De IND-ambtenaar zit klem tussen wetten, regels en instructies

Het beoordelen van asielverzoeken wordt almaar ingewikkelder, tijdrovender en moeilijker uitvoerbaar. Uit een kwalitatief enquêteonderzoek onder een vijftigtal medewerkers en samenwerkingspartners van de IND (Immigratie- en Naturalisatiedienst) blijkt dat tussen 2010 en 2020 het vreemdelingenbeleid daardoor steeds moeizamer is geworden. Het rapport is geschreven door de eigen onderzoeksafdeling van de IND.

De oorzaak ligt volgens de onderzoekers onder meer in het web van interne, nationale en internationale regels, instructies, wetten en rechterlijke uitspraken, dat in die periode dichter werd. Dat is mede een gevolg van de groeiende migratiestromen en de maatschappelijke en politieke spanningen die er verband mee houden. En van digitalisering en (sociale) mediabelangstelling die weer voor druk op de uitvoerders en beslissers zorgden.

Intussen nam de gemiddelde kennis- en ervaring van de IND-medewerkers door personeelsverloop juist af. Nieuwe medewerkers krijgen te weinig ruimte „om zelfstandig de weg te vinden in regelgeving en zelfstandig tot een besluit te komen”. Daardoor gaan zij vaak te uitgebreid en tijdrovend te werk, met het risico op irrelevante of onduidelijke onderdelen in hun beslissingen. Volgens het rapport zijn intussen voor „steeds meer zaken” de Dublinverordening en het Terugkeerbesluit feitelijk onuitvoerbaar geworden. Deze regels moeten in individuele gevallen voor vertrek van een asielzoeker uit Nederland zorgen.

Steeds meer controle

Naast het groeiende web van externe regelgeving speelt een rol dat de eigen werkinstructies in die periode uitgebreider werden. En het ‘horen’ van vreemdelingen neemt steeds meer tijd in beslag (en de verslaglegging dus ook). Vooral doordat er steeds meer gecontroleerd moet worden. De jurisprudentie van (internationale) rechters nam navenant toe en stapelde intern ook op. Ook omdat het de IND zelden meteen duidelijk is wat de reikwijdte is van individuele rechterlijke uitspraken. Geldt dit alleen voor déze zaak of ook voor andere? Pas als er een stapeltje vergelijkbare uitspraken is, wordt het beleid aangepast. Rechters zouden hierin duidelijker moeten worden, is een advies.

De centrale vraag uit het rapport ‘Is de complexiteit van het nemen van een asielbesluit veranderd’, wordt met een duidelijke ja beantwoord. Voor de hele vreemdelingenwetgeving geldt daardoor dat de doelen ervan moeilijker worden behaald. Ook omdat de effectiviteit ervan mede wordt bepaald door externe ontwikkelingen, in andere EU-lidstaten of nog daarbuiten. Als de opvang in andere lidstaten bijvoorbeeld zo verslechtert dat uitzetting of overdracht niet verantwoord is, neemt automatisch de effectiviteit van het IND-werk af. Terwijl daar toch vaak veel tijd in wordt gestoken.

Het aandeel eenvoudige aanvragen, bijvoorbeeld ‘wegens oorlog’ neemt af

Tegelijk noemen de onderzoekers toenemende complexiteit „op sommige punten” onvermijdelijk. Bijvoorbeeld omdat het een gevolg is van de groeiende hoeveelheid snel beschikbare, kwalitatief goede informatie waarvan de verwerking tijd kost.

De werklast neemt ook toe omdat asielaanvragen individualistischer lijken te worden. Het aandeel eenvoudige aanvragen, bijvoorbeeld ‘wegens oorlog’, neemt af. Terwijl meer persoonlijke aanvragen volgens de onderzochte groep toenemen. Dan gaat het om motieven als individuele vervolging, bekering, afvalligheid of seksuele voorkeur.


Lees ook
Drugs, geweld en diefstal: het is voor niemand leuk meer in Ter Apel

Asielzoekers lopen langs een camper van een hulporganisatie nabij het aanmeldcentrum in Ter Apel. Volgens de Inspectie wordt de maximale bezetting van de opvang „met honderden” overschreden.

Het toetsen van iemands „persoonlijke belevingswereld” zien de IND-medewerkers als een vrijwel onmogelijke opgave. Ook omdat de beoordelingscriteria, bijvoorbeeld voor seksuele geaardheid, openbaar zijn. Daardoor „is het voor aanvragers mogelijk om een verhaal te bedenken dat aan alle elementen voldoet”. De IND-medewerkers kunnen daardoor de fictieve asielverhalen niet goed onderscheiden van de echte. Het gevolg is dat dergelijke aanvragen „zelden (worden) afgewezen”.