De grens van de betaalde parkeerzone snijdt de Rotterdamse Koninginneweg dwars doormidden

In Oud-IJsselmonde kijken de bewoners er al niet meer van op. Forenzen die op de vouwfiets of elektrische step de wijk binnenrijden, daar hun vervoersmiddel in de auto laden en wegrijden. Om het tafereel later op de dag te herhalen, dan in de omgekeerde richting. En wederom zonder langs een parkeermeter te hoeven.

Sinds in december aan de andere kant van de snelweg, onder de tunnel door, betaald parkeren is ingevoerd, ziet Anneke Janssen auto’s voor de deur die ze niet kan thuisbrengen. „Van mensen die dáár wonen en hier hun auto neerzetten. Of schoonmaakbusjes die opeens in de straat staan. Ik snap het wel”, zegt ze, „maar wij zijn er de dupe van.”

De betaalgrens deelt de Koninginneweg in Rotterdam-Zuid – een kilometerlange straat waar de Feyenoordvlaggen voor de ramen hangen – in tweeën. De gemeente voert overal binnen de ring betaald parkeren in. Deze buurt – verscholen achter een van de drukste stukjes snelweg van Nederland, de A16 bij de Van Brienenoordbrug – valt daar net buiten.

Wonder

En dus gebeurt daar precies wat de bewoners hadden voorzien. Het loopt op deze vrijdag tegen het eind van de middag en de auto’s staan op de stoep, in de voortuinen en op het pleintje bij de glasbak.

Janssen heeft haar Ford Focus zojuist achteruit een doodlopend straatje ingestoken. Ze heeft haar dochter opgehaald van de kinderopvang. „Het is volgens mij geen officiële parkeerplek, maar er staat geen bord dat het niet mag. In mijn eigen straat kan ik ’m niet meer kwijt.”

Geen wonder dat het hier drukker is geworden, vindt de buurtbewoonster. „Er is gewoon een lijn getrokken. Die kant wel, deze kant niet. Ze hadden het beter in de hele straat kunnen invoeren.”

Waterbedeffect

Het aantal betaalde parkeerzones in Nederland neemt een vlucht. In twee jaar tijd nam het aantal plekken waarvoor je moet betalen met een kwart toe, blijkt uit cijfers die EenVandaag opvroeg. Daarbij gaat het allang niet meer alleen om stadscentra en winkelgebieden, maar ook steeds meer om woonwijken aan stadsranden en in middelgrote gemeenten.

Gemeenten kunnen niet anders, menen ze. In minder dan tien jaar tijd kreeg Nederland ruim een miljoen auto’s erbij. Ruimte is schaars en zonder regulering slibben steden dicht. „Het draait altijd om het beheersbaar houden van gebieden”, zegt Giuliano Mingardo, stedelijk onderzoeker aan de Erasmus Universiteit. „Als het te druk wordt, moet je ingrijpen.”

Vrijwel overal gaat de invoering van betaald parkeren gepaard met een zogenoemd waterbedeffect. Automobilisten wijken uit naar aanpalende buurten waar ze wél gratis kunnen parkeren, waardoor daar de parkeerdruk oploopt. Tot bewoners gaan klagen, het gemeentebestuur besluit te handelen en ook in díé wijk betaald parkeren invoert.

Opzadelen

In Oud-IJsselmonde is men niet eensgezind. Enkele bewoners begonnen een petitie om de wijk bij de betaalde parkeerzone te voegen. „Vervelend dat het nodig is, maar ik heb ’m wel ondertekend”, zegt een man die niet met naam in de krant wil – in de buurtapp kan het volgens hem „best onvriendelijk worden”.

„Rond Feyenoord-wedstrijden stond de wijk ook altijd vol”, zegt hij. „Dat vind ik dan nog wel lollig. Maar als het de hele week door is, is het niet leuk meer.” En dus kan hij wel leven met parkeermeters. „Die paar tientjes vind ik het wel waard om niet iedere dag te hoeven zoeken waar ik mijn auto kwijt kan.”

Daar denken buurtgenoten anders over. Een tegenpetitie, die zich uitspreekt tégen betaald parkeren, heeft de andere petitie inmiddels ingehaald. De overlast is weliswaar verergerd, zeggen die ondertekenaars, maar er was altijd al te weinig parkeerplek. Hier ook betaald parkeren invoeren, zou bewoners alleen maar opzadelen met de kosten.

Het oude terrein van de Keilewerf langs de Keileweg en de Vierhavensstraat in Rotterdam ligt precies langs de grens tussen betaald of gratis parkeren.
Foto Folkert Koelewijn

Melkkoe

De parkeermaatregel is, op z’n zachtst gezegd, niet populair. Bij raadgevende referenda in onder meer Amersfoort en Haarlem werd met grote meerderheden tegengestemd. „Niemand vindt het leuk om opeens te moeten betalen, dat is logisch”, zegt Mingardo. „Maar gemeenten doen het niet om mensen te pesten.”

Betaald parkeren is volgens hoogleraar transportbeleid Bert van Wee (TU Delft) voornamelijk gericht op de bezoeker. De bewoners zelf kunnen meestal voor een paar tientjes per maand een parkeervergunning aanschaffen. „Vergeleken met de prijs die anderen betalen, is dat niks. Je hebt het er met een paar uurtjes uit.”

Dat sommige automobilisten alsnog liever uitwijken, is volgens Mingardo onontkoombaar. „Als mensen hier moeten betalen, gaan ze nou eenmaal naar de straat erachter.” En, zegt hij, parkeerbeleid „is ook geen exacte wetenschap. Het blijft een beetje trial-and-error. Je kunt het nooit helemaal dicht regelen”.

Als het te druk wordt, moet je ingrijpen

Giuliano Mingardo
onderzoeker aan Erasmus Universiteit

Doorgaans is het een kwestie van tijd voor het beleid vruchten afwerpt, zegt Van Wee. „Van tevoren zien mensen vooral de nadelen. Daarna, blijkt uit alle onderzoeken, gaan mensen ook de andere kanten zien: er komen minder auto’s, het wordt leefbaarder. Dan worden mensen vaak veel positiever.”

In IJsselmonde is men nog niet overtuigd. „Ik merk zelf geen voordeel”, zegt Jan Slootweg vanuit de deuropening van zijn huis, pal aan de ‘verkeerde’ kant van de snelweg. „We zijn nu drie maanden onderweg en de parkeerdruk is niet afgenomen. Je straat regelmatig een paar straten verderop. Alleen moet je er nu voor betalen.”

Het oude terrein van de Keilewerf ligt precies langs de grens tussen betaald of gratis parkeren. Veel auto’s worden hier voor lange duur geparkeerd.
Foto Folkert Koelewijn