‘De gemiddelde juwelier heeft betere vitrines dan het Drents Museum’, zegt expert in museumbeveiliging

Hij heeft „onwijs te doen” met de directeur van het Drents Museum in Assen, waar afgelopen weekeinde archeologische topstukken uit Roemenië werden gestolen. „Het Drents Museum is een parel in Nederland en ik heb veel respect voor de blockbusters die het heeft georganiseerd.” Maar, zegt veiligheidsdeskundige Ton Cremers: „Deze roof had absoluut voorkomen kunnen worden.”

Cremers (76) was van 1996 tot 2002 hoofd van de beveiliging van het Amsterdamse Rijksmuseum, en heeft, overigens naar eigen zeggen, over de hele wereld 450 musea van advies gediend over beveiliging.

Hoe kijkt u naar deze roof?

„Ik heb de berichtgeving van dag tot dag gevolgd en heb me vooral verbaasd over de reacties uit de museumwereld. Er wordt gezegd dat er nu eenmaal een zware buitendeur is opgeblazen en dat daar niets tegen te doen is.”

Er was wel iets tegen te doen?

„Er wordt gezegd dat als er met explosieven wordt gewerkt, er tegen een roof als deze geen kruid gewassen is. Zelfs de Museumvereniging zegt dat. Als dat waar is, geef je toe dat je risico’s neemt door deze tentoonstellingen te organiseren.”

Maar dat is niet waar.

„De beveiliging van een museum moet je zien als een ui. Die heeft verschillende schillen. Tot je bij de kern bent, met de kostbaarste stukken. Blijkbaar had de ui in dit geval niet meer dan alleen een buitenste schil. Als mensen een zware buitendeur opblazen, mogen ze niet binnen twee minuten de belangrijkste stukken kunnen weghalen. ”

Waar heeft het aan ontbroken?

„Er moeten achter de buitendeur meer deuren zijn waar men doorheen moet zien te breken. Daarna heb je de vitrines. Ik heb al meer dan twintig jaar geleden een programma van eisen gemaakt op grond waarvan een museum een vitrine liet bouwen met een inbraakveiligheid van twintig minuten. Er zijn toen professionals ingehuurd die een half uur met een hamer op die vitrine hebben ingeslagen, af en toe het zweet van hun voorhoofd afvegend, maar die er niet in slaagden het glas stuk te slaan.

Is zo’n vitrine duur?

„Duur moet je relateren aan het te beschermen belang. Zes jaar geleden liet een klein provinciaal museum in Nederland voor 24.000 euro een speciale vitrine bouwen voor een vaas uit het Louvre. Die was groot genoeg geweest voor de Dacische helm. Dat was een voorwaarde van het Louvre, medewerkers kwamen kijken.”

Wat is dat voor vitrine?

„Het is altijd maatwerk. Om te beginnen moet het glas van een vitrine altijd in een frame zitten. Ik weet dat mensen een ononderbroken zicht willen hebben op het object, maar zonder frame kan het glas nooit heel sterk zijn. Dan heb ik het over gelaagd glas. In dat gelaagde glas moet bovendien een folie zitten dat je niet, zoals in de voorruit van een auto, kunt doorsnijden. Dat doe je met polycarbonaat, een heel hard plastic. Dat glas hebben veel juweliers. De gemiddelde juwelier heeft betere vitrines dan het Drents Museum.”

Is te zien wat voor glas het is?

„Criminelen zijn deskundig genoeg om te zien of een vitrine inbraakveilig is. Als je aan aansteker voor enkel glas houdt, zie je het vlammetje twee keer. Als je het vlammetje vier, zes of acht keer ziet, is het gelaagd glas. Op de kunstbeurs Tefaf in Maastricht werden op klaarlichte dag ook vitrines ingeslagen. In aanwezigheid van het publiek. Daar zat slappe folie in het glas.”

Had er een bewaker moeten zijn?

„Die was er niet. Dat is normaal. Je kunt niets doen. In mijn tijd bij het Rijksmuseum zaten er beveiligers in de meldkamer die als opdracht hadden om in geval van inbraak zich terug te trekken en de politie te bellen. Sterk glas geeft politie de tijd in te grijpen. Het tijdpad van de beveiliging moet korter zijn dan de tijd die criminelen nodig hebben om hun slag te slaan. Als criminelen al niet zélf vertrekken als ze merken dat het niet lukt de vitrines kapot te slaan. Mijn stelling is dat je zonder sterke vitrines je personeel in gevaar brengt.”

Als de beveiliging niet op orde was, deugde ook de verzekering niet?

„Museumdirecteuren zeggen soms dingen over beveiliging die niet kloppen. Verzekeraars lijken onvoldoende deskundigheid over beveiliging in huis te hebben. De Roemenen hebben gefaald door geen duidelijke eisen te stellen aan de beveiliging. De verzekeraar heeft gefaald. Het Drents Museum heeft gefaald. En de Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed die zich garant stelde voor een deel van de schade heeft gefaald. De keten heeft gefaald. Het is hier hartstikke fout gegaan.”

Reactie museumdirecteur

Directeur Harry Tupan van het Drents Museum liet op een persconferentie eerder weten dat er „absoluut” extra veiligheidsmaatregelen waren getroffen voor de gestolen topstukken. Op televisie zei Tupan dinsdagavond: „Alle beveiligingsmaatregelen die we moesten nemen, zijn belegd in het verzekeringscontract. We zijn onze verplichtingen nagekomen.”

Het museum stelde woensdag in antwoord op vragen van NRC: „Lopende het onderzoek kunnen wij vanuit veiligheidsoverwegingen geen antwoord geven op deze vragen.”

Voor commentaar op de uitspraken van veiligheidsdeskundige Cremers was het museum woensdag niet bereikbaar.


Lees ook

De grote gele Tefaf-diamant is nog altijd spoorloos

Door de politie vrijgegeven foto’s van de dieven in hun opvallende ‘Peaky Blinders’-kleding.