N.B. Het kan zijn dat elementen ontbreken aan deze printversie.
Ieder scheikundig element heeft zijn eigen plek in het Periodiek Systeem. Ieder element heeft ook een bijzonder verhaal. Ook krypton.
Er was een tijd dat feestjes pas gezellig werden als William Ramsay arriveerde, de ontdekker van het edelgas krypton – en van vrijwel álle andere edelgassen. En niet omdat deze Schotse chemicus (1852-1916) zo leuk kon vertellen over gaslampen of het opdampen van vloeibare lucht. Zoals iemand later zou schrijven over ‘langdurige galadiners’ in het Sussex van de jaren 1890: „Saaiheid verdween als de Ramsays verschenen… Sir William floot liedjes terwijl hij zichzelf begeleidde op de piano… voor ons jonge mensen was hij de leukste, begripvolste en geestigste van alle vrienden.” Ook op diners van de scheikundefaculteit van het University College London zong de hoogleraar zelfgecomponeerde liedjes.
Afgaand op overgeleverde teksten moeten die liedjes behoorlijk up tempo zijn geweest en in de beste tradities van de Britse vaudeville, zoals deze uit 1902: ‘Our action’s spontaneous in atoms uranious / Or radious, actinious, or thorius…’. Helaas zijn nérgens op het enorme internet nog opnames of bladmuziek te vinden. Naar een wasrol-opname van een speech door Ramsay uit 1900 wordt nog altijd gezocht, schrijft de Britse chemicus Alwyn George Davies in een liefdevol biografisch overzicht uit 2014.
Isoleren en typeren
De edelgassen vormen Ramsay’s belangrijkste werk. Al in 1785 merkte de natuurkundige Henry Cavendish dat na verwijdering van stikstof en zuurstof uit atmosferische lucht een kleine fractie van gas overbleef dat hij niet kon typeren. Pas een eeuw later, in 1894, kon Ramsay dat gas isoleren en typeren.
Het bleek het edelgas argon (atoomgetal 18), dat bijna 1 procent van de atmosferische lucht uitmaakt. Een jaar later isoleerde hij ook edelgas helium (atoomgetal 2). Op grond van het periodiek systeem vermoedde Ramsay dat er tussen die twee nog een derde edelgas moest zitten. In 1898 vond hij echter eerst het veel zwaardere krypton (atoomgetal 36), en pas daarna het voorspelde neon (met atoomgetal 10). En dankzij de gloednieuwe techniek van het opdampen van ijskoude vloeibare gassen vond Ramsay toen óók nog xenon (54).
Totale ongevoeligheid
Edelgassen onderscheiden zich door hun vrijwel totale ongevoeligheid voor het aangaan van chemische verbindingen. De verklaring van die chemisch nogal onverwachte eigenschap leidde uiteindelijk tot het moderne atoommodel, met zijn precies omschreven elektronen-orbitalen. Bij edelgassen zitten die orbitalen precies vol waardoor ze geen elektron kunnen opnemen of afstaan. Alleen met veel moeite zijn de zwaardere edelgassen, waarbij de buitenste orbitalen relatief ver van de kern zitten, te bewegen tot heel specifieke verbindingen, vooral met fluor.
Het zeldzame krypton wordt toegepast in fotolampen waarin het als plasma mooi wit oplicht. En dankzij zijn heldere spectraallijnen beleefde krypton tussen 1960 en 1983 korte roem als basis van de meter, die toen gedefinieerd werd als een bepaald veelvoud van de golflengte van een spectraallijn van de krypton-86-isotoop.
Eind jaren dertig werd de thuisplaneet van comic-held Superman vernoemd naar het element, waarschijnlijk door de fascinatie van auteurs Jerry Siegel en Joe Shuster voor woorden met een K, maar ook door de betekenis: ‘verborgen’, naar het Griekse kruptos. Ramsay had een duidelijk talent voor elementennamen: neon is ‘nieuw’, argon is ‘lui’ (omdat het nergens aan wil binden) en het onverwacht ontdekte xenon is ‘vreemd’.