De HMS Prince George, in 1921 gestrand voor de Noord-Hollandse kust, verschijnt weer op het strand van Camperduin

De zee neemt en de zee geeft soms iets terug. Het Britse slagschip HMS Prince George, dat in 1921 bij Camperduin in Noord-Holland strandde en sindsdien onder het zand was verdwenen, komt er er nu weer uit tevoorschijn.

„Er is iets aangespoeld op het strand van Camperduin, en of we er even heen konden rijden en het op kunnen ruimen”, kreeg Marco Snijders, hulpstrandvonder in Egmond, te horen, vertelde hij aan nieuwssite NH Nieuws. Maar de enorme stukken roestend ijzer die daar uit het zand staken, waren niet aangespoeld maar liggen er al ruim een eeuw.

Het was haar allerlaatste reis. Zelfs een oorlogsschip, genoemd naar de man die in 1910 als George V op de Britse troon zou komen, blijft een ‘zij’. Na de Royal Navy 25 jaar gediend te hebben, in oorlog en vrede, en in meer en minder glorieuze rollen, werd ze in 1920 van de sterkte afgevoerd om gesloopt te worden.

De Britse sloper verkocht haar in 1921 door aan een sloperij in Duitsland. Op weg daarheen, getrokken door een sleepboot, raakte ze op 28 december 1921 bij Camperduin aan de grond in een storm. Dat was het zuidelijkste puntje van de Hondsbossche Zeewering, ondanks de driedubbele dijk toen nog een van de zwakste schakels in de kustverdediging. Nadat het gestrande schip was ontdaan van alles wat van waarde en verplaatsbaar was, werd besloten haar daar te laten liggen om als golfbreker te dienen.

Kustversterking

Tot 2014 waren nog steeds resten te zien, totdat ze onder het zand verdwenen bij de grote kustversterkingsoperatie door Rijkswaterstaat en de aanleg van een nieuw duingebied. Het enige teken dat de Prince George daar lag, was nog een gestippeld cirkeltje op de zeekaart vlak bij het strand, en de letters ‘Wk’, het internationale symbool voor ‘wrak’.

De laatste tijd is langs de kust door stormen veel zand weggeslagen. Volgens hulpstrandvonder Snijders vormen de stukken ijzer nu een gevaar. Voor toeristen, maar bijvoorbeeld ook voor de marechaussee die daar soms ’s nachts rijdt om te zien of er drugs zijn aangespoeld, maar die het strand niet goed kent. Volgens Snijders is het beter om het wrak nu alsnog in zijn geheel te bergen.

Resten van het scheepswrak op een foto uit 2014, die daarna onder het zand verdwenen bij een grote kustversterkingsoperatie
Foto Olaf Kraak

De Prince George, met een lengte van 128 meter, liep in 1895 van stapel. Het schip werd aangedreven door twee stoommachines, gestookt met kolen, en beschikte als hoofdbewapening over twee batterijen dubbelloopskanons – noem scheepsgeschut nooit ‘kanonnen’ – met een kaliber van 12 inch (ruim 30 centimeter). Het schip maakte voor en tijdens de Eerste Wereldoorlog deel uit van verschillende Britse vlootverbanden voor escortetaken in het Kanaal, de Atlantische Oceaan en de Middellandse Zee.

Bij een tussentijdse modernisering in 1909 kreeg het schip de beschikking over radio. Al tijdens de oorlog bleken schepen als de Prince George verouderd en daarna waren haar dagen geteld. Op haar oude dag fungeerde ze op verschillende plaatsen als ‘depotschip’, een drijvend pakhuis.

Een paar keer had ze geluk. In mei 1916, tijdens een beschieting van Turkse forten, werd ze geraakt door een Turkse granaat onder de waterlijn en moest in Malta gerepareerd worden. Daarna werd ze geraakt door een torpedo, die niet explodeerde. Maar in 1921 was haar geluk ten einde.