ze juist daardoor groot risico. Toch kiezen veel sporters ervoor om zich uit te spreken.

Eind september kwam de nationale voetbalploeg van Iran in zwarte jassen het veld op voorafgaand aan het oefenduel tegen Senegal, dat in Oostenrijk werd gespeeld. Spelers van de nationale ploeg zetten hun sociale mediakanalen ‘op zwart’.

Sterspeler Sardar Azmoun, die in Duitsland voor Bayer Leverkusen speelt, plaatste een steunbetuiging aan de protesterende landgenoten op sociale media. „Ik kan hiervoor uit het nationale team worden gezet”, schreef hij, „maar dat is dan slechts een kleine prijs die ik moet betalen.” Later trok hij dat bericht in en bood er zijn excuses voor aan – naar eigen zeggen uit vrije wil.

Sardar Azmoun in een zwarte jas, die de Iraanse nationale ploeg voor het oefenduel met Senegal (in Oostenrijk) droeg als protest tegen het regime

Foto Jakub Sukup/AFP

Feyenoord-speler Alireza Jahanbakhsh, die ook uitkomt voor de nationale ploeg van Iran, postte eveneens een bericht. „Wij staan altijd aan de zijde van onze mensen. Zij hebben veel doorstaan en gaven nooit op. Ze zouden met respect behandeld moeten worden. Geweld is onvergeeflijk”, schreef hij.

De Iraanse paralympisch handboogschutter Pouriya Jalalipour noemt het „heel moedig” dat de sporters zich uitspreken. Jalalipour vroeg in 2019 tijdens een toernooi in Nederland asiel aan, omdat hij een conflict kreeg met zijn coach over een religieuze kwestie. Deze zomer won hij het NK in zijn nieuwe thuisland en binnenkomt komt hij voor het eerst uit voor Nederland. „Er zijn geen wetten die Iraanse burgers beschermen”, zegt Jalalipour. „Als je je uitspreekt word jij of je familie opgepakt. Dat wordt ook echt gezegd door het regime: als je de protesten ook maar noemt, erover schrijft, of ze ondersteunt, heeft dat gevolgen. Niemand die er wat tegen kan doen.”

Ook gevaar in Nederland

Zelfs nu hij in Nederland woont kan Jalalipour niet zonder gevolgen zijn mening geven. Onlangs nam hij een video op over de protesten, waarin hij zegt dat het regime op omvallen staat. Het filmpje werd door een vriend op een Iraans mediakanaal gezet en goed bekeken. „Daarop werd mijn moeder gebeld. Diegene zei dat ik mijn mond moest houden. Anders zouden er maatregelen genomen worden. Natuurlijk ben ik bang, mijn moeder ook. Maar ik heb haar gezegd dat we sterk moeten zijn.”

Ook Sander Terphuis weet dat het gevolgen kan hebben als hij zich uitspreekt over de situatie in zijn geboorteland. Toch doet hij dat regelmatig. Hij sprak onder meer bij een betoging voor het pand van de Iraanse ambassade in Den Haag en vertelt zijn verhaal zo nu en dan in de pers.

Daarop is hem door de politie in Nederland duidelijk gemaakt dat zijn veiligheid in gevaar is, „vanwege de lange arm van Teheran.” Toch wil Terphuis niet zwijgen, zegt hij: „De mensen in Iran brengen zulke grote offers – ik zou het slap vinden om me stil te houden.”

Hoe wreed het Iraanse regime kan zijn als je meedoet aan protesten, ook al ben je een bekende sporter, bleek wel in september 2020. Toen werd de Iraanse worstelkampioen Navid Afkari ter dood veroordeeld. Volgens de Iraanse justitie zou hij een veiligheidsfunctionaris in burger hebben doodgestoken bij protesten tegen de barre economische omstandigheden in het land. Afkari zou dat volgens Iran hebben bekend.


Lees ook: een uitgebreid profiel van de Iraanse leider Ayatollah Ali Khamenei – ooit kosmopoliet, nu een broze maar keiharde geestelijke

Zijn advocaten verklaarden dat er zware martelingen voorafgingen aan die bekentenis. Afkari zou een plastic zak over zijn hoofd hebben gekregen om hem (bijna) te laten stikken, er zou alcohol in zijn neus zijn gegoten en hij zou ernstig mishandeld zijn. Ondanks zware kritiek van mensenrechtenorganisaties, verschillende beroemdheden en de wereldvakbond voor sporters (World Players Association) werd het vonnis voltrokken nog voor een hoger beroep mogelijk was.

„Ik ben bang dat met sportklimmer Elnaz Rekabi hetzelfde zal gebeuren als met Navid Afkari. Er komt snel een schijnproces en na martelingen verwacht ik dat ze haar zullen executeren”, zegt Terphuis. „Daarom is het ook zo bijzonder knap dat ze het überhaupt durfde om zonder hoofddoek te klimmen. Ze moet hebben beseft dat dit haar het leven kon kosten.”